Indiase uitvoeringsvoorschriften belastingverdrag Nederland-India

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 01-12-1990 t/m heden

Indiase uitvoeringsvoorschriften belastingverdrag Nederland-India

De staatssecretaris van Financiën

Besluit:

Door plaatsing in de Staatscourant het navolgende ter kennis van belanghebbende inwoners van Nederland te brengen:

Regeling inzake vermindering en vrijstelling van Indiase belasting op dividenden, interest, royalty's, vergoedingen voor technische diensten en vergoedingen voor het gebruik van uitrusting, genoten door inwoners van Nederland.

Artikel 1. Aanspraken van inwoners van Nederland

Aan de op 30 juli 1988 tussen Nederland en India gesloten Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en vermogen (Trb. 1988, 122) kunnen inwoners van Nederland onder meer de volgende aanspraken ontlenen, geregeld in de hieronder tussen haakjes vermelde artikelen van de Overeenkomst:

  • a. Vermindering tot 15% van de Indiase belasting op dividenden, betaald door een lichaam dat inwoner van India is aan een inwoner van Nederland die de uiteindelijk gerechtigde daarvan is (artikel 10, tweede lid).

  • b. Algehele vrijstelling van de Indiase belasting op interest, afkomstig uit India en betaald aan de Regering van Nederland, de lagere overheden van Nederland, de instellingen, waarvan het kapitaal geheel in eigendom is van de Regering van Nederland of de lagere overheden van Nederland, de Nederlandsche Bank, de Nederlandse Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden N.V. en de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden N.V. (artikel 11, derde lid, onderdeel a) en vierde lid, onderdeel a)).

  • c. Algehele vrijstelling van Indiase belasting op interest, afkomstig uit India en betaald ter zake van een lening gegarandeerd of verzekerd door de Regering van Nederland, de lagere overheden van Nederland, de instellingen, waarvan het kapitaal geheel in eigendom is van de Regering van Nederland of de lagere overheden van Nederland, de Nederlandsche Bank, de Nederlandse Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden N.V. en de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden N.V. (artikel 11, derde lid, onderdeel b) en vierde lid, onderdeel a)).

  • d. Vermindering tot 10% van de Indiase belasting op uit India afkomstige interest, indien deze wordt genoten door een inwoner van Nederland die de uiteindelijk gerechtigde daarvan is ter zake van leningen verstrekt of gegarandeerd door een bank of een andere financiële instelling die daadwerkelijk het bankbedrijf uitoefent of een financieringsonderneming drijft of door een onderneming die onmiddellijk of middellijk ten minste 10% van het kapitaal bezit van het lichaam dat de interest betaalt (artikel 11, tweede lid, onderdeel a)).

  • e. Vermindering tot 15% van de Indiase belasting op niet onder de onderdelen b, c en d van dit artikel vallende interest, afkomstig uit India en betaald aan een inwoner van Nederland die de uiteindelijk gerechtigde daarvan is (artikel 11, tweede lid, onderdeel b)).

  • f. Vermindering tot 20% van de Indiase belasting op royalty's (vergoedingen van welke aard ook voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, een auteursrecht op een werk op het gebied van letterkunde, kunst of wetenschap – waaronder begrepen bioscoopfilms en werken op film of beeldband voor televisieuitzendingen, van een octrooi, een fabrieks, of handelsmerk, een tekening of model, een plan, een geheim recept of een geheime werkwijze, of voor inlichtingen omtrent ervaringen op het gebied van nijverheid, handel of wetenschap), afkomstig uit India en betaald aan een inwoner van Nederland die de uiteindelijk gerechtigde daarvan is (artikel 12, tweede en vierde lid).

  • g. Vermindering tot 20% van de Indiase belasting op vergoedingen voor technische diensten (betalingen van welke aard ook aan een persoon voor diensten van bestuurlijke, technische of raadgevende aard), afkomstig uit India en betaald aan een inwoner van Nederland die de uiteindelijk gerechtigde daarvan is (artikel 13, tweede en vijfde lid).

    Betalingen aan een werknemer van de persoon die de betalingen doet en betalingen aan een natuurlijke persoon in het kader van de uitoefening van een vrij beroep of ter zake van andere werkzaamheden van zelfstandige aard worden niet als vergoedingen voor technische diensten in de zin van artikel 12 aangemerkt (artikel 12, vijfde lid).

  • h. Vermindering tot 20% van de Indiase belasting op vergoedingen voor het gebruik van uitrusting (betalingen van welke aard ook die worden ontvangen voor het gebruik, of het recht van gebruik, van uitrusting op het gebied van nijverheid, handel of wetenschap), afkomstig uit India en betaald aan een inwoner van Nederland die de uiteindelijk gerechtigde daarvan is (artikel 12, tweede en zesde lid).

De onder de onderdelen a en d tot en met h van dit artikel vermelde verminderingen zijn te berekenen over het brutobedrag van de dividenden, interest, royalty's, vergoedingen voor technische diensten en vergoedingen voor het gebruik van uitrusting.

De onder de onderdelen b en c van dit artikel vermelde vrijstellingen alsmede de onder de onderdelen a, d en e tot en met h van dit artikel vermelde verminderingen zijn niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden, de interest, de royalty's, vergoedingen voor technische diensten of vergoedingen voor het gebruik van uitrusting in India een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting of in India zelfstandig arbeid verricht vanuit een aldaar gevestigd vast middelpunt, en het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald, de vordering uit hoofde waarvan de interest wordt betaald of de royalty's, vergoedingen voor technische diensten of vergoedingen voor het gebruik van uitrusting, tot het bedrijfsvermogen van die vaste inrichting of tot het beroepsvermogen van dat vaste middelpunt behoort c q. behoren.

Artikel 2. Indiase regeling

Ter uitvoering van artikel 1 is van Indiase zijde de volgende regeling getroffen:

  • a. Wijze waarop de vermindering of vrijstelling wordt verleend

    De in artikel 1 vermelde verminderingen en vrijstellingen worden in India in het algemeen bij de bron verleend. De Indiase schuldenaar van de dividenden, interest, royalty's, vergoedingen voor technische diensten en vergoedingen voor het gebruik van uitrusting mag deze inkomsten uitbetalen zonder inhouding van Indiase belasting of onder inhouding van het volgens de Overeenkomst verlaagde tarief van de Indiase belasting, nadat de in Nederland wonende gerechtigde van vorenbedoelde inkomsten aan hem heeft overgelegd een gedateerde en ondertekende verklaring van het hoofd van de eenheid van de Belastingdienst binnen wiens ambtsgebied hij woont of gevestigd is, inhoudende een bevestiging dat hij op de datum(s) van betaling van de desbetreffende dividenden/interest/royalty's/vergoedingen voor technische diensten/vergoedingen voor het gebruik van uitrusting inwoner van Nederland is in de zin van artikel 4 van de Overeenkomst.

    Eenzelfde verklaring dient de belanghebbende inwoner van Nederland te doen toekomen aan de bevoegde Indiase belastinginspecteur (Assessing Officer) voor het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar tegen de overmaking van vorenbedoelde inkomsten naar Nederland of een ander land.

    De hiervoor bedoelde verklaringen kunnen door de belanghebbende inwoner van Nederland worden aangevraagd bij vorenbedoeld hoofd van de eenheid van de Belastingdienst.

    In de Engelse taal zal de tekst van deze verklaringen kunnen luiden als volgt: The undersigned, Head of the Taxation Unit at … certifies that … (naam en adres van de verzoeker) on the payable date(s) of the dividends/interest/royalties/fees for technical services payments for the use of equipment concerned is a resident of the Netherlands within the meaning of Article 4 of the Convention between the Netherlands and the Republic of India for the avoidance of double taxation. De gedateerde en ondertekende verklaringen zullen voorzien zijn van het officiële stempel van de desbetreffende eenheid van de Belastingdienst.

  • b. Teruggaaf, indien te veel Indiase belasting is ingehouden

    In gevallen waarin bij de uitbetaling van de dividenden, interest, royalty's, vergoedingen voor technische diensten en vergoedingen voor het gebruik van uitrusting te veel belasting is ingehouden, kan de Nederlandse genieter van die inkomsten de te veel ingehouden belasting terugvragen. Daartoe dient hij een Indiaas aangiftebiljet inkomstenbelasting in te vullen en na ondertekening te zenden aan de betrokken belastinginspecteur (Assessing Officer) of the non-resident circle in Delhi, Calcutta, Madras, Cochin of Ahmedabad, tenzij hij reeds elders in India in de heffing van de inkomstenbelasting is betrokken. In dat geval dient de belanghebbende inwoner van Nederland zijn aangiftebiljet inkomstenbelasting, na invulling en ondertekening, te zenden aan de te zijnen aanzien bevoegde belastinginspecteur (Assessing Officer).

  • c. Termijn van indiening

    Het aangiftebiljet inkomstenbelasting moet worden ingediend binnen een tijdvak van twee jaar na het einde van het desbetreffende belastingjaar.

    De te veel ingehouden belasting wordt teruggegeven nadat de aanslag inkomstenbelasting op basis van het ingediende aangiftebiljet is vastgesteld.

Artikel 3. Intrekking

De beschikking van de Staatssecretaris van Financiën van 18 mei 1989, nr. IFZ89/575 (Stcrt. van 18 mei 1989, nr. 94, en van 29 mei 1989, nr. 101), wordt ingetrokken.

Artikel 4. Inwerkingtreding

  • 1 Deze regeling kan worden aangehaald als: Indiase uitvoeringsvoorschriften belastingverdrag Nederland-India.

  • 2 Zij vindt toepassing met betrekking tot dividenden, interest, royalty's, vergoedingen voor technische diensten en vergoedingen voor het gebruik van uitrusting die op of na 1 april 1989 zijn opgekomen.

De

Staatssecretaris

van Financiën,
namens deze:
De

Directeur-Generaal voor Fiscale Zaken,

A. Schoemaker

Naar boven