Regeling modelprognose basisonderwijs 1994

[Regeling vervallen per 31-12-2004.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 15-04-1994 t/m 30-12-2004

Regeling modelprognose basisonderwijs 1994

De minister van onderwijs en wetenschappen,

Gelet op de artikelen 3, derde lid, en 5, derde lid, van het Huisvestingsbesluit WBO en artikel 54, vierde lid, en artikel 55, tweede lid, van de Wet op het basisonderwijs,

Besluit:

Artikel 1. Verplichting indiening prognose op basis van een vastgesteld model

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Het model voor het opstellen van de prognose als bedoeld in de artikelen, genoemd in de aanhef, is de standaardprognose Huisvesting Basisonderwijs, kenmerk BOHP90/PROBOII, versie 2.1 (april 1994) of hoger.

  • 2 De prognose opgesteld volgens het model wordt overgelegd bij:

    • a. verzoeken met betrekking tot voor blijvend onderscheidenlijk voor tijdelijk gebruik bestemde voorzieningen in de huisvesting op grond van het bepaalde in de artikelen 3 en 5 van het Huisvestingsbesluit WBO;

    • b. voorstellen onderscheidenlijk verzoeken als bedoeld in de artikelen 54, eerste lid, 55, eerste lid, en 58, tweede lid, van de WBO.

Artikel 2. Kenmerken modelprognose

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De modelprognose bevat in ieder geval een beschrijving van de volgende elementen:

  • a. de prognoseperiode: het tijdvak waarop de prognose betrekking heeft;

  • b. het voedingsgebied: een beschrijving van het gebied waaruit de school zijn leerlingen betrekt;

  • c. de dataverzameling: de gegevens waaruit de basisgeneratie kan worden bepaald;

  • d. de analyseperiode: de periode waarover teruggekeken dient te worden om voor een prognose een analyse uit het verleden te maken;

  • e. de prognoseberekening: de wijze waarop de vooruitberekening geschiedt; en indien het betreft een voorstel of verzoek als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onder b.:

  • f. de plaats in de gemeente waar het onderwijs moet worden gegeven, dat wil zeggen een zo nauwkeurig mogelijke aanduiding van de wijk of het deel van de gemeente waar de beoogde school wordt gesticht.

Artikel 3. Te leveren gegevens en wijze van indiening prognose

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Indien het betreft een verzoek als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onder a, omvat de prognose in elk geval het bestand genaamd ‘Formulier’, alsmede de bestanden, nodig voor:

    • a. een korte termijn-prognose van de leerlingenaantallen (in het geval het betreft een voor tijdelijk gebruik bestemde voorziening), of

    • b. een lange termijn-prognose van de leerlingenaantallen van een school of een gebied (in het geval het betreft een voor blijvend gebruik bestemde voorziening), een en ander inclusief de daarvoor gebruikte gegevens en gemaakte aannames en berekeningen.

    Indien het een voorstel of een verzoek betreft als bedoeld in artikel 1, tweede lid onder b, omvat de prognose in elk geval het bestand genaamd ‘Formulier’, alsmede de bestanden, nodig voor een lange termijn-prognose van de leerlingenaantallen in het voedingsgebied van de te stichten school, alsmede van de leerlingenaantallen in het voedingsgebied van de bestaande openbare scholen onderscheidenlijk van de bestaande scholen van de verlangde richting gelegen binnen een redelijke afstand gerekend vanaf de rand van het voedingsgebied van de te stichten school, een en ander inclusief de daarvoor gebruikte gegevens en gemaakte aannames en berekeningen.

  • 2 De prognose behorende bij een verzoek, als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onder a, bevat in elk geval de volgende gegevens:

    • a. geografische ligging en begrenzing van het voedingsgebied, dan wel, indien dit niet mogelijk is, van het berekeningsgebied;

    • b. naam en eventuele codes van het gebied;

    • c. gegevens van de school/scholen ten behoeve waarvan het verzoek wordt gedaan, te weten: naam, adres, postcode, plaats, CISO/BRIN-nummer, denominatie, besturenorganisatie waarbij men is aangesloten;

    • d. gegevens van de overige scholen binnen een straal van 2000 m.: naam, adres, postcode, plaats, CISO/BRIN-nummer, afstand in meters tot de hierboven sub c genoemde school/scholen, naam van het desbetreffende voedingsgebied;

    • e. de telgegevens zowel totaal als het aantal 4- en 5-jarigen van elk van de scholen binnen een straal van 2000 m. op 1 oktober in de 4 aan het verzoek voorafgaande jaren alsmede het totaal aantal leerlingen per richting op evengenoemde teldata in het gehele voedingsgebied;

    • f. voor het direct aan het verzoek voorafgaande schooljaar een uitsplitsing naar gewichten van het leerlingenaantal van de school/scholen waarop het verzoek betrekking heeft;

    • g. 0- tot en met 14-jarigen gespecificeerd als 1-jaarscohorten, of, indien deze niet aanwezig zijn, als 5-jaarscohorten;

    • h. de vrouwen van 0 tot en met 49 jaar in 5-jaarscohorten;

    • i. de levendgeborenen en/of 0-jarigen naar leeftijd van de moeder per 5-jaarscohort;

    • j. totaal aantal inwoners en woningen van het voedings- danwel berekenings-gebied;

    • k. een beschrijving van de aard en de samenstelling van de woningvoorraad in het voedings- danwel berekeningsgebied,

    • l. omvang en fasering van eventuele woningbouwplannen;

    • m. de gehanteerde gekwantificeerde vooronderstellingen en de uitkomsten van de berekeningen.

  • 3 De prognose behorend bij een voorstel of een verzoek, als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onder b, bevat in elk geval gegevens omtrent:

    • a. het voedingsgebied;

    • b. de plaats in de gemeente waar het onderwijs moet worden gegeven;

    • c. de bevolking in het voedingsgebied van 0 tot en met 14 jaar, verdeeld in leeftijdsgroepen van 1 jaar;

    • d. de te verwachten instroom naar en uitstroom uit die bevolking;

    • e. het te verwachten aantal levendgeborenen;

    • f. indien het betreft een richting waarvoor nog geen basisonderwijs binnen de gemeente wordt gegeven: het belangstellingspercentage voor het basisonderwijs van die richting in een vergelijkbare gemeente;

    • g. indien het betreft een school van een richting waarvoor reeds een school binnen de gemeente aanwezig is: het belangstellingspercentage voor de school of scholen van die richting binnen de gemeente;

    • h. indien het betreft openbaar onderwijs waarvoor nog geen basisonderwijs binnen de gemeente wordt gegeven: het belangstellingspercentage voor het openbaar onderwijs in een vergelijkbare gemeente of

    • i. indien het betreft openbaar onderwijs waarvoor reeds een school binnen de gemeente aanwezig is: het belangstellingspercentage voor de openbare school of scholen binnen de gemeente.

    De prognose geeft inzicht in het te verwachten aantal leerlingen voor elk jaar van het tijdvak waarop de prognose betrekking heeft.

  • 4 De gegevens, die in de in het eerste lid genoemde bestanden moeten worden ingevoerd, hebben in elk geval betrekking op het kalenderjaar voorafgaand aan de indiening van de prognose.

  • 5 De gegevens, die in de in het eerste lid genoemde bestanden moeten worden ingevoerd, hebben betrekking op de gehele analyseperiode van het voedings- danwel het berekeningsgebied.

  • 6 Ten aanzien van de prognose wordt een beschrijving gegeven van de daaraan ten grondslag liggende vooronderstellingen en een verantwoording van de keuze daarvan.

  • 7 De prognose en de beschrijving, genoemd in het vorige lid, dienen te worden overgelegd op een diskette van 3'5 geformateerd op 720 Kb of 1,44 Mb. De diskette dient virusvrij te zijn.

