Wijziging instelling, taak en samenstelling Commissie Centraal Overleg Verkeersveiligheid te Water

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 15-11-1990 t/m heden

Wijziging instelling, taak en samenstelling Commissie Centraal Overleg Verkeersveiligheid te Water

De Minister van Verkeer en Waterstaat en de Minister van Justitie,

Gezien de gemeenschappelijke beschikking van 22 mei 1979, nr. RRV 34129, houdende de instelling en samenstelling van de Commissie Centraal Overleg Verkeersveiligheid te Water, zoals nadien gewijzigd;

Gezien de brief van de waarnemend voorzitter van voornoemde commissie van 26 juni 1990, kenmerk COVW 325;

Besluiten

Artikel 1

De instelling, taak en samenstelling van de Commissie Centraal Overleg Verkeersveiligheid te Water zoals vermeld in bovengenoemde beschikking, worden als volgt gewijzigd:

  • I. In te stellen het Centraal Overleg Verkeersveiligheid te Water (COVW) met als taak:

    • a. het bevorderen van de samenwerking en coördinatie in de taakuitvoering tussen diensten die betrokken zijn bij de verschillende aspecten van het toezicht op het scheepvaartverkeer en die belast zijn met de handhaving van de voorschriften betreffende de veiligheid en de goede orde van het verkeer op de vaarwegen;

    • b. het uitwisselen van gegevens van de onder a. bedoelde diensten enerzijds en het Openbaar Ministerie anderzijds om de beleidsuitgangspunten op elkaar af te stemmen;

    • c. het adviseren van de ondergetekenden omtrent maatregelen ter bevordering van de veiligheid en de goede orde van het verkeer op de vaarwegen, alsmede omtrent de inhoud en de toepassing van de hierop betrekking hebbende wetgeving;

    • d. het bevorderen van een efficiënte en effectieve informatievoorziening met betrekking tot het scheepvaartverkeer.

  • II. In het onder I bedoelde Overleg te benoemen:

    a. tot voorzitter:

    mr. R.H.J. de Vries,

    b. tot secretaris:

    ir. A. J. Veraart;

    tot adjunct-secretaris: (vacature);

    c. tot leden:
    • namens het Openbaar Ministerie: mr. W.P.H. Hendriks;

    • namens de Directie Politie van het MInisterie van Justitie: drs. A. Molenaar;

    • namens de Rijkspolitie te Water: J. G. W. Bär;

    • namens de Rijkswaterstaat: jhr. mr. H. R. van Doorn, ir. W.H. Barentsen;

    • namens het Directoraat-Generaal voor het Vervoer: (vacature);

    • namens het Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken: mr. K. Polderman, mr. B.G. Hofman;

    • namens het Ministerie van Binnenlandse Zaken: A. de Bruin, J.R. Hes,

    d. tot plaatsvervangend leden:
    • namens het Openbaar Ministerie: mr. H.W. Overbosch, mr. J. Riemersma;

    • namens de Directie Politie van het Ministerie van Justitie: mr. A.W. Jansonius;

    • namens de Rijkspolitie te Water: (vacature);

    • nemens de Rijkswaterstaat: ir. G.J. Schiereck, (vacature);

    • namens het Directoraat-Generaal voor het Vervoer: H. Kapel;

    • namens het Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken: ing. P.A. Veenenbos;

    • namens het Ministerie van Binnenlandse Zaken: M.V. Kösters.

Artikel 3

Afschrift van deze beschikking, die wordt geplaatst in de Nederlandse Staatscourant, wordt gezonden aan:

  • a. betrokkenen;

  • b. de secretaris van het Centraal Overleg Verkeersveiligheid te Water.

's-Gravenhage, 1 oktober 1990

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

J. R. H. Maij-Weggen

.
De

Minister

van Justitie,

E. M. H. Hirsch-Ballin

.
Naar boven