Heffing van omzetbelasting ten aanzien van diverse door notarissen berekende kosten

[Regeling vervallen per 01-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 23-11-2009.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-1991 t/m 22-11-2009

Heffing van omzetbelasting ten aanzien van diverse door notarissen berekende kosten

De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financien het volgende besloten.

1. Inleiding

[Regeling vervallen per 01-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 23-11-2009]

In onderdeel 4 van de aanschrijving van 21 december 1990, nr. WV90/419, BTW-295, is van bepaalde bedragen die door notarissen aan hun cliënten worden berekend aangegeven of deze al dan niet tot de vergoeding in de zin van artikel 8 van de Wet op de omzetbelasting 1968 (verder: de Wet) behoren. Inmiddels is mij gebleken dat naast deze kostenposten nog diverse andere bedragen voorkomen, waarvan het niet in alle gevallen eenvoudig is te bepalen of deze tot de belastbare vergoeding behoren. Teneinde op dit punt meer duidelijkheid te verschaffen bevat deze aanschrijving een overzicht van de desbetreffende kostenposten met de daarop betrekking hebbende BTW-consequenties. Ten behoeve van de overzichtelijkheid zijn de reeds in genoemde aanschrijving vermelde kostenposten ook in dit overzicht opgenomen.

2. Zonder BTW aan de notaris berekende kosten

[Regeling vervallen per 01-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 23-11-2009]

Voor het verrichten c.q. het vastleggen van diverse rechtshandelingen is de tussenkomst van een (semi-)overheidslichaam voorgeschreven c.q. wenselijk. De verschillende instellingen brengen voor het verrichten van de daarmee gemoeide werkzaamheden bepaalde bedragen in rekening. Het kader waarbinnen de heffing van deze bedragen plaatsvindt is vastgelegd in de ter zake geldende regelgeving. Als voorbeelden van dergelijke bedragen kunnen worden genoemd: de kadastrale rechten die moeten worden betaald aan de Dienst van het Kadaster en Openbare registers, de griffierechten die de verschillende rechtscolleges berekenen, de aan de gemeenten te betalen legeskosten en de bedragen die aan de Kamers van Koophandel worden voldaan.

In de praktijk worden notarissen bij de verschillende procedures voor het verrichten c.q. vastleggen van de rechtshandelingen door hun cliënten ingeschakeld. Het zijn de notarissen die worden geconfronteerd met vorenbedoelde bedragen.

Ten aanzien van deze kostenposten is in de bijgevoegde bijlagen aangegeven, welke kostenposten voorshands geen onderdeel behoeven uit te maken van de belastbare vergoeding (bijlage A) en welke kostenposten steeds tot de vergoeding behoren (bijlage B).

Er zij met nadruk op gewezen dat de in bijlage A genoemde kostenposten alleen buiten de heffing van omzetbelasting blijven indien:

  • deze kosten door de notaris afzonderlijk en als zodanig op de factuur of rekening worden vermeld en

  • deze kosten worden doorberekend voor het bedrag dat op grond van de van toepassing zijnde bepalingen en voorschriften is verschuldigd ter zake van de verrichte handeling(en). Wanneer het bedrag door de notaris aan zijn cliënt met een winstopslag wordt doorberekend, behoort dit bedrag volledig tot de belastbare vergoeding te worden gerekend.

3. Met BTW aan de notaris berekende kosten

[Regeling vervallen per 01-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 23-11-2009]

Het is ook mogelijk dat de notaris ten behoeve van zijn cliënt andere ondernemers inschakelt voor het verrichten van bepaalde werkzaamheden. Alsdan komt de vraag naar voren of de door deze ondernemers aan de notaris doorberekende bedragen kunnen worden aangemerkt als een doorlopende post. Als voorbeelden van doorberekende bedragen kunnen worden genoemd:

  • de nota van de makelaar die door de notaris wordt ingeschakeld om te bemiddelen bij de aan- of verkoop van onroerend goed;

  • de nota van de advocaat die door de notaris wordt ingeschakeld om procureurswerkzaamheden te verrichten (bij voorbeeld in geval van wijziging van de huwelijkse voorwaarden).

Voor deze kostenposten maakt het in BTW-technisch opzicht geen verschil, of zij nu wel of niet tot de belastbare vergoeding behoren.

Als de kostenpost niet tot de vergoeding behoort wordt de post, inclusief de in rekening gebrachte BTW, aan de cliënt berekend. Indien de kostenpost onderdeel vormt van de vergoeding voor de door de notaris verrichte werkzaamheden, trekt de notaris de hem door de andere ondernemer in rekening gebrachte BTW af, en brengt vervolgens zijn cliënt weer BTW in rekening. In beide gevallen wordt voor de toepassing van de BTW derhalve eenzelfde resultaat behaald.

Hierbij dient echter te worden aangetekend, dat het voor de cliënt van de notaris wel degelijk van belang kan zijn, of de desbetreffende kostenpost wel of niet tot de vergoeding wordt gerekend. Als de cliënt de hoedanigheid van aftrekgerechtigde ondernemer bezit, vraagt het niet tot de vergoeding rekenen van de kostenpost om het treffen van bijzondere maatregelen. In dat geval kan de cliënt het hem toekomende aftrekrecht namelijk niet zonder meer realiseren, omdat de op de desbetreffende kostenpost drukkende BTW feitelijk aan de notaris in rekening zal worden gebracht. De factuur dient alsdan op naam te worden gesteld van de cliënt van de notaris.

In verband hiermee ontmoet het bij mij vanuit praktisch oogpunt geen bezwaar dat de notaris de met BTW berekende kostenposten in alle gevallen tot de vergoeding rekent. In dat geval trekt de notaris de hem ter zake van de desbetreffende kostenpost in rekening gebrachte BTW af, waarna hij aan zijn cliënt wederom ter zake van het totaal, inclusief de doorberekende kosten, BTW in rekening brengt.

4. Tarieftoepassing bij advertentiekosten

[Regeling vervallen per 01-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 23-11-2009]

Het is mogelijk dat de notaris voor rekening van zijn cliënt advertenties laat plaatsen. Dit kan bij voorbeeld het geval zijn bij de verkoop van een onroerend goed via een veiling. Ten aanzien van de tarieftoepassing bij deze kosten merk ik op, dat de in paragraaf 4, punt 1, van de Toelichting op post b4 van de bij de Wet behorende Tabel I beschreven gedragslijn op overeenkomstige wijze kan worden gevolgd. Dit houdt in dat de notaris ter zake van deze advertentiekosten, onder de in genoemde paragraaf vermelde voorwaarden, het verlaagde BTW-tarief kan toepassen.

5. Rente over bij notaris berustende bedragen

[Regeling vervallen per 01-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 23-11-2009]

In de praktijk komt het veelvuldig voor, dat de notaris gelden van derden gedurende een bepaalde periode op een daartoe openstaande bankrekening onder zich houdt (bijv. de door de koper van een onroerend goed gestorte waarborgsom). De ter zake ontvangen rente wordt door de notaris aan de rechthebbende doorbetaald. Deze door de notaris aan de rechthebbende doorbetaalde rente blijft buiten de BTW-heffing.

6. Verkoop ‘vrij op naam’

[Regeling vervallen per 01-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 23-11-2009]

Bij resolutie van 3 april 1970, nr. B69/18539, OB-BTW-226, is goedgekeurd dat de bij verkoop ‘vrij op naam’ van onroerend goed ten laste van de verkoper komende overdrachtskosten (notariskosten, kadastrale rechten en eventueel registratierechten) bij de verkoper niet tot de belastbare vergoeding behoren. In verband met het met ingang van 1 januari 1991 in de BTW-heffing betrekken van de ambtelijke werkzaamheden van notarissen is het noodzakelijk deze voorziening aan de aldus gewijzigde situatie aan te passen. In overeenstemming met doel en strekking van genoemde resolutie stem ik er dan mee in, dat de door de notaris bij een verkoop ‘vrij op naam’ aan de verkoper conform het gestelde in punt 2 zonder BTW doorberekende kosten ( bijv. kadastrale rechten) ook bij de verkoper buiten de heffing van BTW blijven, mits deze kosten afzonderlijk aan de koper in rekening worden gebracht.

7. Slot

[Regeling vervallen per 01-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 23-11-2009]

Met het vorenstaande, waarover de inspecteurs bevoegd voor de omzetbelasting en de Koninklijke Notariële Broederschap reeds zijn geïnformeerd, kan met ingang van 1 januari 1991 rekening worden gehouden. In verband met het voorgaande hebben de resolutie van 3 april 1970, nr. B69/18539, OB-BTW-226, alsmede onderdeel 4, vanaf letter d, van de resolutie van 21 december 1990, nr. VW90/419, BTW-295, thans hun betekenis verloren.

Bijlage A

[Regeling vervallen per 01-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 23-11-2009]

Kostenposten die niet tot de vergoeding behoren

1. Overdrachtsbelasting

[Regeling vervallen per 01-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 23-11-2009]

Het gaat hier om de ingevolge artikel 2 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer verschuldigde overdrachtsbelasting, die de notaris in naam en voor rekening van zijn cliënt aan de fiscus betaald.

2. Kadastrale rechten als bedoeld in de artikelen 1 t/m 4, artikel 6, 1e lid, onderdelen j en k, en artikel 10 van het Besluit kadastraal recht

[Regeling vervallen per 01-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 23-11-2009]

De hiervoor genoemde artikelen van het Besluit kadastraal recht hebben betrekking op de kadastrale rechten verschuldigd in relatie tot (wijzigingen in) de diverse registers die door de Dienst van het Kadaster en Openbare registers worden bijgehouden.

Met name gaat het hier om (aantekeningen bij) het in- en overschrijven van stukken aangaande het ontstaan, overgaan, wijzigen of tenietgaan van zakelijke rechten. In dit verband kunnen ook worden genoemd:

  • de inschrijving van hypotheekakten c.q. de doorhaling van hypothecaire inschrijvingen;

  • het vaststellen van een appartementsindex;

  • de (doorhaling van de) teboekstelling van zee- en binnenschepen in daarop betrekking hebbende registers (zie hierna de punten 5f en 5g);

  • de teboekstelling van luchtvaartuigen in het daarop betrekking hebbende register (zie hierna punt 7);

  • de vestiging van erfdienstbaarheden;

  • de overschrijving van een proces-verbaal van beslag;

  • opmeting van (gedeelten van) kadastrale percelen bij de splitsing van onroerend goed.

3. Kosten i.v.m. verklaring van geen bezwaar bij oprichting vennootschappen

[Regeling vervallen per 01-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 23-11-2009]

Er wordt hier gedoeld op de kosten, verbonden aan de in het BW verplicht voorgeschreven afgifte van een verklaring van geen bezwaar door het Ministerie van Justitie in het kader van de oprichting van vennootschappen.

4. Kosten i.v.m. handelsnaamonderzoek

[Regeling vervallen per 01-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 23-11-2009]

In de Handelsnaamwet is een verbod opgenomen voor de eigenaar van een onderneming om en handelsnaam te voeren die kan leiden tot verwarring bij het publiek. Deze verwarring kan optreden, wanneer de gekozen handelsnaam binnen de regio reeds door een andere onderneming wordt gevoerd c.q. indien de gekozen handelsnaam in geringe mate afwijkt van een reeds gevoerde handelsnaam.

De Kamer van Koophandel in de regio kan worden verzocht een onderzoek in te stellen naar de geoorloofdheid van de gekozen handelsnaam. Voor dit onderzoek dient een bepaald bedrag te worden betaald.

5. Griffierecht i.v.m. diverse werkzaamheden

[Regeling vervallen per 01-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 23-11-2009]

Voor het vastleggen van diverse rechtshandelingen is de tussenkomst van een rechtscollege (veelal de rechtbank) noodzakelijk. In verband met de verschillende werkzaamheden is griffierecht verschuldigd.

Wanneer een notaris in naam en voor rekening van een cliënt optreedt, zal hij dit griffierecht doorberekenen aan de betrokken cliënt. Het komt ook voor dat de notaris, namens zijn cliënt, een advocaat/procureur inschakelt voor het verrichten van procureurswerkzaamheden. Alsdan zal de procureur/advocaat het ter zake verschuldigde griffierecht berekenen aan de notaris, die dit recht vervolgens weer doorberekent aan zijn cliënt.

Hierna wordt nader ingegaan op de verschillende rechtshandelingen, waarbij deze situaties kunnen optreden.

  • a. Waarmerken van een handtekening

    Er wordt hier gedoeld op de procedure, volgens welke de handtekening van een persoon door een notaris wordt gewaarmerkt (de zogenoemde apostille- dan wel legalisatieprocedure). De door de notaris opgemaakte verklaring ter zake van de waarmerking dient aan de griffie van de rechtbank ter registratie te worden aangeboden

  • b. Beneficiaire aanvaarding c.q. verwerping van een nalatenschap

    In het Burgerlijk Wetboek (BW) wordt voorgeschreven, dat ingeval van beneficiaire aanvaarding c.q. verwerping van een nalatenschap door de betrokkene een verklaring ter zake dient te worden afgelegd, die ter griffie van de rechtbank wordt ingeschreven.

  • c. Onderbewindstelling van meerderjarigen

    Wanneer een meerderjarig persoon tijdelijk dan wel duurzaam niet in staat is zijn vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk te behartigen, kan de kantonrechter c.q. de rechtbank, al dan niet op verzoek, ter zake een bewindvoerder benoemen.

    De bewindvoerder is verplicht een beschrijving op te stellen van de aan het bewind onderworpen goederen en een afschrift daarvan in te leveren ter griffie van het kantongerecht c.q. de rechtbank.

  • d. Deponering proces-verbaal van zwarigheden

    In het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) wordt bepaald dat wanneer bij een boedelscheiding problemen rijzen, de notaris een afzonderlijk proces-verbaal, behelzende de beweringen van partijen, dient op te maken. Vervolgens dient de notaris een afschrift van dit proces-verbaal bij de griffie van de rechtbank aan te bieden.

  • e. Inschrijving huwelijkse voorwaarden in huwelijksgoederenregister

    Ingevolge het BW dienen de voor dan wel tijdens het huwelijk aangegane huwelijkse voorwaarden – voor de werking naar derden toe – te worden ingeschreven in het openbare huwelijksgoederenregister. Dit register wordt gehouden ter griffie van de rechtbank.

  • f. (Doorhaling van) teboekstelling van zeeschepen

    Op grond van het Wetboek van Koophandel (WvK) wordt een openbaar register gehouden voor de teboekstelling van Nederlandse zeeschepen met een bepaalde minimum-bruto-inhoud c.q. bruto-tonnage.

    Bij de aanvraag om de teboekstelling van een zeeschip moet een schriftelijke verklaring worden overgelegd, waaruit blijkt dat het om een Nederlands schip gaat. Deze verklaring dient door de rechtbank te worden goedgekeurd.

    Bij de doorhaling van de teboekstelling van een zeeschip is in bepaalde gevallen voorgeschreven, dat deze doorhaling slechts kan geschieden na het verlenen van een machtiging hiertoe door de rechtbank.

  • g. Doorhaling teboekstelling van binnenschepen

    Op grond van het WvK worden ook binnenschepen teboekgesteld in een openbaar register. Voor de teboekstelling van binnenschepen is, in tegenstelling tot zeeschepen, niet de tussenkomst van de rechtbank voorgeschreven.

    De doorhaling van de teboekstelling van een binnenschip kan echter slechts plaatsvinden na een door de rechter verleende machtiging.

6. Kosten i.v.m. opmeting zee- en binnenschepen

[Regeling vervallen per 01-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 23-11-2009]

Voor de teboekstelling van zee- c.q. binnenschepen dient een meetbrief te worden overgelegd. De meetbrief wordt afgegeven door de onder het Ministerie van Verkeer en Waterstaat ressorterende Scheepsmetingsdienst. De meetbrief bevat de bevindingen van de verrichte meting. Ter zake van de meting zijn bepaalde tarieven verschuldigd.

7. Kosten i.v.m. inschrijving luchtvaartuigen

[Regeling vervallen per 01-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 23-11-2009]

Voor luchtvaartuigen wordt door de Rijksluchtvaartdienst op grond van de Luchtvaartwet een openbaar register gehouden. Het is de eigenaar van een luchtvaartuig verboden de luchtvaart uit te oefenen zonder een geldig bewijs van inschrijving van het desbetreffende luchtvaartuig in het openbare register.

Voor de afgifte van een bewijs van inschrijving van een vliegtuig in dit register is een bepaald bedrag verschuldigd.

8. Kosten i.v.m. toetsing pachtovereenkomsten

[Regeling vervallen per 01-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 23-11-2009]

In de Pachtwet wordt bepaald, dat aangegane c.q. gewijzigde pachtovereenkomsten in bepaalde gevallen ter toetsing moeten worden voorgelegd aan de Grondkamer. De aangeboden pachtovereenkomsten worden bij de Grondkamer geregistreerd. Voor de behandeling van het verzoek door de Grondkamer zijn bepaalde bedragen verschuldigd.

Bijlage B

[Regeling vervallen per 01-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 23-11-2009]

Kostenposten die tot de vergoeding behoren

1. Kadastrale rechten ex artikelen 5 e.v. Besluit kadastraal recht, met uitzondering van de in bijlage A opgesomde kadastrale rechten

[Regeling vervallen per 01-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 23-11-2009]

De desbetreffende artikelen van het Besluit kadastraal recht hebben betrekking op de kadastrale rechten die verschuldigd zijn ter zake van:

  • het verlenen van inzage in de diverse registers en bestanden die door de Diensten van het Kadaster en Openbare registers worden bijgehouden;

  • het mondeling dan wel per telefax of telex verstrekken van inlichtingen;

  • de afgifte van de op (wijzigingen in) de diverse registers betrekking hebbende uittreksels en andere bescheiden.

2. Kosten i.v.m. uittreksel uit het Handelsregister

[Regeling vervallen per 01-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 23-11-2009]

Het gaat hier om het verschuldigde tarief ter zake van het door de Kamer van Koophandel verstrekken van een kort overzicht van de essentiële gegevens betreffende de in het Handelsregister ingeschreven ondernemingen.

3. Legeskosten i.v.m. waarmerken van een handtekening/verklaring van erfrecht

[Regeling vervallen per 01-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 23-11-2009]

Er wordt hier gedoeld op de door de notaris in het kader van bovenbedoelde waarmerking te betalen legeskosten bij het opvragen van een uittreksel uit het bevolkingsregister.

4. Registratierecht onderhandse akten

[Regeling vervallen per 01-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 23-11-2009]

Dit onderdeel ziet op het bedrag, dat degene die een onderhandse akte aanbiedt bij de Inspectie der Registratie en Successie verschuldigd wordt ingevolge artikel 5 van de Registratiewet 1970.

5. Kosten telefonische overboeking geld bij verkoop onroerend goed

[Regeling vervallen per 01-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 23-11-2009]

Er wordt gedoeld op de kosten, die zijn gemoeid met het via de notaris telefonisch overboeken van gelden ten behoeve van de verkoper van onroerend goed.

6. Registratierecht testamenten

[Regeling vervallen per 01-12-2009 met terugwerkende kracht tot en met 23-11-2009]

Het gaat hier om het recht dat verschuldigd is ter zake van het door de notaris zorgdragen voor de registratie van testamenten in het Centraal Testamenten Register.

Naar boven