Nederlandse uitvoeringsvoorschriften belastingovereenkomst Nederland-Frankrijk

[Regeling vervallen per 17-05-2007 met terugwerkende kracht tot en met 10-05-2007.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 01-01-1997 t/m 09-05-2007

Nederlandse uitvoeringsvoorschriften belastingovereenkomst Nederland-Frankrijk

De Staatssecretaris van Financiën,

Gelet op artikel 26 van de op 16 maart 1973 te Parijs tussen Nederland en Frankrijk gesloten Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen (Trb. 1973, nr. 83);

Besluit:

Artikel 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 17-05-2007 met terugwerkende kracht tot en met 10-05-2007]

  • 1 Deze regeling verstaat onder:

    Overeenkomst:

    de op 16 maart 1973 te Parijs tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Franse Republiek gesloten Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, met protocol.

  • 2 Deze regeling neemt verder de begrippen van de Overeenkomst over.

Artikel 2. Nederlandse dividendbelasting met betrekking tot portfoliodividenden (vrijstellingsprocedure)

[Regeling vervallen per 17-05-2007 met terugwerkende kracht tot en met 10-05-2007]

  • 1 Een inwoner van Frankrijk die ingevolge artikel 10, tweede lid, onderdeel b, of artikel 11, tweede lid, van de Overeenkomst aanspraak heeft op vermindering van dividendbelasting, levert voor het geldend maken van die aanspraak bij het belastingbestuur over zijn woonplaats een ingevulde en ondertekende verklaring in tweevoud in op een formulier volgens het in bijlage 1 opgenomen model (formulier ‘IB 92 FRA’).

    Nadat hij een exemplaar van de verklaring, voorzien van dagtekening en ondertekening van de daarop voorkomende bevestiging omtrent de woonplaats, van vorenbedoeld bestuur heeft terugontvangen, legt hij dit over bij het innen van de dividenden.

  • 2 De vennootschap die dividend verschuldigd is, degene bij wie de opbrengst betaalbaar is gesteld, het administratiekantoor dat de opbrengst doorbetaalt aan certificaathouders, en degene tot wiens beroep het kopen of innen van dividendbewijzen gewoonlijk behoort, zijn bevoegd die opbrengst uit te betalen onder aftrek van dividendbelasting naar een tarief van:

    • 15 percent indien het gaat om opbrengst van aandelen of winstbewijzen:

    • 10 percent indien het gaat om opbrengst van winstdelende obligaties; een en ander indien de gerechtigde tot de opbrengst het van een ondertekende bevestiging omtrent de woonplaats voorziene exemplaar van de in het eerste lid bedoelde verklaring heeft overgelegd.

  • 3 Voor zover dividendbelasting, die is ingehouden en afgedragen, ingevolge het tweede lid bij de uitbetaling van de opbrengst niet in aftrek is gebracht, wordt deze aan de vennootschap teruggegeven na indiening van een verzoek bij de inspecteur binnen wiens ambtsgebied zij is gevestigd, onder overlegging van het van een ondertekende bevestiging omtrent de woonplaats voorziene exemplaar van de in het eerste lid bedoelde verklaring. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking.

  • 4 Indien de verzoeker niet kan bevestigen dat hij uit hoofde van zijn eigendomsrechten met betrekking tot de in punt 2 van het formulier ‘IB 92 FRA’ vermelde effecten, op de in dat punt vermelde datum(s) van betaalbaarstelling gerechtigd is (was, zal zijn) tot de in dat punt vermelde inkomsten, dient hij hiervan uitdrukkelijk melding te maken in punt 8 van het formulier en daarbij zijn specifieke omstandigheden nader toe te lichten. In dat geval mag het formulier ‘IB 92 FRA’ slechts worden gebruikt als verzoek om gedeeltelijke teruggaaf van dividendbelasting.

  • 5 Indien de verzoeker niet kan bevestigen dat hij de in punt 2 van het formulier ‘IB 92 FRA’ vermelde effecten niet heeft verkregen ingevolge enige overeenkomst, optie of regeling, waarbij hij is overeengekomen of kan worden verplicht de effecten weer te verkopen of over te dragen, dient hij hiervan uitdrukkelijk melding te maken in punt 8 van het formulier en daarbij zijn specifieke omstandigheden nader toe te lichten. In dat geval mag het formulier ‘IB 92 FRA’ slechts worden gebruikt als verzoek om gedeeltelijke teruggaaf van dividendbelasting.

Artikel 3. Nederlandse dividendbelasting met betrekking tot portfoliodividenden (teruggaafprocedure)

[Regeling vervallen per 17-05-2007 met terugwerkende kracht tot en met 10-05-2007]

  • 1 Een inwoner van Frankrijk die ingevolge artikel 10, tweede lid, onderdeel b, of artikel 11, tweede lid, van de Overeenkomst aanspraak heeft op vermindering van dividendbelasting en die zijn aanspraak niet op de voet van artikel 2 heeft kunnen geldend maken, heeft recht op teruggaaf van hetgeen aan dividendbelasting meer is ingehouden dan:

    • 15 percent indien het gaat om opbrengst van aandelen of winstbewijzen;

    • 10 percent indien het gaat om opbrengst van winstdelende obligaties.

  • 2 Tot het verkrijgen van de teruggaaf levert de belanghebbende bij het belastingbestuur over zijn woonplaats een ingevulde en ondertekende verklaring in tweevoud in op een formulier volgens het in de bijlage opgenomen model (formulier ‘IB 92 FRA’). Nadat bij een exemplaar van de verklaring, voorzien van dagtekening en ondertekening van de daarop voorkomende bevestiging omtrent de woonplaats, van vorenbedoeld bestuur heeft terugontvangen, handelt hij overeenkomstig het derde lid of het vierde lid.

  • 3 Indien de opbrengst is uitbetaald door een in Nederland wonende of gevestigde persoon die de in artikel 9 van de Wet op de dividendbelasting 1965 bedoelde dividendnota, waaruit van de betaling van de terug te geven belasting door de belanghebbende blijkt, heeft uitgereikt, levert de belanghebbende het van een ondertekende bevestiging omtrent de woonplaats voorziene exemplaar van de verklaring in bij de hierboven bedoelde persoon, onder bijvoeging van de dividendnota. Is dit laatste niet mogelijk, dan voegt de persoon die de dividendnota heeft uitgereikt bij de verklaring een door hem gewaarmerkt afschrift van de dividendnota. Degene die de dividendnota heeft uitgereikt zendt, met een begeleidende brief, waaruit blijkt dat hij voor de belanghebbende optreedt, de bij hem ingeleverde verklaring, te zamen met de dividendnota of het afschrift daarvan, aan de inspecteur van de Belastingdienst/Particulieren/Ondernemingen buitenland, die op het verzoek beslist bij voor bezwaar vatbare beschikking. Het terug te geven bedrag wordt door de ontvanger van de Belastingdienst/Particulieren/Ondernemingen buitenland ten behoeve van de belanghebbende overgemaakt aan degene die de dividendnota heeft uitgereikt.

  • 4 Indien de opbrengst niet is uitbetaald door een in Nederland wonende of gevestigde persoon en de belanghebbende dientengevolge niet in het bezit is van een in het derde lid bedoelde dividendnota, zendt hij het van een ondertekende bevestiging omtrent de woonplaats voorziene exemplaar van de verklaring rechtstreeks toe aan de inspecteur van de Belastingdienst/Particulieren/Ondernemingen buitenland, onder bijvoeging van een dividendnota of ander bewijsstuk, waaruit blijken:

    • a. de desbetreffende opbrengst, en

    • b. het feit dat de terug te geven belasting door de belanghebbende is betaald.

    De inspecteur van de Belastingdienst/Particulieren/Ondernemingen buitenland beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking. Het terug te geven bedrag wordt door de ontvanger van de Belastingdienst/Particulieren/Ondernemingen buitenland aan de belanghebbende overgemaakt.

Artikel 4. Nederlandse dividendbelasting met betrekking tot portfoliodividenden (bijzondere vrijstellingsprocedure)

[Regeling vervallen per 17-05-2007 met terugwerkende kracht tot en met 10-05-2007]

  • 1 In afwijking van het bepaalde in artikel 2, tweede lid, is een in Frankrijk gevestigde bank of daarmede gelijk te stellen instelling, die voldoet aan de bepalingen van de Franse wet nr. 66–1008 van 28 december 1966, betreffende de financiële betrekkingen met het buitenland (‘loi nr. 66–1008 du 28 decembre 1966 relative aux relations financières avec l'étranger’) en van de voor de uitvoering van die wet gegeven voorschriften, bevoegd dividenden op aandelen toekomende aan inwoners van Frankrijk die, ingevolge artikel 10, tweede lid, onderdeel b, van de Overeenkomst, aanspraak hebben op vermindering van dividendbelasting tot een tarief van 15 percent, uit te betalen onder aftrek van dividendbelasting naar een tarief van 15 percent, zonder dat een verklaring, bedoeld in artikel 2, eerste lid, wordt overgelegd, indien:

    • a. de aandelen op de datum van betaalbaarstelling van het dividend zich onder berusting van die bank of die instelling bevinden;

    • b. die bank of instelling

      • 1. met betrekking tot de dividenden en de daartoe gerechtigden een collectieve verklaring, volgens het in bijlage II opgenomen model (formulier ‘IB 95 FRA’) 1 in drievoud invult en ondertekent;

      • 2. het eerste exemplaar van dit formulier bewaart en ter beschikking houdt van de Franse belastingadministratie;

      • 3. de beide andere exemplaren van het formulier inlevert bij de dividendbetalende vennootschap, dan wel bij de tussenpersoon die namens de vennootschap het dividend aan haar uitbetaalt.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, worden aandelen die ten name van een in Frankrijk gevestigde bank of daarmede gelijk te stellen instelling worden bewaard bij de ‘Société Interprofessionnelle pour la compensation des Valeurs mobilieres (SICOVAM)’ te Parijs, dan wel buiten Frankrijk worden bewaard in een depot ten name van een zodanige bank of instelling, geacht onder berusting van die bank of die instelling te zijn.

  • 3 Het is toegestaan de gegevens omtrent de dividenden en de daartoe gerechtigden, in plaats van op de achterzijde van het in het eerste lid bedoelde formulier, te vermelden op een afzonderlijke bijlage bij het formulier, mits:

    • 1e de bijlage de gegevens vermeldt die blijkens de op de achterzijde van het formulier voorkomende gedrukte tekst behoren te worden verstrekt;

    • 2e de bijlage wordt gedagtekend en ondertekend;

    • 3e op het formulier naar de bijlage en op de bijlage naar het formulier wordt verwezen;

    • 4e aan het hoofd of aan het slot van de bijlage een samenvatting wordt gegeven van de inhoud daarvan, met vermelding van:

      • a. de soort van de aandelen alsmede de naam en de plaats van vestiging van de vennootschap die de aandelen heeft uitgegeven;

      • b. het volgnummer van het dividendbewijs (indien daarvan sprake is) en de datum van betaalbaarstelling van het dividend;

      • c. het totale aantal dividendbewijzen dan wel het totale aantal aandelen of de gezamenlijke nominale waarde der aandelen;

      • d. het totale bruto-bedrag van het dividend ter zake waarvan aanspraak op vermindering van belasting wordt gemaakt, alsmede het totale bedrag van de belasting waarvoor vrijstelling wordt verzocht;

    • 5e de onder 4e bedoelde samenvatting ook op de achterzijde van het formulier wordt gegeven.

  • 4 Voor zover dividendbelasting, die is ingehouden en afgedragen, ingevolge het eerste lid bij de uitbetaling van de dividenden aan de rechthebbenden niet in aftrek is gebracht, wordt deze aan de vennootschap teruggegeven na indiening van een verzoek bij de inspecteur binnen wiens ambtsgebied zij is gevestigd, onder overlegging van de beide exemplaren van het formulier, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, punt (3). De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking.

  • 5 De in het vorige lid bedoelde inspecteur zendt een van de beide exemplaren van het formulier door naar de inspecteur van de Belastingdienst/Particulieren/Ondernemingen buitenland. Deze zendt de door hem aldus ontvangen formulieren door naar de Franse belastingadministratie.

Artikel 5. Nederlandse dividendbelasting met betrekking tot deelnemingsdividenden (vrijstellingsprocedure)

[Regeling vervallen per 17-05-2007 met terugwerkende kracht tot en met 10-05-2007]

  • 1 Een vennootschap, die aan een vennootschap op aandelen of een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die inwoner van Frankrijk is en die onmiddellijk ten minste 25 percent bezit van het kapitaal van de eerstbedoelde vennootschap, dividenden betaalt waarop ingevolge artikel 10, tweede lid, onderdeel a, van de Overeenkomst ten hoogste 5 percent dividendbelasting mag worden ingehouden, kan bij de inspecteur binnen wiens ambtsgebied zij is gevestigd, het verzoek indienen ontslagen te worden van de verplichting tot inhouding van die belasting voor zover deze meer dan 5 percent bedraagt.

  • 2 In het verzoek wordt opgaaf verstrekt van:

    • a. de naam, de plaats van vestiging en het adres van de in het eerste lid bedoelde Franse vennootschap;

    • b. het totale nominale bedrag van het geplaatste en gestorte kapitaal van de Nederlandse vennootschap;

    • c. het gedeelte van dat kapitaal dat de in het eerste lid bedoelde Franse vennootschap onmiddellijk bezit.

      In het verzoek wordt voorts verklaard dat de Franse vennootschap een vennootschap op aandelen of een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid is.

