Besluit van 2 juli 1987, houdende regelen ten aanzien van de invoer van landbouwprodukten
van oorsprong uit derde landen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Yvonne M. C. T. van
Rooy, van 15 januari 1987, nr. 686/1756 WJA/W, gedaan mede namens Onze Minister van
Landbouw en Visserij en de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,
gehoord de Commissie Regelingen In- en uitvoerwet, door de Sociaal-Economische Raad ingesteld op grond van artikel 43 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie (Stb. 1950, K 22);
Overwegende, dat naar Ons oordeel het belang van de volkshuishouding, mede gelet op
verordening (EEG) nr. 1707/86 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 30 mei 1986 betreffende de voorwaarden
voor invoer van landbouwprodukten van oorsprong uit derde landen ingevolge het ongeluk
in de kerncentrale van Tsjernobyl (PbEG L 146) vereist regelen te stellen ten aanzien van de invoer van landbouwprodukten
van oorsprong uit derde landen;
Gelet op de artikelen 2 en 2a van de In- en uitvoerwet (Stb. 1962, 295);
De Raad van State gehoord (advies van 2 maart 1987, nr. W10.87.0035);
Gezien het nader rapport van de voornoemde Staatssecretaris van Economische Zaken
van 30 juni 1987, nr. 687/776 WJA/W, uitgebracht mede namens Onze voornoemde Minister
en de voornoemde Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur;
Hebben goedgevonden en verstaan: