Subsidieregeling branchegewijze informaticastimulering

[Regeling vervallen per 11-06-2005.]
Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 16-03-1989 t/m 10-06-2005

Subsidieregeling branchegewijze informaticastimulering

De staatssecretaris van Economische Zaken, A. J. Evenhuis,

Overwegende, dat het gewenst is ter bevordering van het gebruik van op informatietechnologie gebaseerde technieken en systemen in ondernemingen financiële ondersteuning te verlenen aan projecten gericht op het, op brancheniveau, realiseren van een gemeenschappelijke basis voor de toepassing van informatietechnologie ter verbetering van de bedrijfsprocessen van ondernemingen in de branche;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. de minister:

de minister van Economische Zaken;

b. de brancheorganisatie:

de op 1 februari 1989 bestaande rechtspersoon, die blijkens zijn statuten als doel heeft de belangen te behartigen van de ondernemers die behoren tot eenzelfde bedrijfstak, daaronder niet begrepen de primaire landbouw en visserij, of een samenhangend deel daarvan, en die niet bedrijfsmatig werkzaam is;

c. de Commissie:

de Commissie informaticastimulering bedrijfsleven, ingesteld bij beschikking van de staatssecretaris van Economische Zaken, A.J. Evenhuis, van 14 maart 1986, nr. 89007639;

d. stimuleringsproject:

samenhangend geheel van activiteiten in een of meer van de volgende categorieën:

  • 1º. het geven van voorlichting,

  • 2º. het opstellen van een branche-informatie-raamwerk,

  • 3º. het bevorderen van standaardisatie op gebruikersniveau,

  • 4º. het maken van een systeembeoordeling;

e. voorlichting:

voorlichting aan groepen van ondernemers zowel omtrent de mogelijkheden van het gebruik van informatietechnologie ter verbetering van branchespecifieke bedrijfsprocessen als omtrent de wijze waarop de ondernemer een verantwoord besluit tot invoering van informatietechnologie in zijn bedrijf kan voorbereiden;

f. branche-informatie-raamwerk:

analyse en specificatie van de interne en/of externe informatiebehoefte met betrekking tot branchespecifieke bedrijfsprocessen van individuele ondernemingen ten behoeve van een verantwoorde besluitvorming over het ontwikkelen en invoeren van geautomatiseerde informatiesystemen;

g. standaardisatie op gebruikersniveau:

toepassing van bestaande of in ontwikkeling zijnde nationale en internationale standaarden en normen op gebruikers- en applicatieniveau bij het ontwikkelen en het invoeren van geautomatiseerde informatiesystemen;

h. systeembeoordeling:

beoordeling van branchespecifieke geautomatiseerde informatiesystemen ten behoeve van een verantwoorde besluitvorming inzake het invoeren van dergelijke systemen door ondernemers;

i. een extern bureau:

een niet tot de brancheorganisatie behorende natuurlijke persoon of niet publiekrechtelijke rechtspersoon die bedrijfsmatig aan derden diensten aanbiedt;

j. de externe kosten:

de noodzakelijke, op basis van de door de minister goedgekeurde begroting, rechtstreeks aan de uitvoering van het stimuleringsproject toe te rekenen, door de brancheorganisatie aan een of meer externe bureaus verschuldigde kosten, uitgezonderd omzetbelasting indien de brancheorganisatie de haar in rekening gebrachte omzetbelasting geheel of gedeeltelijk in aftrek kan brengen op de door haar af te dragen omzetbelasting.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

  • 1 Aan een brancheorganisatie die voor haar rekening en risico een stimuleringsproject doet uitvoeren wordt met inachtneming van de volgende bepalingen subsidie verleend ter tegemoetkoming in de externe kosten.

  • 2 Aan een brancheorganisatie wordt op grond van deze regeling per kalenderjaar niet meer dan f 500 000 toegezegd.

  • 3 De subsidie bedraagt 50% van de in het eerste lid – met inachtneming van het in het vierde lid bepaalde – bedoelde kosten.

  • 4 Indien ter zake van de in het eerste lid bedoelde kosten reeds uit anderen hoofde van rijkswege subsidie is toegezegd of verstrekt, wordt op grond van deze regeling geen subsidie verstrekt.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

  • 1 Een aanvraag om subsidie dient vóór 1 december 1990 en voordat de opdracht tot uitvoering van het stimuleringsproject aan het externe bureau is verleend bij de minister te worden ingediend.

  • 2 De aanvraag dient schriftelijk te worden ingediend met gebruikmaking van een juist en volledig ingevuld formulier, waarvan het model is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 1. De aanvraag dient vergezeld te gaan van alle stukken die blijkens het formulier met de aanvraag dienen te worden meegezonden.

  • 3 Een aanvraag wordt eerst geacht te zijn ingediend, indien aan de voorgaande leden is voldaan.

  • 4 Een aanvraag die niet aan de voorgaande leden voldoet wordt niet in behandeling genomen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

  • 1 De minister wint omtrent een aanvraag om subsidie het advies in van de Commissie. Hij geleidt de aanvraag daartoe onverwijld, na daarop de datum van ontvangst te hebben aangetekend, door naar de Commissie.

  • 2 De Commissie brengt haar advies uit binnen twee maanden nadat de aanvraag om subsidie bij de minister is ingediend.

  • 3 De minister kan de termijn waarbinnen de Commissie advies zal uitbrengen niet ten hoogste twee maanden verlengen.

  • 4 De Commissie kan ten behoeve van het door haar uit te brengen advies nadere gegevens van de brancheorganisatie verlangen, alsmede advies van derden inwinnen.

  • 5 De minister kan, alvorens op de aanvraag te beslissen, advies van derden inwinnen alsmede binnen een door hem te stellen termijn nadere gegevens van de brancheorganisatie verlangen.

  • 6 De minister en de Commissie kunnen voorts van de brancheorganisatie verlangen dat door de minister of de Commissie aangewezen personen toegang wordt verleend tot alle plaatsen, niet zijnde woningen, waarvan zij het betreden voor de goede uitvoering van deze regeling noodzakelijk achten.

  • 7 De minister wijst de aanvraag af indien aan het verlangen bedoeld in de vorige leden niet wordt voldaan.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

  • 1 De minister beslist op aanvragen in de volgorde waarin zij zijn ingediend.

  • 2 De beslissing wordt binnen drie maanden na de indiening van de aanvraag genomen en schriftelijk meegedeeld. Deze termijn kan bij schriftelijke mededeling eenmaal met ten hoogste twee maanden worden verlengd.

  • 3 De minister beslist afwijzend op de aanvraag:

    • a. indien naar zijn oordeel ernstige twijfel bestaat of de in het stimuleringsproject opgenomen activiteiten zullen leiden tot het beoogde doel;

    • b. indien onvoldoende is gewaarborgd dat het externe bureau de in het stimuleringsproject opgenomen activiteiten zal kunnen uitvoeren;

    • c. indien ernstige twijfel bestaat omtrent de continuïteit van de brancheorganisatie;

    • d. indien en voor zover het in het kader van deze regeling voor subsidietoezeggingen beschikbare bedrag van f 14 mln. door het totaal van voorafgaande toezeggingen is uitgeput dan wel dat bedrag door toezegging van de gevraagde subsidie overschreden zou worden.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

  • 1 Indien de minister subsidie toezegt geschiedt dit onder de volgende voorwaarden:

    • a. de uitvoering van het stimuleringsproject ter zake waarvan subsidie is toegezegd dient te geschieden overeenkomstig hetgeen bij de aanvraag is opgegeven en binnen een termijn van twee jaar na de toezegging, tenzij de minister op verzoek van de brancheorganisatie voorafgaande schriftelijke toestemming heeft gegeven daarvan af te wijken;

    • b. de brancheorganisatie dient zo spoedig mogelijk nadat het stimuleringsproject is uitgevoerd, doch in ieder geval binnen zes maanden na afloop van de onder a bedoelde termijn, bij de minister een verzoek om vaststelling van het subsidiebedrag in te dienen, waarvan het model is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 2, vergezeld van alle stukken die blijkens het formulier met het verzoek dienen te worden meegezonden;

    • c. de kosten bedoeld in artikel 2 dienen op eenduidige wijze uit de administratie van de brancheorganisatie af te leiden te zijn;

    • d. de brancheorganisatie dient onverwijld nadat een verzoek tot verlening van surséance van betaling aan of faillietverklaring van de organisatie bij de rechtbank is ingediend daarvan mededeling te doen aan de minister;

    • e. de brancheorganisatie dient aan de door de minister aangewezen personen, voor zover dezen dit noodzakelijk achten voor een goede uitvoering van deze regeling:

      • 1º. inzage te verlenen in alle boeken en bescheiden en de gelegenheid te bieden daarvan afschrift te nemen.

      • 2º. de toegang te verlenen tot alle plaatsen, niet zijnde woningen.

      • 3º. alle inlichtingen te verstrekken en door zijn externe accountant of boekhouder te doen verstrekken.

      • 4º. anderszins alle door hen gewenste medewerking te verlenen

  • 2 De minister kan aan de toezegging nadere voorwaarden verbinden.

  • 3 In de mededeling omtrent de toezegging wordt een raming van het subsidiebedrag opgenomen.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

  • 1 Aan een brancheorganisatie aan wie subsidie is toegezegd kan op diens verzoek door de minister eenmaal een voorschot worden uitgekeerd naar rato van de reeds door de brancheorganisatie gemaakte en betaalde kosten tot ten hoogste 80% van de in artikel 6, derde lid, bedoelde raming.

  • 2 Het verzoek wordt ingediend met gebruikmaking van een juist en volledig ingevuld formulier, waarvan het model is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 2. Het verzoek dient vergezeld te gaan van alle stukken die blijkens het formulier met het verzoek dienen te worden meegezonden.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

  • 1 De minister beslist aan de hand van de overgelegde gegevens op een verzoek om vaststelling van het subsidiebedrag als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder b. Daarbij neemt hij slechts gemaakte en betaalde kosten in aanmerking. Hij stelt het subsidiebedrag niet hoger vast dan de in artikel 6, derde lid, bedoelde raming.

  • 2 De beslissing wordt binnen zes maanden na de indiening van het verzoek genomen en schriftelijk medegedeeld. Deze termijn kan bij schriftelijke mededeling eenmaal met ten hoogste twee maanden worden verlengd.

  • 3 De minister neemt geen beslissing vanaf het moment waarop een verzoek tot verlening van surséance van betaling aan of faillietverklaring van de brancheorganisatie bij de rechtbank is ingediend totdat op het verzoek afwijzend is beslist of totdat een maand na de intrekking van de surséance is verstreken. Gedurende deze periode worden de termijnen bedoeld in het vorige lid geschorst.

  • 4 De minister beslist afwijzend op een tijdig ingediend verzoek:

    • a. indien de brancheorganisatie niet heeft voldaan aan de bij of krachtens artikel 6 gestelde voorwaarden;

    • b. indien de brancheorganisatie failliet is verklaard;

    • c. indien de brancheorganisatie zodanig onjuiste of onvolledige informatie heeft verschaft, dat de minister bij de beslissing op de aanvraag een andere beslissing zou hebben genomen indien de juiste gegevens volledig waren verschaft.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

Indien de brancheorganisatie niet of niet tijdig voldoet aan het bepaalde in artikel 6, eerste lid, onder b, deelt de minister aan de brancheorganisatie mede dat geen subsidiebedrag zal worden vastgesteld.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

Reeds toegezegde bedragen worden niet uitbetaald en reeds uitbetaalde bedragen zijn terstond en zonder enige ingebrekestelling opeisbaar:

  • a. zodra aan de brancheorganisatie is medegedeeld dat geen subsidiebedrag zal worden vastgesteld of dat afwijzend is beslist op een verzoek om vaststelling van het subsidiebedrag;

  • b. indien en voor zover het vastgestelde subsidiebedrag lager is dan een reeds uitgekeerd voorschot;

  • c. zodra de brancheorganisatie failliet is verklaard, indien dat geschiedt voordat de minister heeft beslist op een verzoek tot vaststelling van het subsidiebedrag;

  • d. zodra – ook nadat de minister heeft beslist op een verzoek tot vaststelling van het subsidiebedrag – de minister blijkt dat de brancheorganisatie zodanig onjuiste of onvolledige informatie heeft verschaft, dat de minister bij de beslissing op de aanvraag, op een verzoek om een voorschot of op een verzoek om vaststelling van het subsidiebedrag een andere beslissing zou hebben genomen indien hem de juiste gegevens volledig waren verschaft.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

Beslissingen op grond van deze regeling vinden plaats onder het voorbehoud dat de Commissie van de Europese Gemeenschappen de vereiste goedkeuring geeft voor het uitvoeren van deze regeling.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

  • 1 Deze regeling kan worden aangehaald als: Subsidieregeling branchegewijze informaticastimulering.

  • 2 Zij treedt in werking met ingang van de dag na die van haar bekendmaking in de Staatscourant.

's-Gravenhage, 14 maart 1989

De

staatssecretaris

van Economische Zaken,

A. J. Evenhuis

Bijlage 1. Aanvraagformulier bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Subsidieregeling branchegewijze informaticastimulering

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

A. Gegevens van de aanvrager

  • 1. Naam:

  • 2. Adres:

    Postcode en plaats;

    Postcode en postbusnr.;

  • 3. Naam en functie van de contactpersoon:

    Telefoonnummer:

  • 4. b.t.w.-status: b.t.w.-plichtig vrijgesteld

  • 5. Branche:

  • 6. Zusterorganisaties:

    Welke zusterorganisatie(s) zijn er in de branche?

    Indien deze aanvraag mede ondertekend wordt door zusterorganisatie(s) gaarne vermelding van de relevante gegevens per organisatie (zie boven)

  • 7. Externe accountant van aanvrager

    Naam:

    Adres:

    Postcode en plaats:

    Contactpersoon:

    Telefoonnummer:

B. Gegevens met betrekking tot het stimuleringsproject

  • 8. Aard van het stimuleringsproject:

    • voorlichting

    • branche-informatie-raamwerk

    • standaardisatie op gebruikersniveau

    • systeembeoordeling

  • 9. Profielschets van de doelgroep:

  • 10. Omschrijving van de stand van zaken op het gebied van de toepassing van informatietechnologie binnen de doelgroep:

  • 11. Is het voorgenomen project eveneens gericht op niet-leden?

  • 12. Korte omschrijving van het project:

  • 13. Doelstellingen van het project en plaatsbepaling van het project binnen het door de brancheorganisatie gevoerde beleid:

  • 14. Beschrijving van het projectplan, waarin aan de orde komen:

    • -

      inhoudelijke activiteiten

    • -

      beslismomenten

    • -

      doorlooptijd

    • -

      begrote aantal uren, zowel voor het externe bureau als voor de brancheorganisatie

    • -

      kostenoverzicht

    • -

      organisatie

  • 15. Evaluatie van het project: hoe, wanneer en aan de hand van welke criteria?

  • 16. Het totaal van de begrote externe kosten:

  • 17. Specificatie van de begrote externe kosten:

  • 18. Op welke wijze beoogt de brancheorganisatie de kosten, verbonden aan de uitvoering van het project, voor zover die op haar drukken, te dekken? Is daaromtrent reeds een (principe) besluit genomen, en zo ja, wanneer en door welk orgaan van de organisatie?

  • 19. Is voor het onderhavige project eerder subsidie aangevraagd, toegezegd of verkregen op grond van de Subsidieregeling branchegewijze informaticastimulering dan wel op grond van enig andere regeling? ja/nee

    (Zo ja, hier nader toelichten o.m. vermelden data en nummers van toezeggingsbrieven en toegezegde bedragen.)

C. Gegevens met betrekking tot het externe bureau

  • 20. Naam:

    Adres:

    Postcode en plaats:

    Naam en functie van de contactpersoon:

    Telefoonnummer:

  • 21. Korte typering van het externe bureau:

  • 22. Wanneer is of zal de opdracht aan het externe bureau worden gegeven?

D. Ondertekening

Plaats:

Datum:

Handtekening:

Naam:

Functie:

E. Vereiste bijlagen:

  • A. statuten van de vereniging/organisatie;

  • B. gedetailleerd projectplan;

  • C. offerte(s) van externe bureau(s).

Deze bijlage behoort bij de regeling van de

staatssecretaris

van Economische Zaken,

A. J. Evenhuis

, van 14 maart 1989, nr. WJA/JZ 89008719.

Bijlage 2. Formulier bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder a, en artikel 7, tweede lid van de Subsidieregeling branchegewijze informaticastimulering

[Regeling vervallen per 11-06-2005]

Voor ieder verzoek om uitbetaling van een voorschot of om vaststelling van het subsidiebedrag dient een afzonderlijk formulier te worden ingediend.

  • 1. Naam aanvrager:…

    Adres:…

    Postcode en vestigingsplaats:…

    Giro-/bankrekeningnummer:…

    Contactpersoon:

    naam:…

    functie:…

    tel.nr.:…

    Naam externe accountant:…

    Adres:…

    Postcode en vestigingsplaats:…

    Tel.nr.:…

  • 2. Kenmerk en datum van de brief waarin subsidie is toegezegd:…

    In deze brief opgenomen raming van het subsidiebedrag:…

  • 3. Deze aanvraag betreft een verzoek om uitbetaling van een voorschot/vaststelling van het subsidiebedrag ad f … (s.v.p. doorhalen wat niet van toepassing is).

  • 4. Bedrag van de door de aanvrager gemaakte en betaalde externe kosten ter zake waarvan deze aanvraag wordt ingediend:…

    (Te specificeren op een bijlage conform rubricering in de subsidie-aanvraag en toelichting van de verschillen tussen begrote en werkelijke kosten).

  • 5. Is voor de onder 4 bedoelde kosten of een gedeelte daarvan reeds uit andere hoofde van rijkswege subsidie aangevraagd, toegezegd of verstrekt? Zo ja, op grond van welke regeling, tot welk bedrag en ter zake van welke kosten?

  • 6. Indien deze aanvraag een verzoek om vaststelling van het subsidiebedrag betreft, dient bij dit formulier een verslag omtrent de in het kader van de uitvoering van het stimuleringsproject verrichte activiteiten en behaalde resultaten te worden gevoegd.

  • 7. Is surséance van betaling dan wel faillissement aangevraagd of verleend?

    N.B. Dit formulier dient vergezeld te gaan van een accountantsverklaring op briefpapier van de accountant met de volgende inhoud:

    Verklaring ten behoeve van de minister van Economische Zaken betreffende:…

    (naam aanvrager)…

    Wij verklaren

    • a. Dat het bijgaande door ons gewaarmerkte overzicht een specificatie van gemaakte en betaalde kosten betreft van de uitvoering van het stimuleringsproject ter zake waarvan aan … (naam en volledig adres van de aanvrager) bij brief van de minister van Economische Zaken d.d. …, kenmerk …, subsidie is toegezegd:

    • b. dat de gespecificeerde kosten juist zijn berekend met inachtneming van hetgeen is bepaald in de Subsidieregeling branchegewijze informaticastimulering (Stcrt. 1989, 53);

    • c. dat de kostenspecificatie en bijbehorende bijlagen (....) door ons zijn gecontroleerd en juist bevonden (c.q. een ander oordeel van de accountant met toelichting).

Afgegeven te …

d.d. …

(Naam, kwalificatie en handtekening van de accountant)

Deze bijlage behoort bij de regeling van de

staatssecretaris

van Economische Zaken

A. J. Evenhuis

, van 14 maart 1989, nr. WJA/JZ 89008719.
Naar boven