Meetmethodebesluit

[Regeling vervallen per 01-02-2007.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 01-05-1989 t/m 31-01-2007

Besluit van 7 oktober 1980, houdende regelen omtrent de methode welke bij de bepaling van het alcoholvolumegehalte of het alcoholmassagehalte van een mengsel van water en alcohol moet worden gevolgd

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Th. M. Hazekamp, van 26 augustus 1980, no. 680/728 W.J.A.;

Overwegende dat in verband met de uitvoering van de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake alcoholmeters en areometers voor alcohol, no. 76/765/EEG (Pb. E.G. L 262) en de richtlijn van die Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake alcoholtabellen, no. 76/766/EEG (Pb. E.G. L 262) regelen moeten worden gesteld;

Gelet op de artikelen 9, tweede lid, en 21a van de IJkwet 1937 (Stb. 627);

De Raad van State gehoord (advies van 19 september 1980, no. 800917/15);

Gezien het nader rapport van de voornoemde Staatssecretaris van 30 september 1980, no. 680/841 W.J.A.;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-02-2007]

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: wet: de IJkwet (Stb. 1989, 10); EEG-geijkte alcoholmeter of EEG-geijkte areometer voor alcohol: een alcoholmeter of een areometer voor alcohol, bestemd ter bepaling van het alcoholvolumegehalte of het alcoholmassagehalte van een mengsel van water en alcohol, die een EEG-geijkt meetmiddel als bedoeld in artikel 25 van het Algemeen EEG-IJkbesluit (Stb. 1989, 118) is.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-02-2007]

  • 1 In gevallen, waarin ten behoeve van het drijven van handel in mengsels van water en alcohol of ten behoeve van het doen van leveringen van die mengsels het alcoholvolumegehalte of het alcoholmassagehalte wordt bepaald, moet bij die bepaling de methode, omschreven in het tweede lid, worden gevolgd.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde methode omvat de volgende verrichtingen:

    • a. een EEG-geijkte alcoholmeter of een zodanige areometer voor alcohol dan wel een daaraan gelijkwaardige alcoholmeter of areometer voor alcohol wordt in het betrokken mengsel van water en alcohol geplaatst en wordt afgelezen bij de temperatuur van dat mengsel;

    • b. bij of onmiddellijk volgende op de onder a bedoelde aflezing wordt de temperatuur van het betrokken mengsel van water en alcohol bepaald met behulp van de thermometer, die in de alcoholmeter of areometer voor alcohol is ingebouwd;

    • c. het alcoholvolumegehalte of het alcoholmassagehalte van het betrokken mengsel van water en alcohol wordt met behulp van de meetresultaten, verkregen bij de onder a en b bedoelde verrichtingen, afgeleid aan de hand van de formule, vermeld in punt 4 van de bijlage van de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake alcoholtabellen, no. 76/766/EEG (Pb. E.G. L 262).

  • 3 In afwijking van het tweede lid, onder b, mag bij gebruik van een alcoholmeter of van een areometer voor alcohol, zonder ingebouwde thermometer, voor de bepaling van de temperatuur van het mengsel van water en alcohol een losse thermometer worden gebezigd die aan de volgende voorschriften voldoet:

    • a. indien de losse thermometer wordt gebruikt in combinatie met een EEG-geijkte alcoholmeter of areometer voor alcohol van de door Onze Minister krachtens artikel 28, tweede lid, van het Algemeen EEG-IJkbesluit aangewezen nauwkeurigheidsklasse I, moet de thermometer hetzij een metaalweerstandsthermometer zijn met een maximaal toelaatbare fout in plus of min van 0,1 °C, hetzij een kwikthermometer die is voorzien van:

      • 1°. schaaldelen van 0,1 °C of 0,05 °C, waarvan de minimale lengte 0,8 mm bedraagt,

      • 2°. deelstrepen die niet dikker zijn dan een vijfde van de lengte van het schaaldeel,

      • 3°. een deelstreep bij 0 °C,

      met een maximaal toelaatbare fout in plus of min van één schaaldeel;

    • b. indien de losse thermometer wordt gebruikt in combinatie met een alcoholmeter of een areometer voor alcohol, anders dan die bedoeld onder a, moet de thermometer een glazen kwikthermometer zijn, waarvan de schaalverdeling zich uitstrekt tot 0 °C en is voorzien van:

      • 1°. schaaldelen van 0,1 °C of 0,2 °C, waarvan de minimale lengte 0,8 mm bedraagt of schaaldelen van 0,5 °C, waarvan de minimale lengte 1 mm bedraagt,

      • 2°. deelstrepen die niet dikker zijn dan een vijfde van de lengte van het schaaldeel,

    met een maximaal toelaatbare fout in plus of min van 0,1 °C, indien de thermometer schaaldelen heeft van 0,1 °C, of 0,2 °C, indien de thermometer schaaldelen heeft van 0,2°C of 0,5°C.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-02-2007]

  • 1 Een alcoholmeter of een areometer voor alcohol die niet een EEG-geijkte alcoholmeter of areometer voor alcohol is, wordt als gelijkwaardig beschouwd met onderscheidenlijk een EEG-geijkte alcoholmeter of een EEG-geijkte areometer voor alcohol, indien:

    • a. dat meetinstrument is bestemd ter bepaling van het alcoholvolumegehalte of het alcoholmassagehalte van een mengsel van water en alcohol,

    • b. dat meetinstrument geen andere dan een ingevolge de artikelen 1 en 4 van de wet geldende aanduiding van maat of gewicht draagt,

    • c. de onjuistheid van zijn aanwijzing ten hoogste 0,1% mas of 0,1% vol, onderscheidenlijk 0,2 kg/m3 bedraagt en,

    • d. voor zover het betrokken meetinstrument is voorzien van een ingebouwde thermometer, deze thermometer voldoet aan door Onze Minister krachtens artikel 28, tweede lid, van het Algemeen EEG-IJkbesluit met betrekking tot, in alcoholmeters of in areometers voor alcohol ingebouwde, thermometers gestelde regelen.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, onder b, wordt een alcoholmeter, ten aanzien waarvan aannemelijk kan worden gemaakt, dat deze voor de datum van inwerkingtreding van het onderhavige besluit in de handel is gebracht, eveneens als gelijkwaardig met een EEG-geijkte alcoholmeter beschouwd, indien de eenheden volumeprocent of massaprocent daarop met een ander dan het wettelijk vastgestelde symbool zijn aangeduid.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-02-2007]

Artikel 8, eerste lid, onder b, van de wet geldt niet ten aanzien van:

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-02-2007]

  • 1 Dit besluit kan worden aangehaald als: Meetmethodebesluit.

  • 2 Het treedt in werking met ingang van 1 november 1980.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Lage Vuursche, 7 oktober 1980

Beatrix

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Th. M. Hazekamp

Uitgegeven de drieëntwintigste oktober 1980

De Minister van Justitie,

J. de Ruiter

Naar boven