Wet Stichting Proefstation voor de Varkenshouderij

Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 25-07-1984 t/m heden

Wet van 27 juni 1984, houdende machtiging tot oprichting van de Stichting Proefstation voor de Varkenshouderij

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat de Staat overgaat tot oprichting van de Stichting Proefstation voor de Varkenshouderij en dat daartoe ingevolge artikel 40 van de Comptabiliteitswet 1976 (Stb. 671) machtiging bij de wet vereist is;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

Onze Minister van Landbouw en Visserij wordt gemachtigd op te richten de Stichting Proefstation voor de Varkenshouderij.

Artikel 2

De geldelijke aansprakelijkheid van de Staat voor het beheer van de stichting is beperkt tot de schulden welke na haar liquidatie als rechtspersoon mochten overblijven.

Artikel 3

De wet treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle ministeriële departementen, autoriteiten, colleges en ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 27 juni 1984

Beatrix

De Minister van Landbouw en Visserij,

G. J. M. Braks

Uitgegeven de vierentwintigste juli 1984

De Minister van Justitie,

F. Korthals Altes

Naar boven