Besluit van 7 oktober 1980, houdende regelen omtrent de methode welke bij de bepaling
van het alcoholvolumegehalte of het alcoholmassagehalte van een mengsel van water
en alcohol moet worden gevolgd
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Th. M. Hazekamp, van
26 augustus 1980, no. 680/728 W.J.A.;
Overwegende dat in verband met de uitvoering van de richtlijn van de Raad van de Europese
Gemeenschappen van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen
van de Lid-Staten inzake alcoholmeters en areometers voor alcohol, no. 76/765/EEG
(Pb. E.G. L 262) en de richtlijn van die Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing
van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake alcoholtabellen, no. 76/766/EEG (Pb. E.G. L 262) regelen moeten worden gesteld;
Gelet op de artikelen 9, tweede lid, en 21a van de IJkwet 1937 (Stb. 627);
De Raad van State gehoord (advies van 19 september 1980, no. 800917/15);
Gezien het nader rapport van de voornoemde Staatssecretaris van 30 september 1980,
no. 680/841 W.J.A.;
Hebben goedgevonden en verstaan: