Wet van 18 december 1985, houdende enige voorzieningen ten behoeve van de inzet en
bekostiging van muskusrattenvangers
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in het belang van een
landelijke bestrijding van de muskusrat, en ter voorkoming van schade aan waterstaatswerken
in het bijzonder, enige voorzieningen te treffen met betrekking tot de inzet van muskusrattenvangers
in de provincies en het door het Rijk te dragen aandeel in de kosten daarvan;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: