Besluit bijeenroepen van een conferentie over de toekomstige verhoudingen tussen de landen van het Koninkrijk

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 01-05-1993 t/m heden

Besluit van 1 maart 1993, houdende het bijeenroepen van een conferentie over de toekomstige verhoudingen tussen de landen van het Koninkrijk

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister-President en van Onze Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken van 26 februari 1993, nr. 40722;

Gelet op de conclussie van het overleg tussen de landen van het Koninkrijk op 28 september 1992;

Artikel 10 van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Er wordt een conferentie bijeengeroepen bestaande uit vertegenwoordigers van de Nederlandse Antillen, de eilandengebieden van de Nederlandse Antillen, Aruba en Nederland, die zal beginnen op 8 maart 1993 te Willemstad.

Artikel 2

De regeringen van de Nederlandse Antillen, Aruba en Nederland, alsmede de eilandsraden van de eilandgebieden Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten benoemen vertegenwoordigers ter deelneming aan de conferentie. Zij kunnen zich doen bijstaan door adviseurs.

Artikel 3

De delegaties van regeringen van de Nederlandse Antillen, Aruba en Nederland, alsmede de onderscheiden eilandgebieden van de Nederlandse Antillen wijzen ieder uit hun midden een woordvoerder aan.

Artikel 4

De Staten-Generaal en de Staten van de Nederlandse Antillen en van Aruba kunnen uit hun midden waarnemers aanwijzen ter bijwoning van de conferentie.

Artikel 5

De voorzitter van de Raad van Ministers van het Koninkrijk is belast met het voorzitterschap van de conferentie.

Artikel 8

De conferentie heeft een secretariaat bestaande uit een algemeen secretaris, aangewezen door de voorzitter, en een door ieder van de aan de conferentie deelnemende partijen aan te wijzen secretaris.

Artikel 9

  • 1 De besluitvorming vindt plaats in de plenaire vergadering van de conferentie.

  • 2 Bij de besluitvorming ter conferentie brengt elk der landen en elk der eilanden één stem uit.

  • 3 Voor de aanvaarding van voorstellen is overeenstemming tussen alle delegaties vereist. Overeenstemming bestaat ook wanneer geen der landen en der eilanden heeft tegengestemd dan wel wanneer de minderheid verklaart een uitspraak van de meerderheid te aanvaarden.

  • 4 Deze overeenstemming behoeft niet door een stemming tot uitdrukking te worden gebracht. De voorzitter streeft er in dat geval naar de overeenstemming in overleg met de conferentie te verwoorden in termen die in het verslag van de conferentie worden vastgelegd.

De voorzitter van de conferentie en Onze Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken zijn belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting zal worden geplaatst in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State van het Koninkrijk, de Raad van Advies van de Nederlandse Antillen, de Raad van Advies van Aruba, de beide Kamers der Staten-Generaal, de Staten van de Nederlandse Antillen, de Staten van Aruba, en de eilandsraden van de eilandgebieden Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten.

's-Gravenhage, 1 maart 1993

Beatrix

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

R. F. M. Lubbers

De Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de vierde maart 1993

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven