Besluit ex artikel 1, tweede lid, en 31, vierde lid, Wet verontreiniging oppervlaktewateren

[Regeling vervallen per 22-12-2009.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 01-01-1991 t/m 21-12-2009

Besluit van 4 november 1983, houdende aanwijzing van soorten van inrichtingen als bedoeld in de artikelen 1, tweede lid, en 31, vierde lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Stb. 1981, 573)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 9 juni 1983, nr. RRW 30352, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op de artikelen 1, tweede lid, en 31, vierde lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Stb. 1981, 573);

De Raad van de Waterstaat gehoord;

De Raad van State gehoord (advies van 19 september 1983, nr. W09.83.0333/08.3.38);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 1 november 1983, nr. RRW 57108, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

De inrichtingen, behorende tot de navolgende categorieën van bedrijven, worden aangewezen als soorten van inrichtingen, in de zin van artikel 1, tweede lid, en artikel 31, vierde lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren;

  • a. (petro-)chemische industrie;

  • b. ertsverwerkende industrie;

  • c. bedrijven die afvalstoffen opslaan, behandelen of verwerken;

  • d. bedrijven die oppervlakken van materialen behandelen;

  • e. verf-, lak- en drukinktfabrieken;

  • f. leerlooierijen;

  • g. bedrijven die hout impregneren;

  • h. vatenwasserijen en tank(auto) cleaningbedrijven;

  • i. papier- en kartonindustrie.

  • j. zeefdrukkerijen;

  • k. fotografische bedrijven die laboratoria hebben met een productiecapaciteit van meer dan 20 000 m² papier per jaar, uitgaande van 2 500 bedrijfsuren per jaar;

  • l. textielveredelingsbedrijven;

  • m. bedrijven die backinglagen op tapijt aanbrengen;

  • n. algemene, academische en categorale ziekenhuizen;

  • o. geïntegreerde laboratoria die meer dan 10 000 m3 afvalwater per jaar lozen en analytische laboratoria;

  • p. houtreinigingsbedrijven;

  • q. bedrijven die meer dan 1 000 personenauto's per jaar deconserveren;

  • r. motorrevisiebedrijven;

  • s. bedrijven die zuurstofbindende stoffen met een jaargemiddelde vervuilingswaarde van 5.000 inwonerequivalenten of meer lozen, alsmede bedrijven die gemiddeld per jaar meer dan 500 m3 afvalwater per dag lozen.

Artikel IA

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Artikel I is niet van toepassing op inrichtingen waaruit alleen afvalwater van huishoudelijke aard wordt geloosd.

Artikel II

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1984.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage, 4 november 1983

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

N. Smit-Kroes

Uitgegeven de negenentwintigste november 1983

De Minister van Justitie,

F. Korthals Altes

Naar boven