Wijzigingswet Huurprijzenwet woonruimte, enz. (2)

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-07-1994 t/m heden

Wet van 14 februari 1994, houdende wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte, de Wet op de huurcommissies en het Burgerlijk Wetboek in verband met de uitbreiding van de huurprijs- en huurbescherming tot overeenkomsten van huur en verhuur van woonwagens en woonwagenstandplaatsen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gelet op het streven naar een gelijke behandeling van woonwagenbewoners en andere burgers wenselijk is de regels betreffende de huurprijs- en huurbescherming van toepassing te doen zijn op overeenkomsten van huur en verhuur van woonwagens en woonwagenstandplaatsen en in verband hiermede de Huurprijzenwet woonruimte, de Wet op de huurcommissies en het Burgerlijk Wetboek te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel V

Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet bij de rechter aanhangige zaken betreffende huur en verhuur van woonwagens of standplaatsen worden beslist met toepassing van het recht dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te Lech, 14 februari 1994

Beatrix

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

E. Heerma

De Staatssecretaris van Justitie,

A. Kosto

Uitgegeven de derde maart 1994

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven