Regeling stimulering regionale infrastructuur bve 1996

[Regeling vervallen per 31-12-2004.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 27-04-1996 t/m 30-12-2004

Regeling stimulering regionale infrastructuur bve 1996

De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen,

Gelet op artikel 12.3.48, tweede lid, en artikel 2.2.3, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Besluit:

Artikel 7. Voorwaarden

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Artikel 12.3.41 van de wet is van overeenkomstige toepassing op de informatie die aan de minister met betrekking tot deze regeling wordt verstrekt.

  • 2 Op de stimuleringsuitkering zijn de artikelen 2.5.6 en 2.5.7 van de wet van overeenkomstige toepassing. De gegevens worden gedurende een termijn van 5 jaar bewaard.

  • 3 Het samenwerkingsverband of het roc zendt samen met de informatie die aan de minister wordt verstrekt op grond van artikel 2.5.6 juncto artikel 12.3.41 van de wet een verslag over de effecten en de wijze van besteding van de uitkering aan de minister.

Artikel 10. Lagere vaststelling

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De stimuleringsuitkering kan op een lager bedrag worden vastgesteld of geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken, indien:

  • a. de activiteiten waarvoor de uitkering is verleend niet of niet geheel in overeenstemming met deze regeling en het plan bedoeld in artikel 6, eerste lid, hebben plaatsgevonden;

  • b. het roc of samenwerkingsverband heeft gehandeld in strijd met de aan de uitkering verbonden verplichtingen;

  • c. het roc of samenwerkingsverband kennelijk in strijd heeft gehandeld met het doel van de uitkering;

  • d. het roc of samenwerkingsverband onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige informatie tot een andere toepassing van de regeling zou hebben geleid;

  • e. de verlening van de uitkering onjuist was en het roc of samenwerkingsverband dit wist of behoorde te weten.

De

minister

vanonderwijs, cultuur en wetenschappen,

dr. ir. J.M.M. Ritzen

Naar boven