Besluit van 6 juni 1995, houdende regelen omtrent eenmalige uitkeringen als bedoeld
in artikel XVIII van de Wet van 4 februari 1994 (Stb. 81)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 15 februari 1995, Stafafdeling
Wetgeving Publiekrecht, nr. 481965/95/6;
Gelet op artikel XVIII van de Wet van 4 februari 1994 (Stb. 81) tot wijziging van de Wet op de bezoldiging van de rechterlijke ambtenaren en
enkele andere wetten (wijziging bezoldigingsstructuur);
De Raad van State gehoord (advies van 25 april 1995, nr. W03.95.0086);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 30 mei 1995, Stafafdeling
Wetgeving Publiekrecht, nr. 497402/95/6;
Hebben goedgevonden en verstaan: