Wijzigingswet Algemene wet inzake de douane en de accijnzen (aanpassing in verband [...] regelgeving alsmede enkele andere wijzigingen)

Geraadpleegd op 19-03-2024.
Geldend van 01-01-1992 t/m heden

Wet van 19 december 1991, tot wijziging van de Algemene wet inzake de douane en de accijnzen en enkele andere wetten (aanpassing in verband met communautaire regelgeving alsmede enkele andere wijzigingen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Algemene wet inzake de douane en de accijnzen in overeenstemming te brengen met Verordening (EEG) nr. 4046/89 betreffende de zekerheid die moet worden gesteld om de betaling van een douaneschuld te waarborgen (PbEG L 388), Verordening (EEG) nr. 2503/88 betreffende de douane-entrepots (PbEG L 225), Verordening (EEG) nr. 2561/90 tot uitvoering van de Verordening douane-entrepots (PbEG L 246), Verordening (EEG) nr. 2504/88 betreffende de vrije zones en de vrije entrepots (PbEG L 225), Verordening (EEG) nr. 2562/90 tot uitvoering van de Verordening vrije zones en vrije entrepots (PbEG L 246), Verordening (EEG) nr. 4151/88 tot vaststelling van de bepalingen die van toepassing zijn op goederen die het douanegebied van de Gemeenschap worden binnengebracht ( PbEG L 367), dat het eveneens wenselijk is om de wetgeving inzake de verbruiksbelastingen aan te passen aan de verordeningen betreffende het binnenbrengen, de douane-entrepots en de vrije zones en vrije entrepots, dat het voorts wenselijk is in de Algemene wet inzake de douane en de accijnzen regeling te treffen voor de berekening van de belasting in bepaalde gevallen van vermis van goederen in fictief entrepot en ter zake van het mogelijk maken van een andere wijze van toezicht dan door middel van documenten en dat het ten slotte wenselijk is enkele andere wijzigingen in die wet aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel VIII

  • 1 De inrichtingen voor douane-opslag en de fictieve douane-entrepots met summiere voorraadadministratie als bedoeld in het Besluit douane en accijnzen (Stb. 1971, 532), welke bestaan op 31 december 1991, worden aangemerkt als ruimten voor tijdelijke opslag.

  • 2 De voor de in het eerste lid bedoelde ruimten voor tijdelijke opslag verleende goedkeuringen worden geacht te zijn verleend krachtens artikel 8 van de Algemene wet inzake de douane en de accijnzen (Stb. 1961, 31).

Artikel IX

Deze wet treedt in werking met in gang van 1 januari 1992. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 1991, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt met uitzondering van artikel I, onderdelen Ff, GG, HH en II, terug tot en met 1 januari 1992.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 19 december 1991

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

M. J. J. van Amelsvoort

Uitgegeven de eenendertigste december 1991

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven