Administratiebesluit I Wedervergeldingswet zeescheepvaart

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 27-02-1981 t/m heden

Administratiebesluit I Wedervergeldingswet zeescheepvaart

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de Beschikkingen van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 december 1978, nr. 79/4/EEG (Pb.E.G. 9 januari 1979, nr. L 5/31) en van 4 december 1980 (Pb.E.G. 23 december 1980, nr. L 350);

Gelet op de artikelen 11b, tweede lid, en 11d van de Wedervergeldingswet zeescheepvaart, zoals gewijzigd bij de wet van 12 juni 1980 (Stb. 1980, 364),

Besluit:

Artikel 1

Voor de toepassing van het bij dit besluit bepaalde wordt verstaan onder:

‘lijnvervoer’:

het vervoer tegen vaste vervoertarieven door scheepvaartondernemingen, die een geregelde dienst onderhouden tussen twee of meer havens;

‘conference’:

een groep van twee of meer vervoerders, die schepen exploiteren, die internationale lijndiensten onderhoudt voor het vervoer van lading op een bepaalde route of bepaalde routes binnen omschreven geografische grenzen en die een overeenkomst of regeling, van welke aard ook heeft, binnen het kader waarvan zij opereren op basis van eenvormige of gemeenschappelijke vervoertarieven, en enigerlei andere overeengekomen voorwaarden met betrekking tot het aanbieden van lijndiensten.

Artikel 2

Een ieder die lijnvervoerdiensten aanbiedt voor het vervoer van goederen per zeeschip:

  • a. tussen Nederland en Oost-Afrika (de landen Somalië, Kenia, Oeganda, Zambia, Tanzania en Mozambique)

  • b. tussen Nederland en Midden-Amerika (Oost- en Westkust, vanaf de Zuidmexicaanse grens tot en met Panama, de Caribische eilanden niet meebegrepen)

    dient voor dat vervoer de in de artikelen 3 en 4 van dit besluit omschreven administratie te voeren.

Artikel 3

Met betrekking tot het lijnvervoer als genoemd in artikel 2 dient een administratie te worden gevoerd die ten minste inhoudt:

  • a. naam van de scheepvaartonderneming en van de lijn;

  • b. datum van instelling, wijziging of beëindiging van de lijndienst;

  • c. namen van de in de lijndienst gebruikte schepen;

  • d. nationaliteit van de in de lijndienst gebruikte schepen, en de Staat waarvan de vlag wordt gevoerd;

  • e. scheepstypen (vrachtschip, containerschip, ro-ro-schip, lash-schip of dergelijke);

  • f. de tonnages zoals die vermeld zijn in de bij het schip behorende meetbrief;

  • g. ladingcapaciteit;

  • h. voor zover van toepassing: de containercapaciteit;

  • i. data waarop de betreffende schepen uit een Nederlandse haven zijn vertrokken.

  • j. data van aankomst van de betreffende schepen in een Nederlandse haven;

  • k. voor zover van toepassing: het lidmaatschap van een lijnvaartconference of deelconference, en de naam van deze conference.

Artikel 4

met betrekking tot de in het in artikel 2 bedoelde lijnvervoer vervoerde goederen dienen te worden geadministreerd:

  • a. de vervoerde hoeveelheid per goederensoort;

  • b. de aard van de goederen;

  • c. de per hoeveelheid goederen berekende vrachttarieven, waarbij toeslagen en kortingen in de vermelde tarieven dienen te worden verwerkt.

Artikel 5

Dit besluit kan worden aangehaald als: Administratiebesluit I Wedervergeldingswet zeescheepvaart.

Artikel 6

Dit besluit wordt in de Nederlandse Staatscourant bekendgemaakt, en treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

's-Gravenhage, 28 januari 1981

De

Minister

voornoemd,

D. S. Tuijnman

Naar boven