Warenwetbesluit Werkwijze Adviescommissie Warenwet

[Regeling vervallen per 09-05-2012.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 26-09-1992 t/m 08-05-2012

Besluit van 3 september 1992, houdende Warenwetbesluit Werkwijze Adviescommissie Warenwet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 5 maart 1992, VVP/L-92461, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer & Visserij;

Gelet op artikel 24, vijftiende lid, van de Warenwet (Stb. 1988, 360);

Gezien het advies van de Adviescommissie Warenwet van 6 november 1990 (14000a/035);

De Raad van State gehoord (advies van 17 juni 1992, nr. W13.92.0121);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 20 augustus 1992, VVP/L-921909 uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Begripsomschrijvingen

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

In dit besluit wordt verstaan onder:

§ 2. Samenstelling

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

  • 1 De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar.

  • 2 De aftredende leden zijn terstond herbenoembaar.

  • 3 De benoeming van de leden op tussentijds ontstane vacatures geschiedt, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, voor een periode welke eindigt op het tijdstip waarop de zittingsduur van degene in wiens plaats zij treden, zou zijn geëindigd.

  • 4 Ambtenaren die uit hoofde van hun functie betrokken zijn bij het beleid ten aanzien van of de uitvoering van de Warenwet, komen niet voor benoeming tot lid in aanmerking.

  • 5 Personen kunnen gelijktijdig lid zijn van de beide afdelingen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

  • 1 Onze Minister kan, in overeenstemming met Onze Ministers van Economische Zaken en van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, leden ontslaan op eigen verzoek, dan wel op verzoek van de in artikel 24, zesde lid, van de Warenwet bedoelde organisaties op wier aanbeveling de desbetreffende leden zijn benoemd.

  • 2 Onze Minister kan, in overeenstemming met Onze Ministers van Economische Zaken en van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, leden ontslaan die niet zijn voorgedragen door een organisatie als bedoeld in artikel 24, zesde lid, van de Warenwet, indien hiertoe zeer gewichtige redenen bestaan.

  • 3 Onze Minister kan, indien er gewichtige redenen bestaan, op aanbeveling van de commissie een lid voor ten hoogste zes maanden schorsen. Indien dit een lid betreft dat is voorgedragen door een in artikel 24, zesde lid, van de Warenwet bedoelde organisatie, vindt een zodanige schorsing niet plaats alvorens de organisatie op wiens aanbeveling het desbetreffende lid is benoemd, is gehoord.

  • 4 Indien binnen de op grond van het derde lid voor de schorsing vastgestelde termijn de organisatie op wiens aanbeveling het geschorste lid was benoemd, geen verzoek aan Onze Minister heeft ingediend om het desbetreffende lid te ontslaan, eindigt de schorsing onmiddellijk na afloop van die termijn.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

  • 1 De adviseurs van de commissie worden voor een termijn van vier jaar aan de commissie toegevoegd. Na het verstrijken van die termijn kunnen zij terstond wederom aan de commissie worden toegevoegd.

  • 2 De adviseurs van de commissie zijn tevens adviseurs van de afdelingen.

  • 4 De benoemingsperioden bedoeld in het eerste en derde lid vallen samen met de benoemingsperiode van de leden, bedoeld in artikel 2.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

  • 1 De leden hebben het recht van deelneming aan alle vergaderingen van de commissie, van de afdelingen waarin zij zitting hebben, en van de daaronder ressorterende subcommissies.

  • 2 De adviseurs van de commissie hebben het recht van deelneming aan alle vergaderingen van de commissie en van de afdelingen.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

De commissie kiest uit haar leden vier vice-voorzitters en wel zodanig dat per afdeling de organisaties van consumenten en ondernemers vertegenwoordigd zijn. Ieder der vice-voorzitters treedt bij toerbeurt voor één jaar op als plaatsvervangend voorzitter van de commissie. Tevens treedt ieder der vice-voorzitters bij toerbeurt gedurende een periode van twee jaar op als plaatsvervangend voorzitter van de afdeling waarin hij zitting heeft.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

  • 1 Er is een dagelijks bestuur, bestaande uit de voorzitter van de commissie en de in artikel 6 bedoelde vier vice-voorzitters. De zittingsperiode valt samen met die van de leden van de commissie.

  • 2 De voorzitter van de commissie, onderscheidenlijk diens plaatsvervanger, is tevens voorzitter van het dagelijks bestuur, onderscheidenlijk diens plaatsvervanger.

  • 3 Het dagelijks bestuur draagt zorg voor het goed functioneren van de commissie, de afdelingen, de subcommissies, het secretariaat en voor de planning van de werkzaamheden.

  • 4 Het dagelijks bestuur benoemt de voorzitters van de subcommissies en, voorzover nodig, vice-voorzitters en stelt bij het begin van de zittingsperiode de volgorde vast voor het functioneren van de vice-voorzitters als bedoeld in artikel 6.

  • 5 De secretaris van de commissie is tevens secretaris van het dagelijks bestuur; hij heeft in de vergaderingen een raadgevende stem.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

De secretaris is voor de uitoefening van zijn taak uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de commissie.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

De samenstelling van de beide afdelingen is een afspiegeling van die van de commissie.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

Een subcommissie heeft als voornaamste taak het voorbereiden van adviezen.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

  • 1 Het dagelijks bestuur doet voorstellen voor de oprichting, opheffing en samenstelling van de subcommissies.

  • 2 Over de in het eerste lid bedoelde voorstellen beslist de desbetreffende afdeling waaronder de subcommissie komt te ressorteren, onderscheidenlijk ressorteert. Indien een subcommissie komt te ressorteren onderscheidenlijk ressorteert onder beide afdelingen, beslist de commissie.

  • 3 Bij de samenstelling van de subcommissies streeft de afdeling onderscheidenlijk de commissie naar een afspiegeling zoals die bestaat in de afdeling.

§ 3. Werkwijze

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

  • 1 De commissie, de afdelingen en de subcommissies vergaderen zo dikwijls als de voorzitter onderscheidenlijk de voorzitter van de subcommissie dit nodig oordeelt, of indien ten minste een derde deel der leden onderscheidenlijk een derde deel der leden van de desbetreffende subcommissie de secretaris met opgave van redenen mededelen dat zij het houden van een vergadering nodig achten.

  • 2 De desbetreffende voorzitter bepaalt na overleg met de secretaris tijd en plaats van de in het voorgaande lid bedoelde vergaderingen.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

De voorzitter, onderscheidenlijk de voorzitter van een subcommissie stelt de agenda voor de vergaderingen van de commissie, de afdelingen en de subcommissie vast na overleg met de secretaris.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

Indien een lid of adviseur van de commissie wenst dat enig onderwerp door de commissie, een afdeling of door een subcommissie in behandeling wordt genomen, geeft hij hiervan kennis aan de secretaris die dit onderwerp, nadat de desbetreffende voorzitter namens de commissie, afdeling of subcommissie daarmee heeft ingestemd, op de agenda plaatst.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

  • 1 De oproeping tot vergaderingen van de commissie, een afdeling of een subcommissie alsmede de agenda's daarvoor worden ten minste veertien dagen voordat de vergadering plaatsvindt, toegezonden aan de desbetreffende leden onderscheidenlijk leden van de subcommissie, ministeriële vertegenwoordigers, adviseurs en deskundigen.

  • 2 Van de besprekingen worden verslagen opgesteld, onder aantekening van datum en plaats der vergadering en van de namen der aanwezigen en de personen die verhinderd waren. De verslagen worden in de eerstvolgende vergadering vastgesteld.

  • 3 Degenen die voor een vergadering zijn uitgenodigd maar verhinderd zijn deze bij te wonen, geven hiervan kennis aan de secretaris.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

  • 1 In het kader van de commissie, een afdeling of een subcommissie kan over een bepaald onderwerp een hoorzitting worden gehouden.

