Mandateringsregeling zelfbeheer Volkel

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-01-1991 t/m heden

Mandateringsregeling zelfbeheer Volkel

De Minister van Defensie,

Overwegende dat de vliegbasis Volkel als experimenteel project is aangewezen in het kader van zelfbeheer en dat in verband daarmee bevoegdheden op o.a. het gebied van personeelsbeheer moeten worden gemandateerd;

Besluit:

Artikel 2

De commandant is namens de minister bevoegd te bepalen dat een geschorste militair dan wel een dienstplichtige aan wie een dienstverbod is opgelegd geen aanspraak heeft op zijn volledige bezoldiging.

Artikel 3

De commandant is namens de minister bevoegd aan beroeps- en dienstplichtige militairen die uit hoofde van hun functie dienst moeten verrichten in burgerkleding, een tegemoetkoming daarvoor te verlenen.

Artikel 4

De commandant is namens de minister bevoegd aan beroeps- en dienstplichtige militairen die een dienstreis moeten ondernemen naar een gebied, waar tijdens het verblijf polaire koude of tropische hitte heerst, een tegemoetkoming te verlenen in de aanschaffingskosten van noodzakelijke burgerkleding.

Artikel 5

De commandant is namens de minister bevoegd tot het toekennen van schadevergoeding aan beroeps- en dienstplichtige militairen, aan wie verlof was verleend, hetwelk zij al al dan niet reeds genieten, en die geldelijke schade lijden als gevolg van het geheel dan wel gedeeltelijk intrekken van dat verlof, voor zover zij die redelijkerwijs niet hebben kunnen voorkomen.

Artikel 6

De commandant is namens de minister bevoegd om de tijd waarvoor een aanstelling bij het beroepspersoneel voor bepaalde tijd is geschied, te bekorten met ten hoogste zes maanden indien een militair een zwaarwegend persoonlijk belang kan aantonen.

Artikel 7

De commandant kan bepalen dat een beoordeling wordt opgemaakt indien het functioneren van een beroepsmilitair daartoe aanleiding geeft dan wel indien een militair op grond van een bijzonder belang om een beoordeling verzoekt.

Artikel 8

De commandant is namens de minister bevoegd om de aanstelling BBT van militairen uit nader door de minister aan te geven functiegebieden te verlengen.

Artikel 9

De commandant oefent de in deze regeling toegekende bevoegdheden uit met inachtneming van de ter zake gegeven richtlijnen.

Artikel 10

De commandant kan de in deze regeling toegekende bevoegdheden uitoefenen ten aanzien van militairen die volledig onder zijn bevel zijn geplaatst.

Artikel 11

De commandant deelt de besluiten die zijn genomen op grond van deze regeling mede aan de Directeur Personeel Koninklijk Luchtmacht.

Artikel 13

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1991 en wordt geplaatst in de Nederlandse Staatscourant.

De

Minister

van Defensie,
Voor deze,
De

Directeur Personeel Koninklijke Luchtmacht

,
De Generaal-Majoor

J. F. G. A. M. Maas

Naar boven