Instellingsbeschikking Commissie keuzen in de zorg

[Regeling vervallen per 28-08-2004.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 01-10-1990 t/m 27-08-2004

Instellingsbeschikking Commissie keuzen in de zorg

De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,

Overwegende dat in de Regeringsverklaring 1989 is uitgesproken dat een commissie zal worden ingesteld die zal bezien welke grenzen aan de toepassing van nieuwe medische technologieën bij patiënten moeten worden gesteld en hoe een maatschappelijk draagvlak wordt gevonden voor de oplossing van de problemen veroorzaakt door schaarste, rantsoenering van zorg en noodzakelijke selectie van patiënten;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

Er is een Commissie keuzen in de zorg inzake ‘Grenzen van de zorg’ (Kamerstukken II, 1987–1988, 20 620, nrs. 1 en 2).

Artikel 2

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

De commissie heeft tot taak strategieën te ontwikkelen voor de wijze waarop de keuze-vraagstukken op de verschillende niveaus hanteerbaar kunnen worden gemaakt. Daarbij zal de commissie nagaan welke problemen bestaan bij het maken van keuzen in de zorg op landelijk niveau (macro-niveau), op het niveau van de instelling (meso-niveau) en op dat van de individuele hulpverlener (micro-niveau).

De commissie heeft voorts tot taak via derden een publieke discussie op gang te brengen over de vraag: moet alles wel wat kan? De discussie is bedoeld om de noodzaak van het maken van keuzen bij het publiek ingang te doen vinden.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

In de commissie worden benoemd:

  • a. tot voorzitter, tevens lid:

    prof. dr. A. J. Dunning, hoogleraar in de cardiologie, Amsterdam.

  • b. tot leden:

    • mw. prof. dr. H. M. Dupuis, hoogleraar in de medische ethiek, Rotterdam;

    • prof. dr. H. Galjaard, hoogleraar in de celbiologie, Rotterdam;

    • prof. dr. T. E. D. v.d. Grinten, hoogleraar in het Beleid en organisatie geestelijke gezondheidszorg, Utrecht;

    • prof. mr. J. H. Hubben, hoogleraar in het gezondheidsrecht, Nijmegen;

    • mw. prof. dr. B. Meyboom-de Jong, hoogleraar in de huisartsgeneeskunde, Groningen;

    • prof. dr. A. de Swaan, hoogleraar in de sociologie, Amsterdam;

    • prof. dr. W. P. P. M. van de Ven, hoogleraar in de Sociale Ziektekostenverzekering, Rotterdam;

    • prof. dr. A. van Dantzig, psychiater, Amsterdam;

    • prof. dr. H. A. M. J. ten Have, hoogleraar in de wijsbegeerte, Maastricht.

  • c. tot adviserende leden:

    • J. Verhoeff, psychiater, Hoofddirecteur Gezondheidszorg bij het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur;

    • mw. drs. E. J. Mulock Houwer, plaatsvervangend Directeur-Generaal Welzijn bij het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur;

    • drs. W. van de Donk van het Bureau Secretaris-Generaal van het Ministerie van Justitie.

  • d. tot secretaris:

    • mr. J. P. Kasdorp, werkzaam bij de Nationale Raad voor de Volkgezondheid; tot adjunct-secretaris;

    • dr. I. H. Mulder, internist, werkzaam bij het Stafbureau Beleidsontwikkeling van het Directoraat-Generaal van de Volksgezondheid van het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

  • 1 De commissie bepaalt haar eigen werkwijze.

  • 2 De commissie kan voor de vervulling van haar taak werkgroepen instellen. In een werkgroep kunnen ook personen zitting hebben die geen lid zijn van de commissie.

  • 3 De commissie is bevoegd ten behoeve van de uitvoering van de haar opgedragen taak personen en instanties te consulteren. De commissie zal in dit verband tenminste het Landelijk Patiënten en Consumenten Platform, de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst en de Nationale Ziekenhuis Raad bij haar taak betrekken.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

De commissie zal zo mogelijk vóór 1 december 1991 haar rapport uitbrengen.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

  • 1 Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de commissie geschiedt door het secretariaat van de commissie met inachtneming van de bepalingen van het Besluit algemene secretarie-aangelegenheden rijksadministratie op overeenkomstige wijze als geschiedt op het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur.

  • 2 De bescheiden worden bij de opheffing van de commissie overgedragen aan het archief van het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

Deze beschikking wordt geplaatst in de Staatscourant en een afschrift zal worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer.

De

Staatssecretaris

van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,

Hans J. Simons

Naar boven