Commissie voor Contact en Overleg inzake het welzijnsbeleid t.b.v. ingezetenen van Surinaamse herkomst

[Regeling vervallen per 28-08-2004.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 23-12-1978 t/m 27-08-2004

Commissie voor Contact en Overleg inzake het welzijnsbeleid t.b.v. ingezetenen van Surinaamse herkomst

De Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk,

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

Er is een Commissie voor Contact en Overleg inzake het welzijnsbeleid ten behoeve van ingezetenen van Surinaamse herkomst, hierna te noemen de Commissie.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

De Commissie brengt – desgevraagd of eigener beweging – aan de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, hierna te noemen de Minister, advies uit over:

  • a. het bevorderen van activiteiten bij categoriale en algemene instellingen, gericht op het welzijn van ingezetenen van Surinaamse herkomst in de Nederlandse samenleving;

  • b. mogelijke oplossingen voor welzijnsbelemmerende problemen waarmee ingezetenen van Surinaamse herkomst tijdens hun verblijf in Nederland geconfronteerd worden op sociaal-cultureel en maatschappelijk terrein;

  • c. het door de Minister te voeren beleid ten aanzien van de ingezetenen van Surinaamse herkomst.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

  • 1 De Commissie bestaat uit de volgende door de Minister te benoemen leden:

    • a. een voorzitter, die als ambtenaar in dienst is van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk;

    • b. ten hoogste twee leden op voordracht van de Joint, de Landelijke Organisatie voor Maatschappelijke Dienstverlening;

    • c. ten hoogste twee leden op voordracht van Gamma, de Landelijke Organisatie voor Sociaal-Cultureel Werk;

    • d. ten hoogste vier leden op voordracht van de Stichting Landelijke Federatie van Welzijnsstichtingen voor Surinamers;

    • e. een lid afkomstig van de Afdeling Welzijn Antillianen en Surinamers van het Ministerie;

    • f. een lid afkomstig van de Directie Sociaal-Cultureel Werk van het Ministerie;

    • g. een lid afkomstig van de Directie Maatschappelijke Dienstverlening van het Ministerie.

  • 2 Voor de in het eerste lid onder b tot en met g genoemde leden kan de Minister plaatsvervangers benoemen met inachtneming van het aldaar bepaalde.

  • 3 De Minister voegt aan de Commissie een ambtenaar van het Ministerie als secretaris toe.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

De adviezen en voorstellen van de Commissie, voor zover niet unaniem aanvaard, vermelden de verschillende standpunten.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

  • 1 De Commissie kan naar haar eigen oordeel deskundigen die geen lid zijn van de Commissie, ad hoc op de vergaderingen uitnodigen.

  • 2 Voorts is de Commissie bevoegd om voor de uitoefening van haar werkzaamheden werkgroepen in het leven te roepen.

  • 3 De Commissie kan personen die geen lid zijn van de Commissie, tot lid van de werkgroepen benoemen.

  • 4 De Commissie regelt de taken en bevoegdheden van de werkgroepen.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

De Commissie kan, met inachtneming van de bepalingen van deze beschikking, haar werkwijze en die van de secretaris geheel naar eigen inzicht regelen.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

  • 1 Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de Commissie geschiedt met inachtneming van het Besluit Post- en Archiefzaken Rijksadministratie 1950 (Stb. K.425) op overeenkomstig wijze als ten Departemente van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk.

  • 2 De bescheiden worden bij opheffing van de Commissie in het archief van het in het vorige lid genoemde Departement opgenomen.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 28-08-2004]

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die van haar plaatsing in de Nederlandse Staatscourant.

Rijswijk, 19 december 1978

De

Minister

voornoemd,

M. H. M. F. Gardeniers-Berendsen

Naar boven