Wijzigingsbesluit Besluit herziening bezoldiging militairen zeemacht 1954, enz.

Meerdere toekomstige wijzigingen; eerste op 03-09-1993. Zie het overzicht van wijzigingen.
[Regeling materieel uitgewerkt per 31-12-1991.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-07-1993 t/m heden

Besluit van 15 september 1988, houdende wijziging van a het Besluit herziening bezoldiging militairen zeemacht 1954 (Stb. 50) b de Regeling inkomsten militairen land- en luchtmacht 1969 (Stb. 1968, 523) c de Regeling betreffende de aanspraken van militairen der zeemacht op een jaarlijkse vakantie-uitkering (Stb. 1954, 607), in verband met de verhoging van de leeftijdsgrens van het volwassenensalaris en verscherping van de staffeling in de jeugdsalarissen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Defensie a.i. van 26 juli 1988, Afdeling arbeidsvoorwaarden militair personeel, nr. D88/091/23352;

Gelet op artikel 12 van de Militaire Ambtenarenwet 1931 (Stb. 519);

De Raad van State gehoord (advies van 26 augustus 1988, nr. W07.88.0433);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Defensie van 8 september 1988, nr. D 88/091/26523;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel IV. Overgangsbepalingen

  • 1 Voor de militair die op 30 september 1988 de leeftijd van 22 jaar nog niet had bereikt en voor wie op die dag een bezoldiging gold als vermeld in de bezoldigingsschaal bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het Besluit herziening bezoldiging militairen zeemacht 1954, dan wel als vermeld in de bijlage A of B behorende bij artikel 28, tweede lid, van de Regeling inkomsten militairen land- en luchtmacht 1969, zoals deze luidden op 30 september 1988, geldt, zo lang die militair de leeftijd van 22 jaar nog niet heeft bereikt, de hieronder vermelde bezoldiging dan wel wedde:

    Diensttijd

    MATR3

    MATR2

    MATR1

    KPL

    SGT

    LTZ3

    LTZ2

    J16

    1317

    1391

    1707

    -

    -

    -

    -

    J17

    1475

    1558

    1912

    -

    -

    -

    -

    J18

    1633

    1725

    2117

    2190

    2265

    2817

    -

    J19

    1791

    1892

    2321

    2402

    2484

    3090

    -

    J20

    1949

    2059

    2526

    2614

    2703

    3362

    3513

    00

    -

    -

    -

    -

    -

    3465

    3627

    01

    2107

    2226

    2731

    2826

    2922

    3635

    3798

    02

    -

    -

    2829

    2895

    2987

    3806

    3969

    03

    -

    -

    2931

    2967

    3058

    3933

    4095

    Diensttijd

    sld

    sld1

    kpl

    kpl1

    sgt

    sm

    aoo

    J16

    1441

    1466

    1534

    -

    -

    -

    -

    J17

    1614

    1642

    1718

    1814

    1911

    -

    2055

    J18

    1786

    1818

    1902

    2008

    2116

    2182

    2275

    J19

    1959

    1994

    2086

    2202

    2321

    2393

    2495

    J20

    2132

    2170

    2270

    2397

    2525

    2604

    2715

    1

    2305

    2346

    2454

    2591

    2730

    2815

    2935

    Diensttijd

    tlnt

    elnt

    J18

    2774

    2867

    J19

    3042

    3144

    J20

    3311

    3422

    0

    3402

    3518

    1

    3579

    3699

    2

    3754

    3880

    3

    3880

    4004

  • 2 De militair die op 30 september 1988 in werkelijke dienst was, heeft aanspraak op een minimumbedrag aan vakantie-uitkering over een maand, zoals bedoeld in artikel 3 van het Besluit vakantie-uitkering militairen zeemacht of in artikel 43 van de Regeling inkomsten militairen land- en luchtmacht 1969, ten bedrage van

    • a. f 227,62, indien hij in die maand 21 jaar of ouder is;

    • b. het bedrag genoemd onder a, indien hij in die maand jonger dan 21 jaar is, met dien verstande dat een korting van 7½% per leeftijdsjaar beneden die leeftijd wordt toegepast.

  • 3 De militair die op 31 december 1985 jonger was dan 21 jaar en die op die dag reeds aanspraak had op het (volledige) minimumbedrag van de vakantie-uitkering bedoeld in artikel 3 van het Besluit vakantie-uitkering militairen zeemacht of artikel 43 van de Regeling inkomsten militairen land- en luchtmacht 1969, zoals dat artikel luidde op evenbedoelde datum, behoudt deze aanspraak.

Artikel V

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en de Algemene Rekenkamer.

's-Gravenhage, 15 september 1988

Beatrix

De Staatssecretaris van Defensie,

J. van Houwelingen

Uitgegeven de zevenentwintigste september 1988

De Minister van Justitie,

F. Korthals Altes

Naar boven