Instellingsbeschikking Adviescommissie evaluatie ontwikkeling gemeentelijk milieubeleid

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 01-08-1992 t/m heden

Instellingsbeschikking Adviescommissie evaluatie ontwikkeling gemeentelijk milieubeleid

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Besluit:

Artikel 1

Voor de duur van twee jaren wordt ingesteld de Adviescommissie evaluatie ontwikkeling gemeentelijk milieubeleid, verder te noemen: de commissie.

Artikel 2

De commissie heeft tot taak:

  • 1. Advies uit te brengen over de ontwikkeling van het gemeentelijk milieubeleid.

  • 2. Het advies dient er mede op gericht te zijn dat op of omstreeks 1 maart 1993 een besluit kan worden gekomen omtrent de vervroegde overheveling van de budgetten voor de gemeentelijke apparaatskosten van de begroting van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer naar het Gemeentefonds.

Artikel 3

De commissie bestaat tenminste uit de volgende leden:

  • prof. dr. A. B. Ringeling, voorzitter — hoogleraar Bestuurskunde aan de Erasmusuniversiteit in Rotterdam;

  • mr. C. L. Pol, secretaris — beleidsmedewerker directie Bestuurszaken, VROM/DGM;

  • drs. J. Cley — directeur milieudienst van Amsterdam;

  • ir. P. A. E. van Erkelens — burgemeester van Winterswijk, tevens voorzitter milieucommissie VNG;

  • F. N. M. Hilterman — beleidsmedewerker VNG;

  • H. H. Jansen — wethouder van Zwolle;

  • ir. H. Pluckel — hoofd afdeling Ruimtelijke Ordening, Verkeer en Milieu van de VNG;

  • drs. H. N. Rosman — beleidsmedewerker VNG;

  • mevrouw mr. M. E. Bierman-Beukema Toe Water — regionaal inspecteur milieuhygiëne in de provincie Zuid-Holland;

  • mr. J. H. van den Heuvel — hoofd afdeling bestuurlijke betrekkingen en gebiedenbeleid van VROM/DGM;

  • mr. dr. J. A. Peters directeur Bestuurszaken VROM/DGM;

  • dr. P. H. J. Th. Ververgaert plv. hoofdinspecteur voor de milieuhygiëne.

Artikel 4

  • 1 De commissie regelt naar eigen inzicht haar werkwijze. De commissie stelt hiertoe een werkplan vast.

  • 2 De commissie kan in het kader van haar opdracht al het door haar noodzakelijk geachte onderzoek laten verrichten door derden. Voor zover daaraan financiële verplichtingen voor het Rijk verbonden zijn, is daarvoor evenwel de voorafgaande goedkeuring nodig van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Artikel 5

Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de commissie geschiedt met inachtneming van de bepalingen van het Besluit algemene secretarie-aangelegenheden rijksadministratie (Stb. 1980, 182) op overeenkomstige wijze als bij het departement van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Artikel 6

Dit besluit en de bijbehorende toelichting zullen worden bekendgemaakt in de Nederlandse Staatscourant en in afschrift worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer en aan belanghebbenden.

Den Haag, 15 mei 1992

De

Minister

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. G. M. Alders

Naar boven