Burgerlijk Wetboek Boek 4

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 17-08-2015 t/m 31-08-2016

Annuleren

Artikel 15

  • 2 Indien bij de vaststelling van de in artikel 13 lid 3 bedoelde geldvordering:

    • a. omtrent de waarde van de goederen en de schulden van de nalatenschap is gedwaald en daardoor een erfgenaam voor meer dan een vierde is benadeeld,

    • b. het saldo van de nalatenschap anderszins onjuist is berekend, dan wel

    • c. de geldvordering niet is berekend overeenkomstig het deel waarop het kind aanspraak kon maken,

    wordt de vaststelling op verzoek van een kind of de echtgenoot dienovereenkomstig door de kantonrechter gewijzigd. Op de vaststelling is hetgeen omtrent verdeling is bepaald in de artikelen 196 leden 2, 3 en 4, 199 en 200 van Boek 3 van overeenkomstige toepassing.

Annuleren
Naar boven