Regeling gegevens aardolieprodukten 1985

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 15-12-2000 t/m heden

Regeling gegevens aardolieprodukten 1985

De minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 10 van de Wet uitvoering Internationaal Energieprogramma (Stb. 1979, 187);

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

AFCENT-hoofdkwartier:

het te Brunssum gevestigde hoofdkwartier, als bedoeld in de Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Algemeen Hoofdkwartier van de Geallieerde Mogendheden in Europa inzake de bijzondere voorwaarden, die toepasselijk zijn op de vestiging en het functioneren van internationale militaire hoofdkwartieren binnen het Europees grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden (Trb. 1964, 131);

NAVO-krijgsmacht:

de krijgsmacht van een vreemde mogendheid, die partij is bij het Noord-Atlantisch Verdrag (Stb. 1949, J 355);

continentaal plat:

het onder de Noordzee gelegen deel van de zeebodem en de ondergrond daarvan, waarop het Koninkrijk overeenkomstig het op 29 april 1958 te Genève gesloten verdrag inzake het continentale plateau (Trb. 1959, 126) soevereine rechten heeft.

Artikel 2

Hij, die in de uitoefening van een bedrijf in een kalendermaand aardolieprodukten:

  • a. in Nederland heeft bewerkt of verwerkt, dan wel heeft doen bewerken of verwerken;

  • b. in Nederland in opslag heeft gehouden in douane-entrepot, accijnsentrepot of anderszins voor rekening van derden,

  • c. heeft gekocht of verkocht op de binnenlandse markt, indien dit in het laatst verstreken kalenderjaar hoeveelheden betreft van 50 000 ton of meer, is verplicht binnen 30 dagen na afloop van die maand gegevens te verstrekken betreffende de hoeveelheden en zijn wederpartijen, voor zover aangegeven in bijlage I, een en ander met betrekking tot de invoer, de uitvoer, de binnenlandse aankopen, de afleveringen, de bewerking, de verwerking en zijn verbruik ten behoeve van de verwerking van de in bijlage I bedoelde aardolieprodukten in die maand, en met betrekking tot de opslag als bovenbedoeld van de in bijlage I bedoelde aardolieprodukten op de laatste dag van die maand.

Artikel 3

Hij, die in de uitoefening van een bedrijf in een kalendermaand ruwe aardolie van oorsprong uit het binnenland of het continentaal plat heeft aangekocht, ten einde deze ruwe aardolie in het binnenland te verwerken of in het binnenlands verkeer te brengen, is verplicht binnen 20 dagen na afloop van die maand gegevens te verstrekken betreffende de prijzen, de hoeveelheden, de oorsprong, de kwaliteiten en de voorwaarden van verwerving, met betrekking tot de in bijlage II genoemde ruwe aardolie die hij in die maand heeft aangekocht.

Artikel 4

Hij, die in de uitoefening van een bedrijf in een kalendermaand ruwe aardolie voor verwerking in Nederland heeft ingevoerd, is verplicht binnen 20 dagen na afloop van die maand gegevens te verstrekken betreffende de prijzen, de hoeveelheden, de kwaliteiten, het vervoer, de oorsprong, de herkomst, de contracten, de voorwaarden van verwerving en de aard van zijn wederpartijen, alsmede de naam van het land en de plaats van vestiging van degene, voor wiens rekening de verwerking van de betrokken ruwe aardolie plaatsvindt, met betrekking tot het in die maand voor verwerking in Nederland invoeren van de in bijlage III, deel 1, bedoelde ruwe aardolie.

Artikel 5

  • 1 Hij, die in de uitoefening van een bedrijf in een kalenderjaar een hoeveelheid aardolieprodukten van 500 000 ton of meer in Nederland heeft ingevoerd, is verplicht binnen 30 dagen na afloop van ieder kalenderkwartaal van het volgende kalenderjaar gegevens te verstrekken betreffende de hoeveelheden en de prijzen met betrekking tot het in het betrokken kwartaal invoeren dan wel brengen binnen Nederland zonder onmiddellijk daaropvolgende invoer, van de in bijlage III, deel 2 genoemde aardolieprodukten, voor zover het totaal van deze produkten in eerstbedoeld kalenderjaar 100 000 ton of meer bedraagt.

  • 2 Hij, die in de uitoefening van een bedrijf in een kalenderjaar een hoeveelheid aardolieprodukten van 500 000 ton of meer op de binnenlandse markt heeft afgeleverd, is verplicht binnen 30 dagen na afloop van ieder kalenderkwartaal van het volgende kalenderjaar waarin hij de in bijlage III, deel 3 genoemde aardolieprodukten op de binnenlandse markt heeft afgeleverd gegevens te verstrekken betreffende de in het betrokken kwartaal in het binnenland verkochte hoeveelheden en verkoopopbrengsten en betreffende de corresponderende gemiddelde waarde af-raffinaderij.