  • 2 Het dagelijks bestuur beslist over het houden van een hoorzitting, tenzij het betreft het in het kader van een subcommissie horen van belanghebbenden met betrekking tot internationale ontwerp-regelingen, in welk geval de secretaris beslist.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

  • 1 In een vergadering van de commissie onderscheidenlijk de afdelingen worden geen besluiten genomen indien niet ten minste de helft der leden van de commissie onderscheidenlijk van de afdelingen aanwezig is.

  • 2 De besluiten worden bij meerderheid van geldig uitgebrachte stemmen genomen. Blanco stemmen worden als niet geldig beschouwd.

  • 3 Personen als bedoeld in artikel 2, vijfde lid, worden voor de toepassing van dit artikel voor zover het betreft vergaderingen van de commissie, dubbel geteld en kunnen twee stemmen uitbrengen.

  • 4 Wanneer de commissie of de afdelingen advies uitbrengen, mag een minderheid desgewenst van haar afwijkende standpunt in het advies doen blijken.

  • 5 Over personen wordt met gesloten briefjes gestemd. Heeft bij de stemming over personen niemand de meerderheid der geldige stemmen op zich verenigd, dan heeft een herstemming plaats waarbij uitsluitend een stem kan worden uitgebracht op één van de twee personen die bij de eerste stemming de meeste geldige stemmen op zich verenigden. De kandidaat die bij herstemming de meeste geldige stemmen behaalt, wordt verkozen. In het geval dat de bovenomschreven wijze van stemmen over personen ontoereikend is, kan de voorzitter besluiten dat door middel van loting wordt beslist.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

De voorzitter, de voorzitters van de subcommissies en de secretaris zijn gemachtigd om namens de commissie die zaken af te doen, welke naar hun oordeel niet in een vergadering behoeven te worden behandeld. De betrokken voorzitter, onderscheidenlijk de secretaris legt achteraf verantwoording af aan de commissie of aan de desbetreffende afdeling of aan de subcommissie.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

De secretaris voert de besluiten van de commissie, van het dagelijks bestuur en van de afdelingen uit. De secretaris stelt de aan Onze Minister uit te brengen adviezen op, welke door de voorzitter of bij ontstentenis van deze door de op dat moment fungerende vice-voorzitter en de secretaris worden ondertekend. In bepaalde door het dagelijks bestuur te bepalen gevallen kan ermee worden volstaan dat de secretaris, na overleg met de voorzitter, de adviezen ondertekent.

§ 4. Overige en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

Artikel 20

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

Aan de leden van de commissie en de subcommissies, de adviseurs en deskundigen wordt een vergoeding voor reis- en verblijfkosten verleend volgens de regelen welke voor de vergoeding van reis- en verblijfkosten wegens reizen voor 's Rijksdienst gelden.

Artikel 21

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

  • 1 In de gevallen waarin dit besluit niet voorziet, beslist het dagelijks bestuur.

  • 2 Het dagelijks bestuur kan voor de secretaris een instructie vaststellen.

Artikel 22

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

Onze Minister regelt, gehoord de commissie, de personele bezetting en de huisvesting van het bureau van de secretaris.

Artikel 23

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

Telkens binnen een termijn van 4 jaar brengt de commissie een rapport uit aan Onze Minister, waarin de taakvervulling van de commissie aan een onderzoek wordt onderworpen en voorstellen kunnen worden gedaan voor gewenste veranderingen.

Artikel 24

[Regeling vervallen per 09-05-2012]

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 augustus 1988.

  • 2 Dit besluit kan worden aangehaald als Warenwetbesluit Werkwijze Adviescommissie Warenwet.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage, 3 september 1992

Beatrix

De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,

H. J. Simons

Uitgegeven de vierentwintigste september 1992

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven