Besluit technische voorzieningen natura-uitvaartverzekeringsbedrijf

[Regeling vervallen per 01-01-2007.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2002 t/m 31-12-2006

Besluit van 14 november 1995, houdende uitvoering van de artikelen 38, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, en 45, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 18 juli 1995, no. BGW95-1663M, Generale Thesaurie, Directie Binnenlands Geldwezen, Afdeling Verzekeringswezen;

Gelet op de artikelen 38, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, 45, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, en 92, eerste lid, van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf;

Gezien de adviezen van de Verzekeringskamer en van het Verbond van Verzekeraars;

De Raad van State gehoord (advies van 26 september 1995, no. W06.95.0404);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 8 november 1995, no. BGW 2233U;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk I. De berekening van de technische voorzieningen

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De voorziening voor levensverzekering, bedoeld in artikel 435, eerste lid, onderdeel b, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, wordt, met inachtneming van artikel 427, derde lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, voor natura-uitvaartverzekeraars berekend op basis van een voldoende voorzichtige prospectieve actuariële methode, rekening houdend met de in de toekomst te ontvangen premies, met alle toekomstige verplichtingen volgens de voor iedere lopende overeenkomst van natura-uitvaartverzekering gestelde voorwaarden en met het risico van een stijging van de gemiddelde leeftijd van de verzekerden in de portefeuille, met inbegrip van:

    • a. alle gegarandeerde prestaties, met inbegrip van indexering, en gegarandeerde afkoopwaarden;

    • b. alle keuzemogelijkheden waarover de verzekeringnemer of verzekerde volgens de voorwaarden van de overeenkomst beschikt;

    • c. de bedrijfskosten, met inbegrip van provisies.

  • 2 Deze voorziening wordt voor elke overeenkomst afzonderlijk berekend. Het gebruik van statistische of wiskundige methoden is toegestaan indien de aard van de overeenkomst dat toelaat en indien deze methoden naar verwachting dezelfde resultaten opleveren als de afzonderlijke berekeningen.

  • 3 In afwijking van het eerste lid kan een retrospectieve methode worden toegepast indien de op grond van die methode berekende technische voorzieningen niet lager zijn dan de voorzieningen bij toepassing van een prospectieve methode of indien het gebruik van een prospectieve methode vanwege de aard van het betrokken type overeenkomst niet mogelijk is.

  • 4 De Pensioen- & Verzekeringskamer kan ten behoeve van de berekeningen, bedoeld in het eerste tot en met het derde lid, de maximum rentepercentages en de daarbij in acht te nemen voorzichtigheidsmarges vaststellen.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Onverminderd het bepaalde in artikel 1 kan de Pensioen- & Verzekeringskamer nadere regels stellen omtrent de mate waarin technische voorzieningen moeten worden gevormd met betrekking tot verplichtingen en kosten en over de indeling van de technische voorzieningen. Zij kan daarbij voorschrijven naar welke grondslagen deze voorzieningen moeten worden berekend.

Hoofdstuk II. De belegging van de technische voorzieningen

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 1 De verzekeraar draagt er zorg voor dat de aard en de waardering van de waarden die dienen tot dekking van de technische voorzieningen in overeenstemming zijn met de aard onderscheidenlijk de waardering van de aangegane verplichtingen. Deze waarden worden adequaat gediversificeerd en gespreid. Waarden met een hoog risico worden tot een voorzichtig niveau beperkt en voorzichtig gewaardeerd.

  • 2 De Pensioen- & Verzekeringskamer kan de categorieën van activa vaststellen waarin de waarden die dienen tot dekking van de technische voorzieningen mogen worden aangehouden, alsmede de voorwaarden en maxima ten aanzien van bepaalde waarden.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Een vordering op een herverzekeraar uit hoofde van een door de verzekeraar als verzekeringnemer gesloten herverzekeringsovereenkomst komt als waarde ter dekking van de technische voorzieningen in aanmerking:

  • a. voor zover geen tegenvordering openstaat; en

  • b. voor zover het naar het oordeel van de Pensioen- & Verzekeringskamer aannemelijk is dat de vordering in Nederland zal worden voldaan of dat de verzekeraar buiten Nederland zijn uitkeringen aan verzekerden zal moeten voldoen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 2 Een vrijstelling of ontheffing als bedoeld in het eerste lid wordt niet verleend van het voorschrift dat de waarden die dienen tot dekking van de technische voorzieningen in Nederland aanwezig moeten zijn.

Hoofdstuk III. Overige bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 5a

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

  • 2 De Pensioen- & Verzekeringskamer kan het bedrag van de boete lager stellen dan in de bijlage is bepaald, indien het bedrag van de boete in een bepaald geval op grond van bijzondere omstandigheden onevenredig hoog is.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf in werking treedt.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit technische voorzieningen natura-uitvaartverzekeringsbedrijf.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 14 november 1995

Beatrix

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Uitgegeven de achtentwintigste november 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Bijlage bedoeld in artikel 5a, eerste lid

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Artikel 1.

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

Het bedrag van de boete voor overtreding van de voorschriften, gesteld bij de artikelen 1, tweede lid, eerste volzin, en 3, eerste lid, van dit besluit, begaan na het tijdstip van inwerkingtreding van hoofdstuk 10 B van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf, bedraagt € 21 781.

Artikel 2.

[Regeling vervallen per 01-01-2007]

1. Indien een boete wordt opgelegd, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete de volgende categorie-indeling naar balanstotaal van toepassing, met de daarbij behorende factor:

Categorie-indeling normgeadresseerden

Categorie I: natura-uitvaartverzekeraars met een balanstotaal van minder dan € 4 538 000; factor 1;

Categorie II: natura-uitvaartverzekeraars met een balanstotaal van ten minste € 4 538 000 maar minder dan € 22 689 000; factor 2;

Categorie III: natura-uitvaartverzekeraars met een balanstotaal van ten minste € 22 689 000 maar minder dan € 113 445 000; factor 3;

Categorie IV: natura-uitvaartverzekeraars met een balanstotaal van ten minste € 113 445 000 maar minder dan € 453 780 000; factor 4;

Categorie V: natura-uitvaartverzekeraars met een balanstotaal van ten minste € 453 780 000; factor 6.

2. De boete wordt vastgesteld door het bedrag, genoemd in artikel 1, te vermenigvuldigen met de factor, behorende bij de categorie naar balanstotaal.

3. Indien de gegevens omtrent het balanstotaal niet aan de Pensioen- & Verzekeringskamer beschikbaar zijn gesteld, kan zij aan degene aan wie de boete wordt opgelegd verzoeken deze gegevens binnen een door haar te stellen termijn te verstrekken. Indien de betrokkene niet binnen de gestelde termijn voldoet aan dit verzoek, is bij de vaststelling van de hoogte van de boete categorie V van toepassing.

Naar boven