Artikel 6

Hij, die in de uitoefening van een bedrijf in een kalenderjaar 50 000 ton of meer van de in bijlage IV, tabellen 1 en 2, genoemde aardolieprodukten of de binnenlandse markt heeft afgeleverd, is verplicht voor het einde van elke kalendermaand van het volgende kalenderjaar gegevens te verstrekken betreffende de eindverbruikersprijzen van de in tabel 1 genoemde aardolieprodukten en betreffende de prijzen af-raffinaderij onderscheidenlijk af-veem van de in tabel 2 genoemde aardolieprodukten, die hij op of laatstelijk voor de 15de dag van de betrokken maand voor de genoemde aardolieprodukten in het binnenland in rekening heeft gebracht.

Artikel 7

  • 1 De in de artikelen 5 en 6 bedoelde verplichtingen gelden ook voor de rechtspersoon, die niet zelf de daar bedoelde hoeveelheden heeft ingevoerd, onderscheidenlijk afgeleverd, maar die behoort tot een groep van ondernemingen, die te zamen die hoeveelheden hebben ingevoerd onderscheidenlijk afgeleverd.

  • 2 De ingevolge het vorige lid geldende verplichtingen zijn opgeheven voor zover een andere tot de betrokken groep behorende rechtspersoon aan die verplichtingen heeft voldaan.

Artikel 8

Hij, die in de uitoefening van een bedrijf in een kalenderjaar 100 000 ton of meer ruwe aardolie uit landen die geen lid zijn van de Europese Economische Gemeenschap heeft ingevoerd, is verplicht, voor zover deze ruwe aardolie, dan wel daaruit of met behulp daarvan verkregen aardolieprodukten, niet voor wederuitvoer naar die landen waren bestemd, voor 15 maart van het volgende kalenderjaar gegevens te verstrekken betreffende de hoeveelheden, de kwaliteiten, het vervoer, de oorsprong en de herkomst met betrekking tot de invoer van de in eerstbedoeld kalenderjaar ingevoerde ruwe aardolie, zoals aangegeven in bijlage V.

Artikel 9

  • 1 Hij, die in de uitoefening van een bedrijf in een kalenderjaar in Nederland aardolieprodukten heeft verwerkt of in opslag gehouden, dan wel in Nederland gelegen buisleidingen voor het vervoer van aardolieprodukten heeft geëxploiteerd dan wel het voornemen daartoe heeft, is verplicht voor 15 januari van het volgende kalenderjaar de volgende gegevens te verstrekken:

    • a. de data van de vermoedelijke aanvang van de bouw, indienststelling of buitenwerkingstelling, het stadium van besluitvorming, de aard van de verwerkte of te verwerken aardolieprodukten, alsmede de in bijlage VI genoemde kenmerken van het doel, de aard en de capaciteit met betrekking tot de volgende werken, die hij in Nederland in bedrijf of in aanbouw heeft, dan wel die hij voornemens is in Nederland gedurende het lopende kalenderjaar en de twee volgende kalenderjaren te bouwen, in dienst te stellen of buiten werking te stellen:

      • 1º. installaties voor distillatie van aardolieprodukten met een gezamenlijke capaciteit van 1 000 000 ton of meer per jaar, met uitzondering van zodanige installaties die niet of slechts als bijprodukt stookolie of motorbrandstoffen produceren,

      • 2º. buisleidingen met een lengte van 30 km of meer en een capaciteit, indien het vervoer van ruwe aardolie betreft, van 3 000 000 ton of meer per jaar, of, indien het vervoer van andere aardolieprodukten betreft, 1 500 000 ton of meer per jaar, met uitzondering van zodanige buisleidingen die uitsluitend bestemd zijn voor militaire doeleinden of voor gebruik ten dienste van installaties die hiervoor onder 1° van de toepassing van dit artikel zijn uitgezonderd of voor gebruik ten dienste van de in het tweede lid, onder 1°, genoemde installaties,

      • 3º. reservoirs voor de opslag van aardolieprodukten met een gezamenlijke capaciteit van 100 000 m³ of meer, met uitzondering van zodanige reservoirs met de hiervoor onder 2° bedoelde bestemmingen:

