Wijzigingswet Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, enz. inzake [...] en natuurlijke omgeving in het wetenschappelijk onderwijs

Geraadpleegd op 29-04-2024.
Geldend van 01-09-1996 t/m 02-08-2005

Wet van 18 mei 1995, houdende wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet op de studiefinanciering inzake verlenging cursusduur technische opleidingen en opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving in het wetenschappelijk onderwijs

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de cursusduur van een aantal opleidingen in het wetenschappelijk onderwijs op het gebied van de techniek en op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving te verlengen;

dat in verband daarmee wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek alsmede van de Wet op de studiefinanciering noodzakelijk is;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel III

Indien het bij koninklijke boodschap van 22 december 1993 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enkele andere wetten, houdende verbeteringen en aanvullingen van overwegend technische aard (Kamerstukken II 1993/94, 23 558) tot wet wordt verheven en in werking is getreden op het moment dat deze wet in werking treedt, behoeven uit deze wet voortvloeiende wijzigingen van de onderwijs- en examenregeling ten aanzien van een opleiding genoemd in artikel 7.4, zesde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, in afwijking van artikel 6.14, tweede lid, tweede volzin, van die wet niet aan de commissie, genoemd in artikel 6.3 van die wet ter beoordeling te worden voorgelegd.

Artikel IV

  • 2 Indien de in het eerste lid bedoelde studerende een door de onderwijsinstelling gewaarmerkte copie van het getuigschrift van het met goed gevolg afgelegd hebben van het afsluitend examen van de opleiding, waarop de in het eerste lid bedoelde verlenging betrekking heeft, aan de Informatie Beheer Groep overlegt, wordt zijn studiefinanciering over de in het eerste lid bedoelde leenperiode opnieuw vastgesteld alsof het eerste lid niet van toepassing was geweest.

Artikel V

Artikel VI

  • 1 Deze wet treedt met uitzondering van artikel IV in werking met ingang van 1 september 1995.

  • 2 Artikel IV treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministers, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage , 18 mei 1995

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

A. Nuis

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

J. J. van Aartsen

Uitgegeven de twintigste juni 1995

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven