Aanwijzing oppervlaktewateren (Noord-Brabant,1972)

[Regeling vervallen per 22-12-2009.]
Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 05-07-1972 t/m 21-12-2009

Aanwijzing oppervlaktewateren (Noord-Brabant, 1972)

De Minister van Verkeer en Waterstaat.

Gelet op het advies van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 15 december 1971, kenmerk G. nr. 122.180, afdeling I;

Gelet op het ingekomen ambtsbericht;

Gelet op artikel 3, tweede lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en artikel 4 van het Uitvoeringsbesluit verontreiniging rijkswateren

Besluit:

[Regeling vervallen per 22-12-2009]

aan te wijzen als oppervlaktewateren ten aanzien waarvan de in artikel 3, tweede lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren bedoelde bevoegdheden zullen worden uitgeoefend door Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant:

het Wilhelminakanaal; de Zuid-Willemsvaart; het afwateringskanaal 's-Hertogenbosch-Drongelen tot de uitwateringssluis; het kanaal Engelen-Henriëttewaard tot de schutsluis bij Engelen; het zijkanaal van het Wilhelminakanaal met de Piushaven te Tilburg; de Dieze tot de uitwateringssluis bij het fort Crèvecoeur; de bermsloten langs de rijkswegen,

voor zover deze wateren zijn gelegen binnen het gebied van de waterschappen De Aa en De Dommel en in beheer zijn bij het Rijk.

Deze beschikking treedt in werking op de dag na die van afkondiging in de Nederlandse Staatscourant en werkt terug tot 1 januari 1971.

's-Gravenhage, 29 februari 1972

De

Minister

voornoemd,
Namens de Minister,
De

directeur-generaal van de Rijkswaterstaat

,

H. H. Kosters

, l.d.-g
Naar boven