Beschikking aanmelding en plaatsing aanstaande eerstejaarsstudenten
De Minister zonder Portefeuille, belast met de aangelegenheden betreffende het wetenschapsbeleid
en het wetenschappelijk onderwijs,
Overwegende, dat de universiteiten en hogescholen telkenjare worden gesteld voor een
aanzienlijke toeneming van de aantallen voor de eerste maal ingeschreven studenten
in de onderscheiden studierichtingen;
dat deze toeneming per instelling van wetenschappelijk onderwijs en per studierichting
sterke schommelingen vertoont, welke zich niet lenen voor redelijk betrouwbare ramingen;
Overwegende voorts, dat de mogelijkheden tot aanpassing van de bestaande onderwijsvoorzieningen
naar aard en omvang aan deze schommelingen onvoldoende zijn:
dat derhalve dient te worden gestreefd naar een zo gelijkmatig mogelijke verdeling
van de aantallen studenten in de onderscheiden studierichtingen over de universiteiten
en hogescholen;
Gezien het advies van de Academische Raad van 10 mei 1972, kenmerk A.R.-992,