    • b. de data van de vermoedelijke aanvang van de bouw of indienststelling, het stadium van besluitvorming, de aard van de te verwerken aardolieprodukten, alsmede de volgende in bijlage VI genoemde werken die hij in Nederland in aanbouw heeft, dan wel die hij voornemens is in Nederland gedurende het lopende kalenderjaar en de tweede volgende kalenderjaren te bouwen, in dienst te stellen of buiten werking te stellen:

      • 1º. uitbreidingen van bestaande, niet hiervoor onder a, 1°, van de toepassing van dit artikel uitgezonderde installaties voor distillatie van aardolieprodukten, indien de gezamenlijke capaciteit van de bestaande installaties en de uitbreidingen 1 000 000 ton of meer per jaar bedraagt,

      • 2º. uitbreidingen van bestaande, niet hiervoor onder a, 2°, van de toepassing van dit artikel uitgezonderde buisleidingen, met buisleidingen die de onder a, 2°, genoemde capaciteiten en een lengte van 30 km of meer hebben.

  • 2 Hij, die verplicht is gegevens te verstrekken met betrekking tot de in het eerste lid, onder a, 1°, en b, 1°, genoemde werken, is verplicht jaarlijks voor 15 januari gegevens te verstrekken betreffende de in het eerste lid, onder a, aanhef, genoemde onderwerpen met betrekking tot de volgende, in bijlage VI bedoelde werken, die hij in Nederland in bedrijf of in aanbouw heeft, dan wel die hij voornemens is in Nederland gedurende het lopende kalenderjaar en de twee volgende kalenderjaren te bouwen, in dienst te stellen of buiten werking te stellen:

    • 1º. installaties voor het omvormen of kraken van aardolieprodukten met een gezamenlijke capaciteit van 500 ton of meer per dag, met uitzondering van installaties die niet, of slechts als bijprodukt, stookolie of motorbrandstoffen produceren,

    • 2º. installaties voor ontzwaveling van stookolieresiduen of gasolie.

Artikel 12

Indien in de periode volgend op die, waarover gegevens zijn verstrekt, zich geen feiten hebben voorgedaan waaruit een der in de voorgaande artikelen genoemde verplichtingen voortvloeit, is degene die deze gegevens heeft verstrekt, verplicht binnen de in de betrokken bepaling genoemde termijn mededeling te doen van de afwezigheid van die feiten.

Artikel 13

Degene op wie een der voorgaande artikelen van toepassing is, is tevens verplicht opgave te doen van zijn naam, adres en, voor zover in de betrokken bijlage genoemd, gegevens omtrent de structuur van de groep van ondernemingen waartoe hij behoort.

Artikel 14

De gegevens dienen te worden verstrekt aan de Minister van Economische Zaken en te worden toegezonden aan het in de betrokken bijlage genoemde adres.

Artikel 15

  • 1 Ter voldoening aan de in de artikelen 2 tot en met 9 opgelegde verplichtingen dienen, met gebruikmaking van formulieren overeenkomstig het model van de in de betrokken artikelen genoemde bijlagen I tot en met VI, de daarin genoemde gegevens volledig en op de daarin, en in de toelichtingen daarop, aangegeven wijze te worden ver strekt.

  • 2 De bijlagen I tot en met VI liggen voor een ieder ter inzage bij de Directie Olie en Gas van het Directoraat-Generaal voor Energie van het Ministerie van Economische Zaken.

  • 3 De Minister van Economische Zaken kan op daartoe strekkend verzoek, indien de bewerking van de gegevens daardoor niet wordt bemoeilijkt of vertraagd, van het in het eerste lid bepaalde ontheffing verlenen. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend. Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden. Een ontheffing kan te allen tijde worden ingetrokken.

Artikel 16

  • 1 De artikelen 2 en 8 gelden niet met betrekking tot de aardolieprodukten die zich als brandstoffen bevinden in een vervoermiddel dat in het internationale verkeer wordt gebezigd, voor zover deze brandstoffen in overeenstemming zijn met het normale gebruik.

  • 2 Artikel 9 geldt niet voor werken die onder beheer staan van de Nederlandse krijgsmacht, een der NAVO-krijgsmachten of het AFCENT-hoofdkwartier.

Artikel 17

De Beschikking gegevens aardolieprodukten en de Beschikking aanvullende gegevens aardolieprodukten van 4 januari 1980 (Stcrt. 4) worden ingetrokken.

Artikel 18

  • 1 Deze regeling wordt in de Staatscourant bekendgemaakt.

  • 2 Zij treedt in werking met ingang van 1 maart 1985.

's-Gravenhage, 28 januari 1985

De

minister

van Economische Zaken,

G. M. V. van Aardenne

Naar boven