Vaststellingsbesluit onderscheidingsvlag voor Zijne Koninklijke Hoogheid Willem-Alexander en zijn broeders

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 10-06-1985 t/m heden

Besluit van 26 april 1985, houdende de vaststelling van een onderscheidingsvlag voor Zijne Koninklijke Hoogheid Willem-Alexander en zijn broeders

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken en van Onze Ministers van Binnenlandse Zaken en van Defensie van 24 april 1985, nr. 355322;

Overwegende dat het wenselijk is een onderscheidingsvlag vast te stellen voor Onze geliefde zoon, Zijne Koninklijke Hoogheid Willem-Alexander, Prins van Oranje, Prins der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Jonkheer van Amsberg, en voor zijn broeders, zodra deze de leeftijd van achttien jaren bereikt hebben;

De Hoge Raad van Adel gehoord;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De door Zijne Koninklijke Hoogheid Willem-Alexander, Prins van Oranje, Prins der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Jonkheer van Amsberg, en zijn broeders te voeren vlag, waarvan hoogte en lengte zich verhouden als 5 : 6, is van oranje kleur; op het midden een (Nassaus) blauw kruis ter breedte van 1/5 van de hoogte van de vlag;

op het midden van het kruis een oranje medaillon met een middellijn van 3/14 van de lengte van de vlag, waarop Ons wapen, zoals vastgesteld bij Koninklijk besluit van 23 april 1980, no. 3 (Stb. 206), zijnde het schild gedekt met de Koninklijke kroon, het goud vervangen door geel en het zilver door wit;

op het eerste en derde kwartier een blauwe jachthoorn met rode opening, monding en snoer en wit beslag (Oranje);

op het tweede en vierde kwartier een gekanteelde witte burcht (Amsberg).

Onze Ministers van Binnenlandse Zaken en Defensie zijn belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad, in de Nederlandse Staatscourant en in het Publikatieblad van de Nederlandse Antillen zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 26 april 1985

Beatrix

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

R. F. M. Lubbers

De Minister van Binnenlandse Zaken,

Rietkerk

De Minister van Defensie,

J. de Ruiter

Uitgegeven de eenentwintigste mei 1985

De Minister van Justitie,

F. Korthals Altes

Naar boven