Voorlopige regeling Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba

[Regeling vervallen per 01-05-2009.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 01-02-1996 t/m 30-04-2009

Besluit van 14 december 1995, houdende voorlopige regeling van de instelling van de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba (Voorlopige regeling Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Defensie en Onze Minister van Justitie van 21 maart 1995, nr. C93/90095005497;

Gelet op artikel 38, eerste en tweede lid, van het Statuut voor het Koninkrijk;

De Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 2 juni 1995, nr. W07.95.0142/K);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Defensie en Onze Minister van Justitie van 13 december 1995; nr. C93/90095023274;

De bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 Er is een Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba, hierna te noemen de Kustwacht.

  • 2 De Kustwacht is belast met toezichthoudende en opsporingstaken alsmede met dienstverlenende taken.

  • 3 De toezichthoudende en opsporingstaken zijn:

    • a. algemene politietaken, waaronder drugsbestrijdingsoperaties;

    • b. grensbewaking;

    • c. douanetoezicht;

    • d. toezicht op het milieu en de visserij;

    • e. toezicht op de scheepvaart, waaronder het verkeer en de uitrusting van schepen.

  • 4 De dienstverlenende taken zijn:

    • a. afwikkeling van nood-, spoed- en veiligheidsverkeer;

    • b. hulpverlening en rampenbestrijding.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

De Kustwacht oefent de in artikel 1 genoemde taken uit in de volgende wateren en het luchtruim daarboven:

  • a. de binnenwateren van de Nederlandse Antillen en van Aruba;

  • b. de territoriale zeeën van de Nederlandse Antillen en van Aruba;

  • c. het overige zeegebied in de Caraïbische Zee, voorzover het volkenrecht en het interregionale recht dit toelaten.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 De Raad van Ministers van het Koninkrijk stelt het beleid voor de Kustwacht met betrekking tot de uitoefening van de in artikel 1 genoemde taken vast, onverminderd het gestelde in artikel 5.

  • 2 De Raad van Ministers van het Koninkrijk stelt daartoe vast het beleidsplan van de Kustwacht, het operationeel jaarplan, de begroting, het jaarverslag en de jaarlijkse financiële verantwoording.

  • 3 Onze Minister van Defensie draagt zorg voor het indienen bij de Raad van Ministers van het Koninkrijk van de in het tweede lid genoemde documenten. Onze Minister van Defensie gaat niet tot indiening van de genoemde documenten over dan nadat de bij de taakuitoefening van de Kustwacht betrokken ministers van Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba in de gelegenheid zijn gesteld hun zienswijze hierover aan hem kenbaar te maken.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 Er is een Kustwachtcommissie die tot taak heeft de voorbereiding van de in artikel 3, tweede lid genoemde documenten ten behoeve van de indiening door Onze Minister van Defensie bij de Raad van Ministers van het Koninkrijk.

  • 2 De Kustwachtcommissie is samengesteld uit ambtelijke vertegenwoordigers van de bij de taakuitoefening van de Kustwacht betrokken Ministers van Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba.

  • 3 Er is een presidium van de Kustwachtcommissie. Ieder land wijst daarvoor een lid aan. Het presidium regelt het voorzitterschap van de vergadering van de Kustwachtcommissie.

  • 4 Er is een secretariaat van de Kustwachtcommissie bestaande uit een algemeen secretaris en twee secretarissen. Onze Minister van Defensie benoemt de algemeen secretaris en de Ministers van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba benoemen ieder een secretaris.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 Onze Ministers van Justitie van Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba voeren regelmatig overleg over het justitieel beleid ten behoeve van de uitoefening van de taken van de Kustwacht en stellen dit beleid gezamenlijk vast.

  • 2 Voorstellen voor het justitieel beleid kunnen worden gedaan door het overleg van de Procureurs-Generaal van de Nederlandse Antillen en Aruba en de voorzitter van de vergadering van de Procureurs-Generaal in Nederland.

  • 3 Bij gebrek aan overeenstemming tussen Onze Ministers van Justitie beslist de Raad van Ministers van het Koninkrijk.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 Onze Ministers van Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba dragen er zorg voor dat de Commandant en personeel van de Kustwacht toezichthoudende en opsporingsbevoegdheid worden verleend die nodig zijn voor de goede uitoefening van de taken van de Kustwacht.

  • 2 De Commandant van de Kustwacht is gehouden de aanwijzingen met betrekking tot het uitvoeren van toezichthoudende, dienstverlenende en opsporingstaken van het bevoegd gezag op te volgen.

  • 3 Indien door de Nederlandse Antillen en Aruba in het kader van de taakuitoefening van de Kustwacht aanwijzingen kunnen worden gegeven aan de Commandant van de Kustwacht, geschiedt dit door de Gouverneur van het betrokken land, onverminderd zijn bevoegdheden en verantwoordelijkheden als Koninkrijksorgaan, met dien verstande dat met betrekking tot de uitvoering van opsporingstaken van de Kustwacht de aanwijzingen worden gegeven door de Procureur-Generaal van het betrokken land.

  • 4 Onze Ministers van Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba, alsmede de onder hen ressorterende diensten, verschaffen aan de Commandant en aan het personeel van de Kustwacht, de inlichtingen die nodig zijn voor een goede uitoefening van de taken van de Kustwacht.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 Onze Minister van Defensie is binnen de overeengekomen budgettaire randvoorwaarden verantwoordelijk voor het beheer van de inrichting van de Kustwacht alsmede de wijze waarop de taken door de Kustwacht worden uitgevoerd, zoals vastgelegd in het beleidsplan en het operationeel jaarplan.

  • 2 De Commandant van de Kustwacht is belast met de algehele leiding van de Kustwacht. Deze functie wordt vervuld door de Commandant der Zeemacht in het Caraïbisch gebied.

  • 3 Voor de uitoefening van de taken van de Kustwacht stelt Nederland de nu in het Caraïbisch gebied aanwezige defensiemiddelen en defensiepersoneel ter beschikking van de Kustwacht voor zover deze voor de taakuitoefening van de Kustwacht geschikt zijn en deze niet voor defensietaken behoeven te worden ingezet. De Nederlandse Antillen en Aruba dragen de nu aanwezige middelen en personeel van de maritieme politie en douane over aan de Kustwacht, voor zover deze nu belast zijn met maritieme opsporings- en toezichtstaken.

  • 4 De kosten van de Kustwacht worden door Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba gezamenlijk gedragen.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 Op het door Onze Minister van Defensie aan de Kustwacht ter beschikking gestelde personeel zijn de rechtspositieregelingen van het ministerie van Defensie van toepassing.

  • 2 Op het overige personeel zijn de rechtspositieregelingen van toepassing van de respectieve landen waarvan het personeel afkomstig is, in afwachting van de totstandkoming van een regeling voor de rechtspositie van dat personeel dat bij de Kustwacht werkzaam is.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 Het personeel werkzaam bij de Kustwacht is in de rechtmatige uitoefening van zijn taken bevoegd tot gebruik van geweld, wanneer het daarmee beoogde doel dit, mede gelet op de aan het gebruik van geweld verbonden gevaren, rechtvaardigt en dat doel niet op een andere wijze kan worden bereikt.

  • 2 Aan de uitoefening van geweld gaat zo mogelijk een waarschuwing vooraf.

  • 3 De uitoefening van de bevoegdheid tot gebruik van geweld dient in verhouding tot het beoogde doel redelijk en gematigd te zijn.

  • 4 De regering van het Koninkrijk draagt ervoor zorg dat op korte termijn bij algemene maatregel van rijksbestuur nadere regels worden vastgesteld omtrent het gebruik van geweld bedoeld in het eerste lid.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na die, waarin het tijdstip van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst is gelegen.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Dit besluit wordt aangehaald als: Voorlopige regeling Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad, in het Publikatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 14 december 1995

Beatrix

De Minister van Defensie,

J. J. C. Voorhoeve

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Uitgegeven de eenentwintigste december 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven