Instelling commissie Taalaspecten onderwijs

[Regeling vervallen per 31-12-2004.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 02-08-1991 t/m 30-12-2004

Instelling commissie Taalaspecten onderwijs

De minister van onderwijs en wetenschappen,

Overwegende dat:

  • het voortbestaan van de Nederlandse cultuur is verbonden aan het voortbestaan van het Nederlands in onderwijs, bestuur en rechtspraak;

  • de positie van het Nederlands als voertaal in het Nederlandse onderwijs sinds enige tijd onderwerp is van openbare discussie;

  • in het Parlement de gedachte is gerezen de positie van het Nederlands als landstaal wettelijk vast te leggen;

  • de Tweede Kamer is toegezegd te bezien in hoeverre het gewenst is de positie van het Nederlands in het Nederlandse onderwijs te verankeren in de relevante onderwijswetgeving;

  • verdergaande internationalisering van het Nederlandse hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, mede in het licht van het voortschrijdend proces van Europese eenwording, nodig is;

  • internationalisering ook eisen kan stellen ten aanzien van de taal waarin wordt gedoceerd;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

In deze beschikking wordt verstaan onder:

de minister:

de minister van Onderwijs en Wetenschappen;

de commissie:

de commissie zoals bedoeld in artikel 2

Artikel 2

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Er is een adviescommissie ‘Taalaspecten onderwijs’ ter zake van de positie van de Nederlandse taal als voertaal in het Nederlandse onderwijs.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De leden van de commissie hebben tot taak:

  • 1. te bezien in hoeverre het gewenst is het gebruik van het Nederlands als voertaal in het Nederlandse onderwijs in de wetgeving te verankeren, en zo ja, hoe dit zou moeten gebeuren;

  • 2. na te gaan in hoeverre het proces van verdergaande internationale samenwerking en communicatie, in het bijzonder in het kader van de Europese eenwording, gevolgen kan hebben voor de positie van andere talen dan het Nederlands als doceertaal in het Nederlandse hoger onderwijs;

  • 3. te bezien in hoeverre het gewenst is het gebruik van een andere taal dan het Nederlands te bevorderen in de latere stadia van het wetenschappelijk onderwijs en in het onderzoek, zodat aansluiting bij de internationale wetenschappelijke ontwikkelingen niet wordt bemoeilijkt door een tekort aan taalkennis;

  • 4. Op grond van de gevraagde analyses aanbevelingen te formuleren en deze binnen zes maanden na de installatiedatum aan ondergetekende voor te leggen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Tot leden van de commissie worden benoemd:

  • prof. dr. H.R. van Gunsteren, tevens voorzitter

  • mw. prof. dr. C. van Boheemen-Saaf

  • prof. dr. F.P. van Oostrom

  • dr.ir. K. Teer

Als secretaris van de commissie treedt op de heer dr. C.A. Hazeu.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 De commissie bepaalt haar eigen werkwijze.

  • 2 Bij de werkwijze dient in ieder geval te worden voorzien de consultatie van deskundigen uit het Nederlandstalige deel van België.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Het beheer van het secretariaatsarchief geschiedt met inachtneming van de ter zake geldende bepalingen van het Besluit algemene secretarieaangelegenheden rijksadministratie (Stb. 1980, 182 en het Kb. ASAR) en overeenkomstig de bij het ministerie geldende regels. Na opheffing of, zo de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, wordt het secretariaatsarchief overgedragen aan de onderafdeling Centrale Archiefbewaarplaats van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De kosten van de commissie komen voor rekening van de minister, overeenkomstig een door de minister goedgekeurde begroting.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Deze beschikking treedt in werking op de tweede dag na publikatie van deze beschikking.

  • 2 De beschikking wordt gepubliceerd in het officiële publikatie van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Van deze bekendmaking wordt mededeling gedaan in de staatscourant.

  • 3 Deze beschikking komt te vervallen na beëindiging der werkzaamheden door de commissie.

  • 4 Afschrift van deze beschikking wordt gezonden aan:

    • de leden van de commissie;

    • de Algemene Rekenkamer;

    • de minister-president;

    • de minister van Binnenlandse Zaken;

    • de minister van Buitenlandse Zaken;

    • de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur;

    • de Nederlandse Taalunie;

    • de Colleges van Bestuur van de universiteiten;

    • de besturen van de instellingen voor hoger onderwijs;

    • het bestuur van de KNAW;

    • het algemeen bestuur van NWO;

    • de AWT;

    • de AR(H)O;

    • de Onderwijsraad;

    • de Kabinetchef van de Gemeenschapsminister van Onderwijs;

    • de voorzitter van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht;

    • de Nederlandse ambassade te Brussel;

    • de Belgische ambassade te Den Haag;

Naar boven