Vaststelling gemiddeld premiepercentage voor de Werkloosheidswet dat ten gunste komt van het wachtgeldfonds per 1 maart 1996

[Regeling vervallen per 22-09-2004.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 01-07-1996 t/m 21-09-2004

Vaststelling gemiddeld premiepercentage voor de Werkloosheidswet dat ten gunste komt van het wachtgeldfonds per 1 maart 1996

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

handelend in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Defensie,

Gelet op de artikelen 9, vierde lid, en 29, achtste lid, van de Algemene Ouderdomswet, de artikelen 19, vierde lid, en 37b, vijfde lid, van de Algemene Weduwen- en Wezenwet, artikel 2, tweede lid, van de Algemene nabestaandenwet, artikel 41a, tweede lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, artikel 55, derde lid, van de Algemene bijstandswet, artikel 10, tweede lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 10, tweede lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, artikel 6, tweede lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen, artikel 85, derde lid, van de Werkloosheidswet, artikel 19a, tweede lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945, artikel 36, derde lid, van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945, artikel 32, derde lid, van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, artikel 43, derde lid, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet en artikel 26, derde lid, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 22-09-2004]

Voor de toepassing van de artikelen 9, derde lid, en 29, zevende lid, van de Algemene Ouderdomswet, de artikelen 19, derde lid, en 37b, vierde lid, van de Algemene Weduwen- en Wezenwet, artikel 41a, eerste lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, artikel 55, eerste en tweede lid, van de Algemene bijstandswet, artikel 10, eerste lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 10, eerste lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, artikel 6, eerste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen, artikel 85, derde lid, van de Werkloosheidswet, artikel 19a, eerste lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945, artikel 36, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945, artikel 32, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, artikel 43, eerste lid, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet en artikel 26, eerste lid, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 wordt het deel van de premie op grond van de Werkloosheidswet dat ten gunste komt van het wachtgeldfonds, vastgesteld op een gemiddeld percentage van 0,70 voor het deel dat door de werknemer is verschuldigd.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 22-09-2004]

Voor de toepassing van artikel 85, derde lid, van de Werkloosheidswet wordt de in dat lid bedoelde vervangende premie vastgesteld op 1,40%.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 22-09-2004]

Voor de toepassing van artikel 2, eerste lid, onderdelen b en d, van de Algemene nabestaandenwet, wordt het in dat lid bedoelde gemiddeld premiepercentage vastgesteld op 0,70 voor het deel dat door de werknemer is verschuldigd.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 22-09-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 maart 1996, behoudens artikel 3, dat met ingang van 1 juli 1996 in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

voornoemd,

A.P.W. Melkert

Naar boven