  • 8 De diskette wordt in het geval van een prognose behorend bij een verzoek als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onder a, voorzien van een etiket waarop in elk geval voorkomen de naam van de gemeente, de naam van het betrokken gebied of de betrokken wijk, en de namen inclusief BRIN-nummers van de in de prognose betrokken scholen.

    In het geval van een prognose behorend bij een voorstel of een verzoek als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onder b, wordt de diskette ingediend voorzien van een etiket waarop in elk geval voorkomen de naam van de gemeente, de naam van het betrokken gebied of de betrokken wijk en de richting van de beoogde school.

  • 9 Bij de prognose wordt een kaart overgelegd waarop de begrenzing van het voedings- dan wel het berekeningsgebied wordt aangegeven.

  • 10 Indien de prognose tevens gegevens bevat naar aanleiding van de directe meting dient aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan:

    • a. de directe meting dient te zijn uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeksbureau op basis van een schriftelijke enquête;

    • b. de directe meting dient te zijn gebaseerd op een representatieve aselecte steekproef uit de onderzoekspopulatie die bestaat uit de ouders of verzorgers van kinderen van 0 tot en met 11 jaar, woonachtig in het voedingsgebied van de gewenste school;

    • c. de anonimiteit van de ondervraagden dient gegarandeerd te zijn; en

    • d. het onderzoek dient gericht te zijn op de voorkeuren van de ondervraagden voor alle richtingen.

Artikel 4. Overgangsbepaling

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

In afwijking van het bepaalde in artikel 1 kan worden volstaan met het overleggen van een prognose, gebaseerd op de versie BOHP90/PROBOII, vastgesteld bij de Regeling modelprognose basisonderwijs 1993, van 21 juni 1993, kenmerk CFI/I/AO- 93029416, Uitleg OenW-Regelingen nr. 18 van 30 juni 1993, indien de prognose vervaardigd is vóór 1 juni 1994, met dien verstande dat in artikel 3, eerste lid onder b, van die regeling voor ‘een hemelsbrede afstand van drie kilometer.’ wordt gelezen: ‘een redelijke afstand’.

Artikel 5. Bekendmaking regeling

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Deze regeling wordt geplaatst in Uitleg OenW-Regelingen. Onverminderd het bepaalde in artikel 4 vervalt de regeling van 21 juni 1993, kenmerk CFI/I/AO- 93029416, Uitleg OenW-Regelingen nr. 18 van 30 juni 1993, met dien verstande dat die regeling van toepassing blijft op geschillen met betrekking tot haar toepassing, alsmede op beschikkingen naar aanleiding van uitspraken van de rechter op die geschillen.

Artikel 6. Citeertitel en inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling modelprognose basisonderwijs 1994’ en treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van het officiële publikatieblad van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen waarin deze regeling wordt bekendgemaakt.

De

minister

van onderwijs en wetenschappen,

dr. ir. J.M.M. Ritzen

Bijlage 1

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS)

    Postbus 5

    2980 AA Ridderkerk

    tel. 01804-10566

  • Besturenraad Protestants Christelijk Onderwijs (BPCO)

    Postbus 907

    2270 AX Voorburg

    tel. 070-3481148

  • Vereniging van Besturenorganisaties van Katholieke Onderwijsinstellingen (VBKO)

    Postbus 82158

    2508 ED 's-Gravenhage

    tel. 070-3568600

  • Landelijk Verband van Gereformeerde Schoolverenigingen (LVGS)

    Postbus 151

    8090 AD Wezep

    tel. 05207-64045

  • Vereniging Bijzondere Scholen (VBS)

    Bezuidenhoutseweg 225

    2594 AL 's-Gravenhage

    tel. 070-3315252

  • Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)

    Postbus 30435

    2500 GK 's-Gravenhage

    tel. 070-3738888

Naar boven