Wet van 15 april 1992, tot wijziging van de Pensioenwet voor de zeemacht 1922 en van
de Pensioenwet voor de landmacht 1922
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is te bepalen dat een verloren
gegaan recht op pensioen ingevolge de vroegere pensioenwetten hersteld kan worden,
indien dit recht ingevolge de Algemene militaire pensioenwet (Stb. 1988, 284) niet verloren zou zijn gegaan dan wel hersteld zou kunnen worden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: