Wijzigingsbesluit Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren

[Regeling materieel uitgewerkt per 31-12-1995.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 15-01-1993 t/m heden

Besluit van 22 december 1992, houdende wijziging van het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren (Stb. 1985, 555)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 29 april 1992, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht, nr. 205653/92/6;

Overwegende dat het wenselijk is de opleiding voor rechterlijke ambtenaren aan te passen in verband met de integratie van de raden van beroep/Ambtenarengerechten en de arrondissementsrechtbanken en een regeling te treffen voor deeltijdarbeid van rechterlijke ambtenaren in opleiding;

Gelet op artikel 125, eerste lid, van de Ambtenarenwet 1929 (Stb. 530) en artikel 59i van de Wet op de rechterlijke organisatie (Stb. 1972, 463);

De Raad van State gehoord (advies van 31 juli 1992, nr. W03.92.0198);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 18 december 1992, Stafafdeling Wetgeving Publiekrecht, nr. 270517/92/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel III

  • 1 De rechterlijke ambtenaren in opleiding die hun opleiding vóór 1 april 1991 zijn aangevangen, volgen deze overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren zoals het luidde voor de inwerkingtreding van dit besluit.

  • 2 De rechterlijke ambtenaren in opleiding die hun opleiding op of na 1 april 1991 zijn aangevangen, worden geacht deze tot de inwerkingtreding van dit besluit te hebben gevolgd overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren zoals het vanaf de inwerkingtreding van dit besluit luidt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage, 22 december 1992

Beatrix

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de veertiende januari 1993

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven