Besluit van 21 oktober 1985, houdende een verbod tot vervoedering van afgebroeide
bloembollen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Landbouw en Visserij en de Staatssecretaris
van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 4 maart 1985, (Directie Juridische en
Bedrijfsorganisatorische Zaken, nr. J 1293);
Overwegende, dat ter bevordering van de afzet van kwalitatief goed veevoeder en ter
bevordering van de afzet van veehouderijprodukten regelen met betrekking tot de vervoedering
van afgebroeide bloembollen dienen te worden gesteld;
Gelet op de artikelen 2 en 3 van de Landbouwkwaliteitswet (Stb. 1971, 371);
Gehoord het Produktschap voor Vee en Vlees, het Produktschap voor Zuivel, het Produktschap
voor Veevoeder en het Landbouwschap;
De Raad van State gehoord (advies van 3 juni 1985, no. W 11.85.0156/05.5.22);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Landbouw en Visserij en van Welzijn,
Volksgezondheid en Cultuur van 1 oktober 1985 (Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische
Zaken, nr. J 3680);
Hebben goedgevonden en verstaan: