Wijzigingswet Wet op de Ruimtelijke Ordening (1994)

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 19-01-1994 t/m heden

Wet van 22 december 1993 tot wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het interventie-instrumentarium in de Wet op de Ruimtelijke Ordening en in samenhang daarmee dat voor andere regelgeving te herzien;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel V

  • 1 Artikel 38 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, zoals dat luidde onmiddellijk vóór het tijdstip waarop de bij deze wet voorziene wijziging van dat artikel in werking is getreden, en in samenhang daarmee artikel 39 van die wet, zoals dat op dat tijdstip luidde, blijven van toepassing ten aanzien van besluiten als bedoeld in dat artikel 38, die vóór dat tijdstip zijn genomen.

  • 2 Artikel 65 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, zoals dat luidde onmiddellijk vóór het tijdstip waarop de bij deze wet voorziene wijziging van dat artikel in werking is getreden, blijft van toepassing ten aanzien van besluiten als bedoeld in dat artikel die vóór dat tijdstip zijn genomen.

Artikel VII

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 22 december 1993

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. G. M. Alders

Uitgegeven de achttiende januari 1994

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven