Beschikking financieel beheer bureau beheer landbouwgronden

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-01-2002 t/m heden

Beschikking financieel beheer bureau beheer landbouwgronden

De Minister van Landbouw en Visserij,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën;

Gelet op de artikelen 32 en 35 van de Wet agrarisch grondverkeer (Stb. 1981, 248),

Besluit:

Artikel 1

  • 1 Voor de toepassing van deze beschikking is het bureau te beschouwen als een departementale organisatie-eenheid van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

  • 2 Met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2 tot en met 4 van deze beschikking en onverminderd het bepaalde in de Wet agrarisch grondverkeer (Stb. 1981, 248), hierna verder te noemen de wet, is voor het bureau met betrekking tot het beheer van de begroting en het beheer der geldmiddelen het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk II, paragrafen 1 tot en met 5 van de Comptabiliteitswet 1976, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2

  • 1 Onder inkomsten en uitgaven, als bedoeld in artikel 33 van de wet, worden zowel voor de begroting als voor de rekening en verantwoording, verstaan de geldelijke ontvangsten en bepalingen, als bedoeld in artikel 16, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 1976.

  • 2 De begroting van het bureau wordt onderverdeeld in artikelen, die betrekking hebben op de inkomsten en de uitgaven.

  • 3 Voor de in een kalenderjaar aan te gane verplichtingen wordt, voor zover deze tot uitgaven in latere jaren zullen leiden, naast de raming van de uitgaven van het kalenderjaar een raming van die verplichtingen opgenomen, tenzij de omvang daarvan niet kan worden bepaald, danwel die verplichtingen per begrotingsartikel een bedrag van € 115.000,- niet te boven gaan.

Artikel 3

De aan de in artikel 30 van de Wet bedoelde commissie beheer landbouwgronden en vervolgens aan de Minister van Landbouw, natuurbeheer en Visserij, hierna verder te noemen de Minister, ter goedkeuring voor te leggen begroting gaat vergezeld van een toelichting, die de grondslagen van het te voeren beleid uiteenzet en aangeeft, waarop de in de begroting opgenomen bedragen zijn gebaseerd.

Artikel 4

Voorstellen tot wijziging van de begroting worden door de directeur van het bureau binnen vijf dagen na afloop van elke maand schriftelijk bij de Minister ingediend.

Artikel 5

  • 2 De balans, als bedoeld in artikel 33, derde lid, van de wet, geeft de financiële positie weer en wordt opgesteld op dezelfde grondslagen als de in het eerste lid genoemde staat van inkomsten en uitgaven.

  • 3 De rekening en verantwoording omvat mede een toelichting op de staat van inkomsten en uitgaven en de balans, alsmede een uiteenzetting van het gevoerde beleid en de financiële gevolgen daarvan.

Artikel 6

  • 1 Het bureau behoeft voorafgaande toestemming van de Minister voor:

    • a. het in eigendom verkrijgen, vervreemden en bezwaren van aandelen of bewijzen van deelgerechtigdheid in een vennootschap;

    • b. het aangaan van een geldlening;

    • c. het sluiten van overeenkomsten ter beëindiging van geschillen waarbij het betrokken is, welke geen betrekking hebben op rechten op onroerende zaken, indien het geldelijk belang meer dan € 25.000,- bedraagt;

    • d. het geheel of gedeeltelijk kwijtschelden van aan het bureau toekomende burgerrechtelijke rechtsvorderingen, indien het kwijt te schelden bedrag meer dan € 25.000,- bedraagt.

  • 2 Van het verrichten van een privaat rechtelijke rechtshandeling met een geldelijk belang moet uit geschrifte blijken.

  • 3 Voor de aanbesteding van werken is het bepaalde bij het Besluit aanbesteding van werken 1973 (Stb. 2020) voor het bureau van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7

Als ambtenaren, bedoeld in artikel 35, tweede lid, van de wet, worden aangewezen:

  • a. de door hun directeur aangewezen functionarissen van de Directie Financieel-Economische Zaken van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, belast met het toezicht op het financiële beheer;

  • b. de functionarissen van de Accountantsdienst van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, belast met de controle van de administratie en de rekening en verantwoording.

Artikel 8

  • 1 Deze beschikking kan worden aangehaald als ‘Beschikking financieel beheer bureau beheer landbouwgronden’.

  • 2 Zij treedt op 1 januari 1983 in werking en wordt in de Nederlandse Staatscourant bekendgemaakt.

's-Gravenhage, 17 augustus 1982

De

Minister

van Landbouw en Visserij,
Voor deze,
De

plv. secretaris-generaal

,

J. P. van Zutphen

Naar boven