  • 3 Indien de inspecteur gunstig op het verzoek beslist, blijft zijn beslissing van kracht met betrekking tot elke daarin genoemde Franse vennootschap zolang:

    • -

      deze inwoner van Frankrijk is, en

    • -

      zij onmiddellijk ten minste 25 percent van het geplaatste en gestorte kapitaal van de Nederlandse vennootschap blijft bezitten, en

    • -

      de in de laatste volzin van het tweede lid bedoelde verklaring op haar van toepassing blijft.

    De bestuurder van de Nederlandse vennootschap aan wie blijkt of die redelijkerwijs moet vermoeden dat zulks in enig opzicht niet meer het geval is, is gehouden daarvan aan de inspecteur schriftelijk mededeling te doen vóór de eerstvolgende vaststelling van dividend.

Artikel 6. Nederlandse dividendbelasting met betrekking tot deelnemingsdividenden (teruggaafprocedure)

[Regeling vervallen per 17-05-2007 met terugwerkende kracht tot en met 10-05-2007]

  • 1 Indien meer dan 5 percent dividendbelasting is ingehouden van dividenden, betaald door een vennootschap aan een vennootschap op aandelen of een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die inwoner van Frankrijk is, terwijl ingevolge artikel 10, tweede lid, onderdeel a, van de Overeenkomst de daarop in te houden dividendbelasting 5 percent bedraagt, kan die Franse vennootschap een verzoek om teruggaaf van hetgeen meer is ingehouden richten totde inspecteur binnen wiens ambtsgebied de Nederlandse vennootschap is gevestigd.

  • 2 Het in het eerste lid bedoelde verzoek wordt ingeleverd bij de vennootschap die de dividenden heeft betaald. Deze zendt het verzoek aan de in het eerste lid bedoelde inspecteur, nadat zij daaraan de in artikel 5, tweede lid, bedoelde gegevens en de in dat lid bedoelde verklaring heeft toegevoegd. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking.

  • 3 Het terug te geven bedrag wordt door de ontvanger ten behoeve van de belanghebbende Franse vennootschap aan de Nederlandse vennootschap overgemaakt.

Artikel 7. Formele bepaling

[Regeling vervallen per 17-05-2007 met terugwerkende kracht tot en met 10-05-2007]

De in deze regeling bedoelde verklaringen, verzoeken, gegevens en mededelingen moeten duidelijk, stellig en zonder voorbehoud worden gedaan of verstrekt.

Artikel 8. Verjaringstermijn

[Regeling vervallen per 17-05-2007 met terugwerkende kracht tot en met 10-05-2007]

Verzoeken om teruggaaf van belasting, als bedoeld in de artikelen 3 en 6, moeten bij de bevoegde inspecteur zijn ingediend binnen een tijdvak van drie jaren na het einde van het kalenderjaar waarin de belasting is geheven.

Artikel 9. Formulieren

[Regeling vervallen per 17-05-2007 met terugwerkende kracht tot en met 10-05-2007]

De in de artikelen 2, eerste lid, 3, tweede lid, en 4, eerste lid, bedoelde formulieren worden van rijkswege verstrekt. De formulieren zijn op aanvraag kosteloos verkrijgbaar, in Nederland bij de Belastingdienst/Centrum voor facilitaire dienstverlening, Afdeling Logistiek reprografisch centrum, Postbus 1314, 7301 BN Apeldoorn, en in Frankrijk bij de ‘Direction des Services Fiscaux’ in elk der departementen, alsmede, wat Parijs betreft, bij het ‘Centre des Impóts des non-résidents’, 9 rue d'Uzés 75094 Paris Cedex 02.

Artikel 10. Intrekking

[Regeling vervallen per 17-05-2007 met terugwerkende kracht tot en met 10-05-2007]

De beschikking van de staatssecretaris van Financiën van 20 maart 1974, nr. B74/6446 (Stcrt. van 22 maart 1974, nr. 58), wordt ingetrokken.

Artikel 11. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 17-05-2007 met terugwerkende kracht tot en met 10-05-2007]

  • 1 Deze regeling kan worden aangehaald als: Nederlandse uitvoeringsvoorschriften belastingovereenkomst Nederland Frankrijk.

  • 2 Zij treedt in werking met ingang van 1 januari 1991.

  • 3 Zij vindt met inachtneming van het bepaalde in artikel 8 toepassing met betrekking tot dividenden die betaald of betaalbaar zijn gesteld op of na 29 maart 1974.

De

Staatssecretaris

van Financiën,

M. J. J. van Amelsvoort

  1. Totdat de voorraad is uitgeput mag nog het oude formulier ‘Inkomstenbelasting nr. 95 F' worden gebruikt. ^ [1]
Naar boven