Klachtenregeling rassendiscriminatie Binnenlandse Zaken

[Regeling vervallen per 01-07-2013.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 15-10-1995 t/m 30-06-2013

Klachtenregeling rassendiscriminatie BiZa

De Minister van Binnenlandse Zaken,

Overwegende dat het wenselijk is de klachtenregeling als bedoeld in onderdeel 21 van de Code ter voorkoming en bestrijding van rassendiscriminatie binnen het Ministerie van Binnenlandse Zaken nader te regelen;

Gelet op onderdeel 21 van de Code ter voorkoming en bestrijding van rassendiscriminatie binnen het Ministerie van Binnenlandse Zaken;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-07-2013]

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de minister:

de Minister van Binnenlandse Zaken;

b. het ministerie:

het Ministerie van Binnenlandse Zaken;

c. Klager:

de persoon die zich wendt tot de vertrouwenspersoon, dan wel een klacht over rassendiscriminatie indient bij de klachtencommissie;

d. beklaagde:

de persoon tegen wie de klacht is gericht;

e. rassendiscriminatie:

uitlatingen die beledigend zijn over ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming; dergelijk gedrag heeft het doel de werkprestaties van een persoon aan te tasten en/of een intimiderende, vijandige of onaangename werkomgeving te creëren, dan wel heeft tot gevolg dat de werkprestaties van een persoon worden aangetast en/of een intimiderende, vijandige of onaangename werkomgeving wordt gecreëerd.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-07-2013]

Deze regeling is van toepassing op een ieder die werkzaam is bij het ministerie.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-07-2013]

Een ieder die met rassendiscriminatie wordt geconfronteerd, kan zich wenden tot de vertrouwenspersoon, dan wel een klacht indienen bij de klachtencommissie. De klacht wordt uiterlijk binnen één jaar na de confrontatie ingediend.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-07-2013]

  • 1 De minister benoemt tenminste één vertrouwenspersoon.

  • 2 De vertrouwenspersoon is met inachtneming van de nodige vertrouwelijkheid bevoegd de beklaagde of andere betrokkenen binnen de dienst te horen en informatie in te winnen, voorzover dit voor de uitvoering van de taken noodzakelijk is.

  • 3 De vertrouwenspersoon legt verantwoording af over de verrichte werkzaamheden aan een door de minister aangewezen persoon.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-07-2013]

De vertrouwenspersoon heeft in ieder geval de volgende taken:

  • a. het fungeren als aanspreekpunt voor personen die met rassendiscriminatie worden geconfronteerd;

  • b. het opvangen en het verlenen van de nazorg aan die personen;

  • c. het adviseren van klagers over eventueel verder te ondernemen stappen;

  • d. het op verzoek van de klager ondernemen van stappen gericht op het zoeken naar een oplossing;

  • e. het op verzoek begeleiden van personen die overwegen een klacht in te dienen bij de klachtencommissie;

  • f. het verzorgen van een jaarverslag.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-07-2013]

  • 1 De minister stelt een klachtencommissie rassendiscriminatie in, bestaande uit drie leden, waaronder de voorzitter.

  • 2 Voor elk lid kan een plaatsvervangend lid worden benoemd.

  • 3 Een lid van de klachtencommissie wordt vervangen, indien deze direct of indirect betrokken is of is geweest bij het discriminerend gedrag waarover de klacht is ingediend.

  • 4 De minister draagt zorg voor de aanwezigheid van voldoende deskundigheid in de klachtencommissie met betrekking tot de problematiek van rassendiscriminatie.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-07-2013]

  • 1 De klachtencommissie is belast met het onderzoek van een bij haar ingediende klacht en het daaromtrent uitbrengen van advies aan de minister.

  • 2 De minister kan nadere regels stellen omtrent de bevoegdheden en de werkwijze van de commissie.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-07-2013]

  • 1 Een klacht wordt schriftelijk door de klager ingediend bij de klachtencommissie en bevat:

    • a. de omschrijving van de confrontatie met rassendiscriminatie;

    • b. de naam van de beklaagde of de namen van de beklaagden;

    • c. de beschrijving van de door de klager ondernomen stappen.

  • 2 De schriftelijke stukken die betrekking hebben op de ondernomen stappen worden aan de klachtencommissie overgelegd.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-07-2013]

  • 1 De klachtencommissie beslist binnen twee weken nadat een klacht is ingediend of de klacht ontvankelijk is en doet daaromtrent mededeling aan de klager.

  • 2 Indien de klacht ontvankelijk wordt verklaard en in behandeling wordt genomen, zendt de klachtencommissie een afschrift van de klacht alsmede van de aan haar overgelegde schriftelijke stukken aan de beklaagde.

  • 3 Indien de klacht in behandeling wordt genomen, worden de klager en de beklaagde door de klachtencommissie gehoord. Van het horen wordt een verslag gemaakt.

  • 4 De klager en de beklaagde kunnen zich tijdens het horen door een raadsman of -vrouw laten bij staan.

  • 5 De vergaderingen van de klachtencommissie zijn niet openbaar.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-07-2013]

  • 1 De klachtencommissie brengt binnen vier weken na ontvangst van een ontvankelijk verklaarde klacht een schriftelijke rapportage uit aan de minister. Daarbij kan zij de minister een advies geven omtrent een eventueel te treffen maatregel of sanctie. Alvorens de klachtencommissie hiertoe overgaat, stelt zij de klager en beklaagde in de gelegenheid hun zienswijze omtrent het uit te brengen rapport en advies mondeling dan wel schriftelijk aan de klachtencommissie kenbaar te maken. Een afschrift van de rapportage alsmede van het advies omtrent de eventueel te treffen maatregel of sanctie wordt gezonden aan de klager, de beklaagde en de vertrouwenspersoon.

  • 2 Indien het rapport en het advies niet binnen de termijn als bedoeld in het eerste lid aan de minister kunnen worden uitgebracht, stelt de klachtencommissie de klager en de beklaagde daarvan in kennis. Zij noemt daarbij een redelijke termijn waarbinnen het rapport en advies wel te verwachten zijn.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-07-2013]

  • 1 Binnen vier weken na ontvangst van het rapport en het advies van de klachtencommissie neemt de minister een beslissing. De beslissing wordt terstond aan de klager en de beklaagde medegedeeld. Een afschrift van de beslissing wordt aan de klachtencommissie gezonden.

  • 2 Indien de minister in afwijking van het advies van de klachtencommissie beslist, geeft hij bij de beslissing aan waarom van het advies is afgeweken.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-07-2013]

De klachtencommissie brengt jaarlijks aan de minister verslag uit over het aantal behandelde klachten, de aard daarvan en de ter zake gegeven adviezen.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-07-2013]

  • 1 Klagers, vertrouwenspersonen en leden van de klachtencommissie mogen niet wegens het indienen van hun k1acht of uit hoofde van hun functie als vertrouwenspersoon of als lid van de klachtencommissie benadeeld worden in de positie in de dienst.

  • 2 Voor beëindiging van het dienstverband van de vertrouwenspersoon of van een lid van de klachtencommissie is de goedkeuring van de in artikel 4, derde lid, genoemde functionaris vereist.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-07-2013]

De minister biedt de vertrouwenspersonen en de leden van de klachtencommissie de faciliteiten die nodig zijn voor de uitvoering van de opgedragen taken.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-07-2013]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-07-2013]

Dit besluit wordt aangehaald als: Klachtenregeling rassendiscriminatie Binnenlandse Zaken.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 28 september 1995

De

Minister

van Binnenlandse Zaken,

H.F. Dijkstal

Naar boven