Wijzigingsbesluit Schepenbesluit 1965

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-02-1992 t/m heden

Besluit van 14 januari 1992, houdende wijziging van het Schepenbesluit 1965

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 8 oktober 1991, nr. J 31 699/91, Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken;

Overwegende, dat het Schepenbesluit 1965 (Stb.367) in overeenstemming dient te worden gebracht met de wijzigingen die een Conferentie van de Internationale Maritieme Organisatie op 9 november 1988 heeft aangenomen op de voorschriften van het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee, 1974 (Trb. 1976, 157 en 1977,77) en op 10 november 1988 heeft aangenomen op de voorschriften van het Protocol van 1978 bij dit Verdrag (Trb. 1978,189), welke wijzigingen betrekking hebben op het invoeren van een wereldomvattend maritiem satelliet-communicatiesysteem;

Overwegende, dat het Schepenbesluit 1965 voorts in overeenstemming dient te worden gebracht met de wijzigingen die de uitgebreide maritieme veiligheidscommissie van de Internationale Maritieme Organisatie op 11 april 1989 (resolutie MSC 13/57) en op 25 mei 1990 (resolutie MSC 19/58) heeft aangenomen op de voorschriften van het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee, 1974;

Overwegende, dat tevens nog enkele andere wenselijk gebleken wijzigingen in het Schepenbesluit 1965 kunnen worden aangebracht;

Gelet op de artikelen 5, 9 en 73 van de Schepenwet (Stb.1932, 86);

De Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 9 december 1991, No. W09.91 0558/K);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van januari 1992, nr. S/J /32.286/91,

Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken;

De bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel VIII

  • 1 Op schepen gebouwd vóór 1 februari 1992 zijn ten aanzien van de bij dit besluit gewijzigde constructie en inrichtingsvoorschriften van de Bijlagen II en III en IV van het Schepenbesluit 1965 van toepassing de bepalingen van die voorschriften, zoals deze luidden vóór de inwerkingtreding van dit besluit.

  • 3 Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie kan ontheffing verlenen van één of meer bepalingen ten aanzien van de radiocommunicatie, indien de daarmee verband houdende voorzieningen aan wal of de voorschreven radio-installaties niet of onvoldoende beschikbaar zijn. Aan een dergelijke ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende toelichting in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State van het Koninkrijk.

's-Gravenhage, 14 januari 1992

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

J. R. H. Maij-Weggen

Uitgegeven de dertigste januari 1992

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven