Regeling herleiding van gedeelten van kalenderjaren

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Herleiding gedeelten van kalenderjaren en van jaarpremies

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L. de Graaf,

Gelet op artikel 13, derde lid, van de Algemene Ouderdomswet

Gehoord de Sociale Verzekeringsbank:

Besluit:

Artikel 1

  • 3 De samentelling en herleiding, bedoeld in het eerste en tweede lid, geschiedt met inachtneming van het volgende:

    • Een kalenderjaar wordt op 360 dagen en elke kalendermaand op 30 dagen gesteld.

    • Een dag, waarop de verzekering een aanvang nam wordt als een gehele dag in aanmerking genomen.

    • Een dag waarop de verzekering eindigde wordt niet in aanmerking genomen.

  • 4 Een na de in het eerste, tweede en derde lid bedoelde herleiding overblijvend gedeelte van een kalenderjaar blijft verder buiten beschouwing. Het bepaalde in de vorige volzin vindt overeenkomstig toepassing, indien de samentelling minder dan een kalenderjaar oplevert, alsmede indien de betrokkene slechts éénmaal gedurende een voor korting meetellend gedeelte van een kalenderjaar niet verzekerd is geweest.

Artikel 1a

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling herleiding van gedeelten van kalenderjaren.

's-Gravenhage, 27 juni 1985

De

staatssecretaris

voornoemd,

L. de Graaf

Naar boven