Herziening grondslagen en bedragen uitkeringen

[Regeling vervallen per 28-08-2004.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 30-04-1992 t/m 27-08-2004

Herziening grondslagen en bedragen uitkeringen

De Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,

Overwegende dat, gezien de ontwikkelingen van de lonen en prijzen sedert 1 januari 1991 in Indonesië, aanleiding bestaat om de grondslagen en bedragen, welke ingevolge de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 (Stb. 1991, 621) gelden indien vervolging in het voormalig Nederlands-Indiëheeft plaatsgevonden en de uitkeringsgerechtigden in Indonesië gevestigd zijn, te herzien;

Gelet op artikel 18, vijfde lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945;

Gehoord de Pensioen- en Uitkeringsraad, de Stichting Joods Maatschappelijk Werk, de Stichting Pelita en de Stichting 1940–1945;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

  • 1 De grondslag, bedoeld in artikel 8, derde lid, onder b, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 (Stb. 1991, 621), zoals deze gold ter vaststelling van de uitkeringen sedert 1 januari 1991, wordt met ingang van 1 januari 1992 verhoogd met 10%.

  • 2 De bedragen, genoemd in artikel 8, achtste lid, onder a en b, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945, worden met ingang van 1 januari 1992 vastgesteld op 335,600 Rupiah onderscheidenlijk 837,410 Rupiah.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

De

Minister

voornoemd,

H. d' Ancona

Naar boven