Interim uitvoeringsregeling EEG-slachtpremie rundvleesproducenten 1993

[Regeling vervallen per 24-01-2004.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 20-06-1993 t/m 23-01-2004

Interim uitvoeringsregeling EEG-slachtpremie rundvleesproducenten 1993

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op artikel 57, tweede lid, van Verordening (EEG) Nr. 3886/92 van de Commissie van 23 december 1992 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen inzake premieregelingen waarin is voorzien bij Verordening (EEG) Nr. 805/56 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees, zoals gewijzigd bij Verordening (EEG) Nr. 1433/93 (Pb EG L 140);

Voorts gelet op de artikelen 15, 19, 26, 27 en 28 van de Landbouwwet;

Gezien het advies van het Landbouwschap en het Produktschap Vee en Vlees;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Deze regeling neemt over de begrippen van de Uitvoeringsregeling EEG-premie rundvleesproducenten 1993 en verstaat voorts onder:

a. regeling:

de Uitvoeringsregeling EEG-premie rundvleesproducenten 1993;

b. mester:

de producent die mannelijke runderen gedurende tenminste de laatste twee maanden vóór de slacht op zijn bedrijf heeft gehouden.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Overeenkomstig de bepalingen van de basisverordening, de raadsverordening, verordening 3886/92, verordening 3887/92 en deze regeling wordt aan producenten een premie verleend voor mannelijke runderen, die zijn geslacht.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Een premie wordt aan een producent slechts verleend, indien aan de voorwaarden is voldaan, dat:

  • a. de producent de runderen tenminste 2 maanden vóór de slacht op zijn bedrijf heeft gehouden;

  • b. de runderen in de periode van 15 mei tot en met 30 juni 1993 zijn geslacht en

  • c. het geslacht gewicht tenminste 200 kg per rund bedraagt, zijnde het koud geslacht gewicht van een heel geslacht dier, als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van verordening 3886/92.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Om voor een premie in aanmerking te komen dient de producent, met gebruikmaking van een door hem volledig en naar waarheid ingevuld, ondertekend en gedagtekend, daartoe door de directeur vastgesteld aanvraagformulier, in de periode van 1 juni tot en met 2 juli 1993 een aanvraag in bij de DBH.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 De aanvraag dient tenminste te bevatten:

    • a. een verklaring dat de indiener van de aanvraag producent en mester is;

    • b. het registratienummer van het oormerk, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de regeling, van het betrokken geslachte rund;

    • c.

      • indien de producent de runderen op eigen naam en/of voor eigen rekening aanlevert, een originele nota van het betrokken, op Nederlands grondgebied gevestigde slachthuis, gesteld op naam van de producent, dat het rund waarvoor om toekenning van de premie wordt gevraagd is geslacht, uit welke nota het geslacht van het rund blijkt en een koud geslacht gewicht van tenminste 200 kg. onder vermelding van de datum van slachting van het rund;

      • indien de producent de runderen niet op eigen naam en niet voor eigen rekening aanlevert en dientengevolge geen originele nota, bedoeld onder het eerste gedachtenstreepje, kan overleggen, een slachthuisverklaring van het betrokken op Nederlands grondgebied gevestigde slachthuis, gesteld op naam van de producent, dat het rund waarvoor om toekenning van de premie wordt gevraagd is geslacht, uit welke verklaring het geslacht van het rund blijkt en een koud geslacht gewicht van tenminste 200 kg, onder vermelding van de datum van slachting van het rund, alsmede van de naam van degene die de runderen bij het slachthuis aanleverde.

  • 2 Als datum van indiening van de aanvraag geldt de dag waarop de DBH de aanvraag van de producent heeft ontvangen.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Op de documenten, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel c, dient het registratienummer, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de regeling, van elk geslacht rund te worden vermeld.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

De aanvraag wordt niet in behandeling genomen indien niet voldaan is aan het bepaalde in de artikelen 5, eerste lid, en 6.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Geen premie wordt verleend ter zake van een rund waarvoor in een andere Lid-Staat reeds een premie is verleend.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

  • 1 De producent is verplicht een zodanige bedrijfsboekhouding bij te houden, dat daaruit te allen tijde kan worden gekend gedurende welke periode hij de in de aanvraag vermelde runderen heeft gehouden, op welke datum de betrokken dieren zijn aan- en afgevoerd, alsmede de financiële gegevens welke op een en ander betrekking hebben.

  • 2 In geval van twijfel over de juistheid van de gegevens van de in artikel 5, eerste lid, bedoelde aanvraag, rust op de producent de plicht ten genoegen van de Directeur LNO te bewijzen dat hij de runderen als in de aanvraag vermeld inderdaad gedurende de laatste twee maanden vóór de slacht op zijn bedrijf heeft gehouden.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

De artikelen 2, derde lid, 5, 6, 7, 8, 9 en 12 en de paragrafen 5 en 6 en artikel 23 van de regeling zijn van overeenkomstige toepassing op een aanvraag, bedoeld in artikel 4.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 15 mei 1993.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 24-01-2004]

Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Interim uitvoeringsregeling EEG-slachtpremie rundvleesproducenten 1993’.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 14 juni 1993

De

Minister

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Voor deze:
De

secretaris-generaal

,

T. H. J. Joustra

Naar boven