Besluit vaststelling lijn ex artikel 1 Schepenwet

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 15-01-1982 t/m heden

Besluit van 17 november 1981, houdende vaststelling van de lijn bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a, van de Schepenwet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 23 juli 1981, nr. DGSM/PJ/S 23966, Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken;

Gelet op artikel 1, eerste lid, onder a, van de Schepenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 14 augustus 1981, nr. 810812/20);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 6 november 1981, nr. PJ/S 25985, Directoraat-Generaal Scheepvaart en Maritieme Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De lijn, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a, van de Schepenwet loopt van:

  • - het snijpunt van de breedtecirkel 53°26'34"N met de Duitse kust ter plaatse van Ulpenward,

  • - vandaar naar het punt met de coördinaten 53°26'34"N en 6°56'00"O,

  • - vandaar naar een punt gelegen 25 meter westelijk van de kop van de strekdam van Borkum,

  • - vandaar via de noordelijkste punten van de eilanden Rottumeroog en Rottumerplaat en het noordwestelijkste punt van de zandplaat Simonszand naar het oostelijkste punt van het eiland Schiermonnikoog en voorts langs de noordelijke kust naar het westelijkste punt van dit eiland,

  • - vandaar naar het oostelijkste punt van het eiland Ameland en voorts langs de noordelijke kust naar het noordelijkste punt van dit eiland,

  • - vandaar naar het noordelijkste punt van het eiland Terschelling en voorts langs de noordelijke kust naar het westelijkste punt van dit eiland,

  • - vandaar naar het noordelijkste punt van het eiland Vlieland en voorts langs de noordelijke kust naar het westelijkste punt van dit eiland,

  • - vandaar naar het noordelijkste punt van het eiland Texel en voorts langs de westelijke kust naar het westelijkste punt van dit eiland,

  • - vandaar naar de Noord-Hollandse kust ter hoogte van de vuurtoren van Kijkduin en voorts langs de kust van Noord- en Zuid-Holland, waarbinnen zijn begrepen de hoofden van IJmuiden, Scheveningen en Hoek van Holland, tot aan de Haringvlietdam,

  • - vandaar langs de zeezijde van deze dam en de zeezijde van de buitenhaven van Stellendam, naar Goeree en voorts langs de westelijke kust hiervan naar de Brouwersdam,

  • - vandaar langs de zeezijde van deze dam naar Schouwen en voorts langs de westelijke kust hiervan naar de afsluiting in de Oosterschelde,

  • - vandaar langs de zeezijde van deze afsluiting naar Noord-Beveland en voorts langs de westelijke kust hiervan naar de Veersedam,

  • - vandaar langs de zeezijde van deze dam naar Walcheren en voorts langs de westelijke kust hiervan naar de lichtopstand de Nolle nabij Vlissingen,

  • - vandaar naar de lichtopstand Nieuwe Sluis in Zeeuws Vlaanderen en voorts langs de noordwestelijke kust hiervan naar het punt van grensovergang tussen Nederland en België.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage, 17 november 1981

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

H. J. Zeevalking

Uitgegeven de vijftiende december 1981

De Minister van Justitie,

J. de Ruiter

Naar boven