Wet van 2 december 1982, houdende voorlopige voorzieningen in verband met de voorgenomen
intrekking van het Koninklijk besluit van 10 april 1939 (Stb. 181)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is enige tijdelijke voorzieningen
te treffen in verband met de voorgenomen intrekking van het Koninklijk besluit van
10 april 1939 (Stb. 181);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: