Vrijstellingsregeling Westerschelde

[Regeling vervallen per 21-12-2006.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2000 t/m 20-12-2006

Vrijstellingsregeling Westerschelde

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op artikel 3, eerste lid, onder a, en artikel 6d van het Reglement zee- en kustvisserij 1977;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 21-12-2006]

In deze regeling wordt verstaan onder:

motorvermogen:

vermogen als bedoeld in artikel 5 van verordening (EEG) nr. 2930/86 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 september 1986 houdende definities van de kenmerken van vissersvaartuigen (PbEG L 274);

riviervisserij:

visserij die op de Westerschelde ten oosten van de lijn van de lichtopstand de Nolle nabij Vlissingen naar de lichtopstand Nieuwe Sluis in Zeeuws Vlaanderen wordt uitgeoefend;

vaartuig:

vaartuig met een lengte over alles van minder dan 20 meter en met een motorvermogen van ten hoogste 221 kW waarmee uitsluitend de riviervisserij wordt uitgeoefend;

ondernemer:

degene te wiens naam het vaartuig in de Officiële lijst der Belgische Vissersvaartuigen, bedoeld in het ministeriële besluit van 21 februari 1934, is geregistreerd;

functionaris:

functionaris als bedoeld in artikel 1 van de Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 21-12-2006]

  • 2 De in het eerste lid bedoelde vrijstelling wordt slechts verleend voor vaartuigen:

    • a. met ten hoogste twee boomkorren waarvan de individuele lengte niet meer bedraagt dan 4.5 meter, gemeten tussen de uiteinden van de constructie, zonder dat er voorzieningen zijn getroffen waardoor de boomkor kan worden uitgeschoven of verlengd en

    • b. waarvan de ondernemer beschikt over een akte van consent afgegeven door het Waterschoutsambt te Antwerpen voor de visserij op de Westerschelde als bedoeld in het Reglement van 20 mei 1843 ter uitvoering van artikel 9 van het Verdrag van 19 april 1839 betreffende de uitoefening van het recht der visscherij en van den vischhandel.

  • 3 In afwijking van onderdeel a van het tweede lid wordt voor de gerichte riviervisserij op garnalen de vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, verleend voor vaartuigen met ten hoogste twee boomkorren waarvan de individuele lengte niet meer bedraagt dan 12 meter, gemeten tussen de uiteinden van de constructie, zonder dat er voorzieningen zijn getroffen waardoor de boomkor kan worden uitgeschoven of verlengd.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 21-12-2006]

  • 1 Aan de in artikel 2 bedoelde vrijstelling worden de volgende voorschriften verbonden:

    • a. Verordening (EG) nr. 850/98 van de Raad van de Europese Unie van 30 maart 1998 voor de instandhouding van visbestanden via technische maatregelen voor de bescherming van jonge exemplaren van mariene organismen (PbEG L125) wordt met uitzondering van artikel 29 bij de uitoefening van de visserij in acht genomen;

    • b. aanlandingen in Nederlandse havens vinden slechts overeenkomstig de Regeling stelselmatige controle bij aanlanding 1988 plaats;

    • c. bij aanlanding in een Nederlandse haven is de ondernemer verplicht onverwijld maar uiterlijk binnen een half uur na aanlanding per vissoort opgave van de vangsthoeveelheden te doen.

  • 2 De opgave, bedoeld in onderdeel c van het eerste lid, vindt plaats door middel van het indienen van het logboek-, tevens vangstopgaveformulier, bedoeld in bijlage I van verordening (EEG) nr. 2807/83 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 22 september 1983 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de registratie van gegevens over de visvangst van de Lid-Staten (PbEG L 276), waarop per vissoort de vangsthoeveelheden in het gedeelte van het formulier dat betrekking heeft op de aangifte van aanvoer, zijn ingevuld.

  • 3 Het indienen van het logboek-, tevens vangstopgaveformulier vindt plaats door overhandiging aan een functionaris of aan een ambtenaar van de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij of deponering van het formulier in een opgavebus als bedoeld in de Beschikking plaatsing opgavebussen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 21-12-2006]

Vaartuigen ten aanzien waarvan vrijstelling is verleend, worden vermeld op een als bijlage bij deze regeling opgenomen lijst die op voordracht van het Bestuur van de Maritieme Zaken en van de Scheepvaart van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur wordt vastgesteld.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 21-12-2006]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 21-12-2006]

Deze regeling kan worden aangehaald als: Vrijstellingsregeling Westerschelde.

's-Gravenhage, 27 december 1994

De

Minister

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Namens deze,
De

secretaris-generaal

,

T.H.J. Joustra

Bijlage bij artikel 4

[Regeling vervallen per 21-12-2006]

Inschrijvingsletter en nummer vaartuig

Roepnaam vaartuig

A 17

Snip

A 32

Sofie

A 149

Jim

Bou 4

Astrid

Bou 6

Anja

Bou 7

De Enige Zoon

Bou 11

Exodus

Bou 24

Beatrix

Bou 26

Sabrina

Bou 136

Hurricane

R 21

Twee Gebroeders

Naar boven