Eenmalige bijdrageregeling Stadseconomie Grote Steden beleid

[Regeling vervallen per 01-02-2005.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-02-1996 t/m 31-01-2005

Eenmalige bijdrageregeling Stadseconomie Grote-Stedenbeleid

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, mr. J. Kohnstamm, handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Economische Zaken:

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-02-2005]

In verband met de uitvoering van de convenanten die op 12 juli 1995, respectievelijk 30 oktober 1995 zijn gesloten tussen het Rijk en de grote steden, wordt aan de betrokken gemeenten gezamenlijk een eenmalige bijdrage van maximaal 100 mln. uitgekeerd.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-02-2005]

De bijdrage heeft ten doel de realisering van projecten die de stadseconomie versterken en de werkgelegenheid bevorderen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-02-2005]

De bijdrage wordt als volgt over de betrokken gemeenten verdeeld, waarbij de genoemde bedragen als maximum gelden.

  • a f 60 mln. voor de gemeente Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, als volgt te verdelen:

    Amsterdam

    f 22.500.000

    Rotterdam

    f 17.100.000

    Den Haag

    f 13.200.000

    Utrecht

    f 7.200.000
  • b f 40 mln. voor de overige gemeenten, als volgt te verdelen:

    Eindhoven

    f 4.534.000

    Helmond

    f 1.626.442

    Groningen

    f 3.850.573

    Tilburg

    f 3.776.338

    Enschede

    f 3.158.097

    Nijmegen

    f 3.545.335

    Arnhem

    f 3.160.470

    Breda

    f 2.898.450

    Maastricht

    f 2.624.100

    Zwolle

    f 2.097.142

    Den Bosch

    f 2.385.309

    Leeuwarden

    f 1.956.481

    Hengelo

    f 1.486.540

    Deventer

    f 1.483.119

    Almelo .

    f 1.417.606

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-02-2005]

De in artikel 3 genoemde bedragen worden uiterlijk 31 december 1995 bij wijze van voorschot ter beschikking van de gemeenten gesteld.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-02-2005]

  • 1 De bijdrage dient in 1996 tot besteding te komen.

  • 2 Uiterlijk 1 oktober 1997 wordt door de gemeenten, op basis van de vastgestelde gemeentelijke jaarrekening en de daarbij behorende accountantsverklaring, een verantwoordingsverslag ingediend bij de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken met betrekking tot de besteding van de bij voorschot verstrekte bijdrage.

  • 3 Op basis van het verantwoordingsverslag wordt de hoogte van de bijdrage uiterlijk per ultimo 1997 vastgesteld.

  • 4 De bijdrage zal worden teruggevorderd:

    • a. voor het deel dat niet tot besteding is gekomen, danwel

    • b. voor het deel dat niet overeenkomstig artikel 2 is besteed.

      Indien de bijdrage lager is dan het verleende voorschot zal het verschil van de desbetreffende gemeente worden teruggevorderd.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-02-2005]

De betreffende gemeenten verstrekken uiterlijk 31 maart 1997 een inhoudelijk verslag over de realisering van de in artikel 2 bedoelde projecten.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-02-2005]

De minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van deze regeling.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-02-2005]

Deze regeling wordt aangehaald als: Eenmalige bijdrageregeling Stadseconomie Grote Steden beleid.

De

Staatssecretaris

van Binnenlandse Zaken,

J. Kohnstamm

Naar boven