Wet van 1 juli 1992, houdende wijziging van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs
en de Wet op het hoger beroepsonderwijs, in verband met verhoging van het collegegeld
voor deeltijdstudenten en het examengeld voor extraneï
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, gelet op de beperkte overheidsmiddelen
voor het onderwijs, noodzakelijk is een hogere bijdrage van de deelnemers aan het
onderwijs te vragen;
dat in verband hiermee wijziging van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs (Stb. 1986, 414) en de Wet op het hoger beroepsonderwijs (Stb. 1986, 289) noodzakelijk is;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: