Bijzondere Franse uitvoeringsvoorschriften belastingovereenkomst Nederland-Frankrijk

[Regeling vervallen per 17-03-2007.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 19-06-1997 t/m 16-03-2007

Toekenning door Frankrijk van het ‘avoir fiscal’ aan in Nederland gevestigde beleggingsmaatschappijen en beleggingsfondsen alsmede pensioen- en spaarfondsen

De Staatssecretaris van Financiën,

Besluit:

Door plaatsing in de Staatscourant het navolgende ter kennis van belanghebbende inwoners van Nederland te brengen:

Artikel 1. Aanwijzing van de lichamen waaraan het recht op het ontvangen van het ‘avoir fiscal’ kan worden toegekend

[Regeling vervallen per 17-03-2007]

  • a. Beleggingsmaatschappijen en beleggingsfondsen

    Artikel 10, derde lid, van de op 16 maart 1973 tussen Nederland en Frankrijk gesloten Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen (Trb. 1973, 83), bevat een regeling inzake de toekenning door Frankrijk van een zogenaamd 'avoir fiscal' aan inwoners van Nederland die dividenden uit Franse bron genieten. Het 'avoir fiscal' komt in beginsel slechts toe aan natuurlijke personen en aan lichamen die ter zake van de genoten dividenden aan Nederlandse belasting zijn onderworpen.

    Aan deze voorwaarde voldoen niet de Nederlandse beleggingsmaatschappijen en fondsen voor gemene rekening die beleggingsinstelling zijn in de zin van artikel 28, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Stb. 469) en ten aanzien waarvan, ingevolge artikel 9 van het Besluit beleggingsinstellingen (Stb. 1970, nr. 190), de belasting nul percent van het belastbare bedrag bedraagt. Artikel 10, derde lid, onderdeel b, punt (iii), van de Overeenkomst bepaalt echter dat het 'avoir fiscal' wel toekomt aan beleggingsmaatschappijen en beleggingsfondsen die voldoen aan de door de bevoegde autoriteiten van Frankrijk en Nederland in onderlinge overeenstemming vastgestelde voorwaarden.

    Tussen de bevoegde autoriteiten van Frankrijk en Nederland is overeenstemming bereikt omtrent de bovenbedoelde voorwaarden. Deze worden in artikel 2 vermeld. Beleggingsmaatschappijen en beleggingsfondsen die aan deze voorwaarden voldoen, kunnen aanspraak maken op toekenning van het 'avoir fiscal'.

  • b. Pensioen- en spaarfondsen

    Hoewel daaromtrent in de Overeenkomst niets is bepaald, is van Franse zijde evenwel de mogelijkheid geopend dat ook in Nederland gevestigde pensioenfondsen en spaarfondsen het 'avoir fiscal' kunnen ontvangen. Deze maatregel steunt op een besluit van de Franse minister van Economische Zaken en Financiën van 24 november 1971.

    Ook ten aanzien van pensioen- en spaarfondsen worden de voorwaarden voor het ontvangen van het 'avoir fiscal' in artikel 2 vermeld.

    Van Franse zijde is de mogelijkheid tot het ontvangen van het 'avoir fiscal' niet uitgebreid tot andere lichamen die niet aan de vennootschapsbelasting zijn onderworpen, zoals stichtingen en verenigingen op het gebied van liefdadigheid, cultuur, wetenschap of dergelijke.

Artikel 2. Voorwaarden voor de aanspraak op het ‘avoir fiscal’

[Regeling vervallen per 17-03-2007]

Voor de aanspraak op het 'avoir fiscal' zijn van Franse zijde de volgende voorwaarden gesteld:

  • a. Beleggingsmaatschappijen en beleggingsfondsen

    • 1. De aandelen van de vennootschap of de bewijzen van deelgerechtigdheid van het fonds moeten voor iedere geïnteresseerde vrij verkrijgbaar zijn.

    • 2. De effectenportefeuille moet gekenmerkt zijn door internationale spreiding. Aan deze voorwaarde wordt geacht te zijn voldaan indien het bezit aan Franse effecten niet een buitensporig hoog percentage van de effectenportefeuille uitmaakt en ook overigens de spreiding niet wijst op een constructie die is opgezet om het voordeel van het 'avoir fiscal' te genieten.

  • b. Pensioen- en spaarfondsen

    Het doel van het fonds mag niet zijn het behalen van winst.

Artikel 3. Omvang van de tegemoetkoming

[Regeling vervallen per 17-03-2007]

Het 'avoir fiscal' is gelijk aan datgene waarop ook andere inwoners van Nederland (natuurlijke personen en ter zake van de Franse dividenden aan de vennootschapsbelasting onderworpen lichamen) aanspraak kunnen maken. Met betrekking tot beleggingsmaatschappijen en beleggingsfondsen alsmede pensioen- en spaarfondsen is van Franse zijde evenwel de beperking aangebracht, dat het 'avoir fiscal' slechts wordt verleend voor ter beurze genoteerde Franse aandelen. Deze beperking beïnvloedt echter niet de aanspraak van de bedoelde instellingen op vermindering van de Franse bronbelasting op dividenden van niet ter beurze genoteerde Franse aandelen, noch de aanspraak op teruggaaf van de eventueel op die dividenden betrekking hebbende 'précompte' ( artikel 10, tweede en vierde lid, van de Overeenkomst).

Artikel 4. Te vervullen formaliteiten

[Regeling vervallen per 17-03-2007]

  • 1 Voorafgaand verzoek om aangemerkt te worden als instelling die aanspraak heeft op het 'avoir fiscal'

    Alvorens verzoeken tot het ontvangen van het 'avoir fiscal' met betrekking tot genoten Franse dividenden op daartoe vastgestelde formulieren (vierde lid, hierna) kunnen worden ingediend, moet een beleggingsmaatschappij of -fonds of een pensioen- of spaarfonds, die (dat) voldoet aan de in artikel 2 vermelde voorwaarden, bij de Franse belastingadministratie een verzoek indienen om aangemerkt te worden als een instelling die aanspraak kan maken op toekenning van het 'avoir fiscal', zoals bedoeld in artikel 10, derde lid, van de Overeenkomst. Een beleggingsmaatschappij of -fonds dient daarbij te verwijzen naar het bepaalde in artikel 10, derde lid, onderdeel b, punt (iii), van de Overeenkomst, een pensioen- of spaarfonds dient te verwijzen naar het in artikel 1, onderdeel b, bedoelde ministeriële besluit van 24 november 1971.

    Het verzoek, dat bij voorkeur in de Franse taal dient te luiden, is niet aan een bepaalde vorm gebonden en kan op het eigen briefpapier van de belanghebbende instelling worden gesteld.

    In het verzoek moeten worden vermeld:

    • -

      de naam van de verzoekende instelling;

    • -

      de aard van de instelling: beleggingsmaatschappij ('société d'investissement'), fonds voor gemene rekening ('fonds d'investissement'), pensioenfonds ('caisse de retraite') of spaarfonds ('caisse de prévoyance');

    • -

      de plaats waar de leiding van de instelling is gevestigd.

      Het verzoek moet in tweevoud worden ingediend. Het moet worden gericht aan: Direction générale des Impôts - Service de la Législation Fiscale - Sous-Direction E - Bureau E1 139, rue de Bercy, 75572 Paris Cedex 12.

  • 2 Bij het verzoek over te leggen bescheiden

    Het bovenbedoelde verzoek moet vergezeld zijn van de volgende bescheiden:

    • a. Voor een beleggingsmaatschappij of een beleggingsfonds:

      • 1. Een exemplaar van de statuten.

      • 2. Een document waaruit de samenstelling van de effectenportefeuille bij de afsluiting van het laatstverlopen boekjaar blijkt.

      • 3. Een stuk waaruit blijkt dat de aandelen van de maatschappij of de bewijzen van deelgerechtigdheid van het fonds voor iedere geïnteresseerde vrij verkrijgbaar zijn.

        Voor wat het onder 3) bedoelde stuk betreft, valt te denken:

        • a. met betrekking tot beleggingsmaatschappijen en -fondsen waarvan de aandelen of bewijzen van deelgerechtigdheid ter beurze genoteerd worden, aan een verklaring dienaangaande, af te geven door het Bestuur van de Vereniging voor de Effectenhandel te Amsterdam (zulk een verklaring zal bij voorkeur in de Franse taal dienen te luiden);

        • b. met betrekking tot de overige instellingen, aan elk ander stuk waaruit in voldoende mate blijkt dat aan het desbetreffende vereiste wordt voldaan, bij voorbeeld een prospectus van de belanghebbende instelling.

    • b. Voor een pensioenfonds of een spaarfonds:

      • 1. Een officieel stuk waaruit van de oprichting of de werking van het fonds blijkt.

        Hierbij kan gedacht worden aan een afschrift van de notariële akte van oprichting of de notariële wijzigingsakte.

      • 2. Een verklaring, dat het doel van het fonds niet is het behalen van winst en dat het fonds van de vennootschapsbelasting is vrijgesteld.

        Voor het verkrijgen van een zodanige verklaring kan men zich wenden tot het bevoegde hoofd van de eenheid van de Belastingdienst.

      • 3. Beslissing op het verzoek De Franse belastingautoriteit ('Direction générale des Impôts') deelt haar beslissing op het ingediende verzoek aan de verzoekende instelling mede, door aan deze het tweede exemplaar van het verzoek terug te zenden, waarop de beslissing is aangetekend. De toewijzing van een ingediend verzoek blijft voor onbepaalde tijd van kracht en behoeft niet periodiek te worden vernieuwd.

        Datum en nummer van de beschikking van de 'Direction générale des Impôts moeten worden vermeld op elk formulier, houdende verzoek om uitkering van het 'avoir fiscal' op genoten Franse dividenden (vierde lid, hierna).

      • 4. Verzoek om uitkering van het 'avoir fiscal' met betrekking tot genoten Franse dividenden

        Voor het verkrijgen van de uitkering van het 'avoir fiscal', moet de belanghebbende instelling een formulier RF6 Pays-Bas' invullen.

        Dit formulier moet in tweevoud worden ingevuld. Een verklaring van de Nederlandse belastingdienst is niet vereist.

        De beide exemplaren van het formulier moeten worden gezonden aan de in Frankrijk gevestigde instelling die de dividenden heeft uitbetaald.

        Het formulier bevat een toelichting, waarin aanwijzingen voor het gebruik van het formulier worden gegeven en waarin de gang van zaken met betrekking tot de uitkering van het 'avoir fiscal' wordt uiteengezet.

        De methode van deze uitkering is dezelfde als die welke bij gebruik van het formulier RF1 wordt gevolgd. Dit betekent dat bij de uitbetaling van de dividenden de volle Franse bronbelasting wordt ingehouden. Door middel van de indiening van het desbetreffende formulier komt de belanghebbende Nederlandse instelling in het genot van zowel de vermindering van de Franse bronheffing tot 15% als het haar toekomende 'avoir fiscal' (onder inhouding van 15% Franse belasting).

Artikel 5. Termijn van indiening van verzoeken om uitkering van het 'avoir fiscal'

[Regeling vervallen per 17-03-2007]

Een formulier RF6 Pays-Bas moet in het algemeen zo spoedig mogelijk na het innen van de desbetreffende dividenden worden toegezonden aan de Franse instelling die de dividenden heeft uitbetaald. Het formulier dient in ieder geval de bevoegde Franse belastingautoriteit - door tussenkomst van de uitbetalende Franse instelling - te bereiken vóór het einde van het kalenderjaar volgende op dat waarin de dividenden betaald of betaalbaar werden gesteld.

Artikel 6. Verkrijgbaarheid van de formulieren

[Regeling vervallen per 17-03-2007]

Exemplaren van het formulier RF6 Pays-Bas zijn voor belanghebbende in Nederland kosteloos verkrijgbaar bij de Belastingdienst/Centrum voor facilitaire dienstverlening, Afdeling Logistiek reprografisch centrum, Postbus 1314, 7301 BN Apeldoorn.

Artikel 7. Intrekking

[Regeling vervallen per 17-03-2007]

De beschikkingen van de Staatssecretaris van Financiën van 28 november 1975, nr. 07-500791 (Stcrt. van 1 december 1975, nr. 232), en van 26 januari 1976, nr. 07-600129 (Stcrt. van 29 januari 1976, nr. 20), worden ingetrokken.

Artikel 8. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 17-03-2007]

  • 1 Deze regeling kan worden aangehaald als: Bijzondere Franse uitvoeringsvoorschriften belastingovereenkomst Nederland-Frankrijk.

  • 2

Zij treedt in werking met ingang van 1 januari 1991.

  • 3 Zij vindt met inachtneming van het bepaalde in artikel 5 toepassing met betrekking tot dividenden die in 1974 en latere jaren betaald of betaalbaar zijn gesteld.

    Indien het in artikel 4, eerste lid, bedoelde 'voorafgaande verzoek' vóór het einde van een kalenderjaar wordt ingediend, zal het 'avoir fiscal' kunnen worden verleend op alle dividenden die in de loop van het kalenderjaar betaald of betaalbaar zijn gesteld.

De

Staatssecretaris

van Financiën ,

M. J. J. van Amelsvoort

Naar boven