Beschikking aanwijzing advocaat

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 28-07-2010 t/m heden

Beschikking aanwijzing advocaat

De minister van Justitie,

Gelet op de artikelen 40, vierde lid, en 47 van het Wetboek van Strafvordering;

Besluit:

Artikel 1

De aanwijzing van een advocaat op de voet van artikel 40, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering geschiedt schriftelijk. Zij wordt slechts gedaan naar aanleiding van een schriftelijke, aan de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement gerichte verklaring van de advocaat dat hij bereid is om, binnen de grenzen van het praktisch mogelijke:

  • a. zo spoedig mogelijk nadat hem een inverzekeringstelling is gemeld de verdachte, ten einde hem bijstand te verlenen, te bezoeken in het politiebureau waar deze verblijft, indien dit politiebureau is gelegen in de plaats van vestiging van de advocaat of in de omgeving daarvan;

  • b. de verdachte van wie hem de inverzekeringstelling is gemeld bijstand te verlenen bij voorgeleiding aan de rechter-commissaris ter gelegenheid van de behandeling van een vordering tot bewaring.

Artikel 2

De officier van justitie of de hulpofficier doet van een inverzekeringstelling telefonisch mededeling aan een daartoe door de deken aangewezen vast centraal contactpunt in het arrondissement. Dit contactpunt is telefonisch bereikbaar:

  • a. op maandag tot en met vrijdag; ten minste gedurende de kantooruren;

  • b. in het weekeinde: gedurende per arrondissement door de deken te bepalen en aan de hoofdofficier van justitie op te geven tijdvakken van ten minste een uur op zaterdag en zondag.

Artikel 3

Aan degene die de in artikel 2 geregelde mededeling heeft gedaan wordt vanuit het contactpunt terstond of in ieder geval zo spoedig mogelijk telefonisch medegedeeld of een advocaat beschikbaar is. Indien een in verzekering gestelde verdachte vraagt om een bepaalde advocaat en deze bereid is rechtsbijstand te verlenen, kan het contactpunt aan dit verzoek voldoen. Het antwoord wordt gegeven uiterlijk op de dag na de mededeling aan het contactpunt vóór 's morgens 10 uur, met dien verstande, dat op zaterdag en zondag het antwoord wordt gegeven in de tijdvakken bedoeld in artikel 2 onder b.

Artikel 4

De advocaat die beschikbaar is en derhalve krachtens artikel 40, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering als raadsman van de in verzekering gestelde verdachte optreedt, geeft van dit optreden kennis door middel van een door het ministerie van Justitie beschikbaar te stellen formulier ‘Bericht van optreden als raadsman’. Hij stelt dit formulier ter hand aan de hulpofficier van justitie of, mocht de bijstand eerst tijdens de voorgeleiding voor de rechter-commissaris aanvangen, aan deze.

Artikel 4. a

Een advocaat die buiten zijn arrondissement optreedt, ontvangt geen reiskostenvergoeding, tenzij de in verzekering gestelde verdachte tijdens de inverzekeringstelling wordt overgeplaatst naar een ander arrondissement.

Artikel 5

Indien het antwoord, bedoeld in artikel 3, inhoudt dat geen advocaat beschikbaar is, brengt de officier van justitie of de hulpofficier dit, zo mogelijk door tussenkomst van de griffie, telefonisch ter kennis van de voorzitter van de rechtbank.

Artikel 6

Van de toevoeging van een raadsman door de voorzitter van de rechtbank, op grond van artikel 40, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering geeft de griffie of, indien de toevoeging plaatsvindt op een tijdstip waarop de griffie gesloten is, de voorzitter terstond telefonisch kennis aan de raadsman en aan de officier of hulpofficier van justitie die de in dat lid bedoelde mededeling heeft gedaan. De officier of hulpofficier van justitie licht de verdachte mondeling in. Artikel 4 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8

De het bestuur van de raad voor rechtsbijstand geeft van toevoegingen door hem verricht schriftelijk kennis aan de griffie van het betrokken gerecht, de raadsman en de verdachte. De griffie licht het openbaar minister en in geval van een gerechtelijk vooronderzoek, de rechter-commissaris in.

Artikel 9

De beschikking van 26 april 1974, Nederlandse Staatscourant 1974, 84 komt te vervallen.

Artikel 10

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 februari 1987. Ze wordt met de daarbij behorende toelichting geplaatst in de Nederlandse Staatscourant.

's-Gravenhage, 9 januari 1987

De

minister

van Justitie,

F. Korthals Altes

Naar boven